Afgelopen weekend vond de jaarlijkse Women’s March plaats, waar duizenden mensen op de been waren om aandacht te vragen voor gelijke behandeling van vrouwen. Gevolgd door Internationale Vrouwendag op 8 maart, staan we dit jaar stil bij het thema ‘Solidariteit’. De vele voorbeelden van seksueel grensoverschrijdend gedrag, ook dit jaar weer, maken al te meer duidelijk hoe belangrijk het is om bij deze dag stil te staan. Hoe belangrijk het is, ook - of juist - voor mannen om die solidariteit uit te dragen en te strijden tegen seksueel geweld en andere uitingen van ongelijke machtsstructuren. Zowel omdat solidariteit met slachtoffers inherent belangrijk is, als ook omdat mannen net zo goed slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag, scheve machtsverhoudingen en onbuigzame genderrollen zijn. Hoewel vrouwen er vaker mee te maken krijgen, lijden we allemaal onder hetzelfde probleem.
Te vaak wordt bij gedrag waar vrouwen het slachtoffer van zijn, gewezen naar hun eigen rol in de situatie. Het dichten van de loonkloof (“wees vooral geen deeltijdprinsesje”), straatintimidatie (‘’maar wat had je aan dan?’’), en zeker ook bij seksueel grensoverschrijdend gedrag (“je had gewoon ‘nee’ moeten zeggen” en “er was gewoon een loketje waar je je kon melden, hoor”).
De berichtgeving omtrent seksueel grensoverschrijdend gedrag bij TVOH en de uitzending van BOOS hierover leidde aanvankelijk tot collectieve maatschappelijke afschuw. ‘’Hoe heeft dit kunnen gebeuren?’’, ‘’Wat een vreselijke goorlappen!’’, ‘’Je moet wel niet goed bij je hoofd zijn om zo misbruik te maken van je machtspositie.’’
Maar zo brengen we het te snel terug tot het individu. Een begrijpelijke neiging: want we willen niet geloven dat het probleem veel meer wijdverspreid is dan we denken. Scheve machtsverhoudingen en machtsmisbruik zijn niet het gedrag van een ‘zieke eenling’. Het is een gevolg van structurele ongelijkheid tussen mannen en vrouwen; van de onbuigzame genderrollen in onze samenleving. De ‘regel’ dat mannen dominant moeten zijn en initiatief moeten nemen. De ‘regel’ dat vrouwen sexy moeten zijn, maar niet te gewillig. Diezelfde ‘regels’ maken mannen tot slachtoffer. De ‘regel’ dat mannen altijd zin moeten hebben of dat je als vrouw iets fout dat als dat niet zo is. Willen we als samenleving verder gaan dan het uiten van onze gevoelens van onmacht en afschuw, dan moeten we bereid zijn om ieders rol in deze ongelijkheid onder de loep te nemen. En hier vervolgens naar te handelen.
Want al snel kwamen ook andere stemmen op. “Mag je dan niet meer flirten?” en “Ik voel mij als man zo ook weggezet”. En nu zijn deze vragen tot op zekere hoogte begrijpelijk, want er wórdt mannen ook nog veel te weinig geleerd grenzen aan te voelen en te respecteren. En ook mannen zijn de dupe van de achterhaalde genderrollen en -gedragingen waar we ons naar voegen. Maar laat mannen ook eens zelf (al dan niet met ondersteuning) aan de slag gaan met deze vragen, in plaats van de verantwoordelijkheid weer bij de vrouw te leggen. Laat mannen elkaar aanspreken op grensoverschrijdend gedrag, laat ouders en scholen nog vaker met alle kinderen in gesprek gaan over seksualiteit en omgangsvormen en laat de politiek genderongelijkheid structureel agenderen.
Gelukkig wordt in onze stad op dit vlak al ontzettend belangrijk werk geleverd door organisaties, scholen en individuele Amsterdammers. Maar we zijn er nog niet. De berichtgeving over TVOH was aangrijpend en toch voor velen van ons niet verbazingwekkend. Want we wéten dat seksueel overschrijdend gedrag en andere uitingen van genderongelijkheid nog veel te vaak voorkomen. Laten we daarom niet wachten tot het volgende incident dat naar buiten komt voordat we onze verontwaardiging hierover laten blijken. Laten we solidair en met elkaar, mannen voorop, het werk leveren dat nodig is om seksueel geweld en andere uitwassen van genderongelijkheid uit te bannen.