We ontwikkelden een ‘complete stad’, waar betaalbare huisvesting, sociale voorzieningen en ruimte voor groen hand in hand gaan. Een stad die haar verantwoordelijkheid neemt bij het bestrijden van de klimaatcrisis. Bijvoorbeeld door Amsterdam aardgasvrij te maken in 2040 en door veel meer in te zetten op een circulaire economie. Maar ook door te zorgen voor een duurzame stad met veel nieuwe, duurzame banen. We hebben maatregelen getroffen om ongelijkheid te bestrijden; we schaften de eigen bijdrages voor zorgvoorzieningen af en scholden schulden voor jongeren kwijt. De stad maakte excuses voor zijn slavernijverleden en besloot tot de bouw van een Nationaal Slavernijmuseum om over dat verleden te leren. In álle wijken van de stad maken we meer ruimte voor meer diverse kunst en cultuur.
Maar ook onze belofte om fietsers en voetgangers meer ruimte te geven hebben we ingelost. 10.000 parkeerplaatsen maken nu plaats voor speelruimte en groen. Er zijn ook meer opvangplekken gekomen voor dak- en thuislozen, en 24-uurs-opvang biedt onderdak en toekomstperspectief aan een groep van 500 ongedocumenteerden. Er zijn bovendien meer sociale en middenhuurwoningen gebouwd. Met een woonplicht gaan we uitbuiting van huurders en de stijgende huizenprijzen tegen.
Kortom: we hebben de afgelopen jaren samen met Amsterdammers gewerkt aan een groenere en socialere stad en we zijn trots op wat er is bereikt! Maar ons werk is nog niet af. Daarom willen we door. Om opnieuw waar te maken wat we al die Amsterdammers beloven: een sociaal, duurzaam en gelijkwaardig Amsterdam.
Van klimaatcrisis tot woningcrisis; een groene en linkse koers is hard nodig
We staan voor grote uitdagingen. Klimaatverandering wordt steeds gevaarlijker en onvoorspelbaarder; we zien nu al de gevolgen van overstromingen, droogte, tekort aan drinkwater en mislukte oogsten. Als we de klimaatcrisis niet aanpakken, koersen we af op een opwarming van de aarde van ruim 3 graden. Wereldwijd neemt de ongelijkheid tussen rijk en arm steeds verder toe. Niet alleen in vermogen en inkomen, maar ook in gezondheid en toegang tot woonruimte. De woningcrisis maakt huisvesting voor veel mensen onbetaalbaar, de wachtlijsten zijn eindeloos lang en de huizenprijzen torenhoog. Het aantal daklozen is in tien jaar tijd verdubbeld.
Daarnaast zorgt de nasleep van de coronapandemie voor een grote druk op onze publieke voorzieningen, zoals zorg en onderwijs. Terwijl er door jarenlange uitholling van de publieke sector toch al een groot tekort is aan zorgpersoneel en leerkrachten. Bezuinigingen op de publieke sector hebben de kwetsbaarsten het hardst getroffen. Tien jaar VVD-beleid in Den Haag heeft geen oplossingen geboden voor deze crises maar die juist verder versterkt. Kortom: het is hard nodig om een krachtige linkse en groene koers te varen. De rechts conservatieve tegenwind vereist een sterk GroenLinks in het stadsbestuur om te zorgen dat Amsterdam een progressieve vrijplaats blijft.
Van coronaschok naar wederzijdse hulp
De pandemie trok een zware wissel op de stad. Amsterdammers hebben dierbaren verloren, zorgen gehad over hun gezondheid en die van hun naasten. Kinderen in de meest kwetsbare positie raakten verder achterop en mensen raakten hun baan kwijt. De culturele sector kwam in zwaar weer. Ondernemers en zelfstandigen moesten het zonder klanten stellen, terwijl hun vaste kosten doorliepen. En intussen maakten de onmisbare krachten lange uren om zorg te verlenen en de stad te laten draaien. De stad en haar inwoners hebben flink moeten interen op hun financiële maar ook mentale reserves.
Maar we zagen ook hoe buurtbewoners een stapje extra voor elkaar zetten en zich solidariteit toonden. Boodschappen langsbrengen bij de buurvrouw, een extra praatje met de alleenstaande buurman, online huiswerkbegeleiding voor de buurtkinderen. We zagen voedselinitiatieven opkomen voor mensen met en voor mensen zonder papieren. We zagen dat studenten wandeldates in het park organiseerden en dat culturele instellingen succesvolle crowdfundingsacties opzetten en op nieuwe manieren hun publiek wisten te bereiken. Niet in de laatste plaats ervaarden we hoe belangrijk de parken voor ons zijn en hoe mooi de binnenstad is zonder drukte. En bovenal realiseerden we ons hoe onmisbaar onze publieke voorzieningen zijn, van de zorg tot onderwijs, van sociale zekerheid tot daklozenopvang. De pandemie heeft ons veel gekost, maar tegelijk ook belangrijke inzichten gebracht die we meenemen naar de toekomst.
Besturen vanuit radicale idealen
De veerkracht die Amsterdam tijdens de coronapandemie heeft getoond, inspireert om samen sterker uit de crisis te komen. Ondanks het grote financiële gat dat de pandemie in de gemeentebegroting sloeg, kozen we ervoor om juist méér te investeren in de stad. In duurzame groene banen, in armoedevoorzieningen en in de zorg. Juist omdat het nu zo hard nodig is. Moeilijke keuzes liggen nog in het verschiet. Maar we geloven dat ook hierin groene en linkse oplossingen leidend moeten zijn. Wij hebben creatieve ideeën, grote idealen en soms wilde haren. Maar ook gedegen bestuurservaring en de daadkracht om onze idealen om te zetten in haalbare en concrete plannen voor de stad. Een groen en links track record waar we trots op kunnen zijn.
Vier jaar geleden beloofden we verandering en die is er gekomen. De weg naar een groenere en socialere stad is ingeslagen en elke dag werken we keihard om die stad nog een stapje dichterbij te brengen. Maar, zoals gezegd, ons werk is nog niet af en we barsten van de radicale ideeën om de klimaatcrisis, de woningcrisis en groeiende ongelijkheid verder te bestrijden. We willen de komende vier jaar een nieuwe sprong maken naar een duurzame, rechtvaardige en progressieve stad. Dit zijn onze vijf beloften voor Amsterdam:
1. Voor iedereen een thuis in de stad
De zekerheid van een huis, van een dak boven je hoofd, is een van de belangrijkste voorwaarden voor een goed bestaan. Wonen is een grondrecht dat voor iedereen beschikbaar zou moeten zijn. Maar helaas zien we dat het winstbejag van beleggers en bezuinigingen op de sociale huisvesting het wonen in Amsterdam onbetaalbaar hebben gemaakt. Huisvesting is in de greep gekomen van de markt en van het grote geld. Prettig en betaalbaar wonen in de stad is daardoor zo goed als onmogelijk geworden voor lage en middeninkomens, starters en nieuwkomers. Wij willen buurten waar genoeg betaalbare woningen beschikbaar zijn voor mensen die in de buurt opgroeiden, maar óók voor hun leraren; voor ouderen die een toegankelijke woning zoeken én voor de thuiszorgmedewerker die hen verzorgt; voor ‘gelukszoekers’ uit de rest van het land en de wereld én voor de ‘rasechte’ Amsterdammers. Daarom krijgen leraren die lesgeven op scholen met de grootste tekorten voorrang op een woning in de stad. Bewoners uit de wijk krijgen voorrang bij nieuwbouw. We koppelen eisen aan de reeds ingevoerde verhuurdersvergunning voor onder andere het beperken van de hoogte van de huur. We investeren in een woningbouwfonds voor bewonerscoöperaties die betaalbare huurwoningen bouwen, gezamenlijk buurtvoorzieningen beheren en energie opwekken. Daarnaast zetten we in op het snel vergroten van het aanbod, zoals met woningen in leegstaande bedrijfspanden. Om het fundamentele recht op wonen zo goed mogelijk te waarborgen richten we een Gemeentelijk Woningbedrijf op. Wij willen groene buurten met voldoende sportvoorzieningen en vrije ruimtes. En ten slotte willen we een stad zijn die plek biedt aan mensen die nog geen thuis gevonden hebben: daklozen, vluchtelingen, ongedocumenteerden en stadsnomaden. Daarom creëren we meer opvang en begeleiding voor alle groepen zonder thuis, ook voor mensen zonder papieren. De landelijke overheid biedt ons nog te weinig middelen en mogelijkheden om de markt te beteugelen. Aan ons de taak om alles te doen wat in onze macht ligt om de woningnood te bestrijden. Zodat Amsterdam weer een stad wordt waar iedereen een thuis kan vinden.
2. Een radicaal andere economie voor Amsterdam
De Amsterdamse economie is gebouwd op duizenden kleine en middelgrote ondernemingen die waarde toevoegen aan de stad en die hier lokaal verankerd zijn. Bewoners van Amsterdam moeten profiteren van de winsten die in de stad gemaakt worden; door hogere lonen of mede-eigenaarschap in coöperaties. We geven daarom geen voorrang meer aan grote internationale bedrijven die hier komen om winsten (onbelast) weg te sluizen naar schatrijke aandeelhouders. We willen af van een economie die is gericht op winst voor aandeelhouders en snelle consumptie, en toe naar een lokale economie gericht op waarde voor Amsterdammers. We ontwikkelen een (digitale) lokale munt die deze lokale economie ondersteunt en die ingezet kan worden om armoede en ongelijkheid tegen te gaan. De Amsterdamse economie stuurt op brede welvaart en welzijn, in plaats van enkel euro’s en economische groei. Dat betekent dat de grenzen van onze planeet worden gerespecteerd en dat in de essentiële behoeften van Amsterdammers wordt voorzien. Vanwege groeiende arbeidstekorten en het grote publieke belang, geeft Amsterdam prioriteit aan het toeleiden naar werk in de duurzame sector, de publieke sector (met name zorg en onderwijs) en de bouw. Plekken voor verbeelding en verbinding zijn een essentieel onderdeel van een bloeiende lokale economie, daarom zorgen we voor een sterke en diverse culturele sector en beschermde vrije ruimtes.
3. Eerlijk vergroenen in een klimaatbestendige stad
We verdelen de lasten en lusten van onze strijd tegen klimaatverandering op een eerlijke manier. De meest recente studies van het internationale klimaatpanel van de Verenigde Naties onderstrepen dat er nog heel veel moet gebeuren en dat de tijd dringt. Des te belangrijker is het dat de grote vervuilers het eerste aan de beurt zijn om maatregelen te treffen en dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. De laagste inkomens hebben juist het meeste last van tochtige woningen, gebrek aan verkoelend groen op straat en stijgende energielasten. Deze mensen helpen we bij de isolatie van hun woning en de overgang naar duurzame energie. Daarnaast investeren we in (om)scholing om Amsterdammers klaar te stomen voor nieuwe banen in de duurzame economie. De warmtepompinstallateur, de duurzaamheidsadviseur of de groenbeheerder: stuk voor stuk goede banen met zekerheid voor de toekomst. Duurzame banenplannen worden daarom een belangrijk onderdeel van de regionale energiestrategie. Windmolens leveren een noodzakelijke bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelen. Ook Amsterdam neemt daarbij zijn verantwoordelijkheid: windenergie is een onmisbaar onderdeel van de energietransitie. Ook onze ambitie met betrekking tot zonne-energie schroeven we omhoog: geen dak blijft onbenut. We blijven de openbare ruimte verbeteren door de ruimte voor auto’s te vervangen door groen, ruimte voor fietsers en voetgangers. We heffen nog eens 30.000 parkeerplaatsen op. We halen snelwegen die nu door de stad lopen weg. In de ruimte die vrijkomt bouwen we woningen en parken.
4. Ongelijk investeren voor meer gelijkheid in de stad
Discriminatie en ongelijkheid in gezondheid, welzijn, inkomen, vermogen en kansen zorgen voor een pijnlijke onrechtvaardigheid in onze stad. Dat betekent dat we radicaler moeten kiezen, dat we ongelijk moeten investeren om gelijkere uitkomsten voor iedereen te krijgen. We investeren daarom meer in preventie en welzijn, vooral in die wijken waar de gezondheidsproblemen het grootst zijn. We werken de wachttijden in de jeugdhulp en de zorg weg en geven daarbij prioriteit aan het toegankelijk houden van de zwaarste vormen van jeugdhulp. We gaan experimenteren met ‘cash-first’-projecten waarbij mensen ervoor kunnen kiezen om in plaats van een hulptraject een geldbedrag te ontvangen. Er komt meer aandacht voor laaggeletterdheid, waarbij we leesbevorderingsprogramma’s voor kinderen en taalprogramma’s voor hun ouders met elkaar verbinden. Digitalisering mag niet leiden tot ongelijkheid of segregatie. We blijven anti-zwart racisme, antisemitisme, moslimhaat, geweld tegen LHBTIQ+-personen en andere vormen van racisme en discriminatie te vuur en te zwaard bestrijden. Etnisch profileren accepteren we niet. We stoppen met preventief fouilleren. Amsterdam erkent 1873 als het jaar waarin de slavernij is afgeschaft. In 2023 wordt daarom groots stilgestaan bij 150 jaar afschaffing van de slavernij en bij ons slavernijverleden. Het Nationaal Slavernijmuseum opent in dat jaar zijn deuren.
5. De stad maken we samen
Het recht op de stad is het recht van inwoners om de ontwikkeling van de stad zelf en samen vorm te geven. De stad wordt niet gemaakt in het stadhuis. We maken de stad samen: op straat, op het sportveld, op het werk en thuis. Wij willen dat Amsterdammers meer ruimte krijgen om zelf invulling te geven aan de energietransitie en de inrichting van de openbare ruimte. Minstens de helft van de productie van duurzame energie brengen we in handen van coöperaties. Amsterdammers krijgen de ruimte om met sociaal beleid ongelijkheid tegen te gaan, via de sociale netwerken in de buurten. Zij kennen tenslotte de mensen die door ‘het systeem’ niet bereikt worden, zij kennen de behoeftes en zij kunnen de ongelijkheid die ontstaat daarom het beste tegengaan. De stad en elke buurt moet een levendige democratische ruimte zijn, waarin mensen van verschillende achtergronden met elkaar in gesprek gaan, waar bewonersorganisaties floreren en buurtbewoners samen met de gemeente plannen voor de buurt maken. Inwoners moeten ervaren dat de gemeente voor hen klaarstaat, een luisterend oor heeft én buurtbewoners de regie biedt over hun eigen leefomgeving. We willen de representatie bij participatie verbeteren, zodat de stemmen van alle betrokkenen worden gehoord. Er komt ook een stedelijke participatieraad: een groep actieve bewoners en onafhankelijke participatie-experts die gevraagd en ongevraagd advies geeft ter verbetering van participatie in de stad.
GroenLinks staat ook de komende vier jaar weer zij aan zij met al die groene en progressieve Amsterdammers en Weespers om samen de stad socialer, inclusiever en groener te maken. Doe je mee?