3.1 Eerlijke aanpak van de klimaatcrisis
Amsterdam moet een klimaatneutrale stad worden. Een stad die niet meer afhankelijk is van aardgas en andere fossiele brandstoffen, maar draait op hernieuwbare energie. Dat is de koers die wij de afgelopen periode hebben ingezet. Amsterdam neemt het voortouw; ambitieus en toekomstgericht, zoals dat een hoofdstad vol groene en progressieve pioniers betaamt. Zo leveren we als Amsterdammers onze bijdrage aan het beperken van de klimaatcrisis én creëren we goede banen met zekerheid voor de toekomst.
Samen met bewonersinitiatieven als 02025, Amsterdam Wind en MeerEnergie werken we stap voor stap aan duurzame energie voor Amsterdam. Dat begint zijn vruchten af te werpen. We democratiseren de energievoorziening en gebruiken steeds meer schone energie. De CO2-uitstoot van Amsterdam neemt af, ondanks de groei van de stad.
Maar er is nog een lange weg te gaan en de tijd dringt. De effecten van de klimaatcrisis beginnen merkbaar te worden; van hete zomerdagen tot heftige stortbuien. En de impact wordt alleen maar sterker. Tegelijk wordt steeds meer duidelijk wat het voor Amsterdam en zijn inwoners betekent om een klimaatneutrale stad te worden. Woningen gaan van het gas, vervoer wordt elektrisch, windmolens worden gebouwd en op de daken verschijnen zonnepanelen. Het is allemaal nodig en dat gaan we merken in de stad, in onze directe leefomgeving en in ons huis. Des te belangrijker is het dat alle inwoners zeggenschap hebben over het pad naar een klimaatneutrale stad. Het einddoel is helder, maar hoe we daar komen is een zaak van ons allemaal.
Een ding staat daarbij voor GroenLinks voorop: de lasten en lusten van het klimaatbeleid moeten eerlijk worden verdeeld. Wij staan voor klimaatrechtvaardigheid. Natuurlijk gaat iedereen de transitie merken, net zoals iedereen met de gevolgen van de klimaatcrisis te maken krijgt. Maar niet iedereen wordt even hard getroffen door die gevolgen. En niet iedereen heeft evenveel mogelijkheden om iets aan de klimaatcrisis te doen. Daarom zorgen we ervoor dat ook in het klimaatbeleid de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen en de grootste vervuilers als eerste aan de beurt zijn. De woonlasten voor huishoudens met lage en middeninkomens mogen niet stijgen als gevolg van de energietransitie. We helpen degenen die het hardst getroffen worden of die de minste armslag hebben. Daarom investeren we in omscholing voor nieuwe banen in schone energie en pakken we de energiekosten van de laagste inkomens aan door tochtige huizen het eerste te isoleren.
Kortom: we verdelen de lusten en de lasten eerlijk. De aanpak van de klimaatcrisis en de energietransitie mogen er niet toe leiden dat de ongelijkheid in onze stad wordt vergroot.