1.1 Betaalbaar en goed wonen voor iedereen

Amsterdam is populair; veel mensen willen er wonen. Maar waar de markt de volkshuisvesting domineert, krijgen vooral vermogenden de ruimte. GroenLinks wil geen stad voor alleen de rijken. Alle Amsterdammers moeten een thuis kunnen vinden in hun eigen stad. Een stad die er ook is voor de heldhaftige onderwijzers, vastberaden verplegers en barmhartige agenten. Een stad waarin iedereen welkom is die wil bijdragen aan de levendigheid van de stad, die werk zoekt, wil studeren, zich wil uiten, zich wil laten inspireren of anderen wil ontmoeten. Een stad die ook plek biedt aan mensen die het moeilijk hebben, zoals daklozen, ongedocumenteerden en vluchtelingen.

Met GroenLinks in het stadsbestuur zijn de afgelopen jaren, ondanks het uitblijven van de noodzakelijke landelijke maatregelen om de wooncrisis te bestrijden, langdurige negatieve trends gekeerd. Er werden meer betaalbare woningen gebouwd voor de lage en middeninkomens. Het aantal verkochte corporatiewoningen is gehalveerd. Alleen mensen die er zelf gaan wonen kunnen een nieuwbouwwoning kopen, beleggers vissen achter het net. Daarbij hebben we er op ingezet dat de sociale verbanden die de wijk maken, behouden blijven. Zo is in Zuidoost een kwart van de nieuwbouw bestemd voor jongeren uit de wijk. Voor het eerst is ook de vakantieverhuur via Airbnb en de doorgeslagen verkamering aangepakt, om de leefbaarheid in wijken te behouden.

Deze positieve veranderingen zijn een begin, maar er is meer nodig. De wooncrisis is enorm. Betaalbare huisvesting blijft een levensgroot en nog altijd groeiend probleem voor veel Amsterdammers. Wereldwijd gaan de huizenprijzen door het dak en dat raakt ook onze stad. Ook de huren in de vrije sector zijn sterk gestegen. Beleggers hebben zich op de Amsterdamse woningmarkt gestort door bestaande huizen op te kopen en te verhuren voor woekerprijzen. De snelle veranderingen op de woningmarkt leiden ook tot tweespalt en spanning tussen de oorspronkelijke bewoners van wijken en de kapitaalkrachtige nieuwkomers.

De wachtlijsten voor sociale huur zijn lang. De uitstroom uit de GGZ, de maatschappelijke opvang en beschermd wonen heeft een grote vraag gecreëerd naar woningen voor mensen in kwetsbare posities. Voor ouderen is er onvoldoende passend woonaanbod. Zij blijven daardoor noodgedwongen in grote woningen die onvoldoende zijn toegerust op hun zorgbehoeften. Ondertussen groeien meer dan tienduizend Amsterdamse kinderen op in krappe woningen waar geen rustige plek te vinden is om huiswerk te maken. Dit werd nog eens pijnlijk duidelijk toen kinderen tijdens de coronacrisis niet meer naar school konden. De leerkrachten die we de komende jaren zo hard nodig hebben om de sterk opgelopen achterstanden weg te werken, trekken weg naar goedkopere woongebieden. Juist de scholen met de leerlingen met de slechtste uitgangspositie gaan daardoor gebukt onder een lerarentekort.

Zowel om het aanbod van woningen te vergroten alsook om de bestaande woningvoorraad beter te benutten, zijn soms ingewikkelde keuzes nodig. We blijven inzetten op kwalitatief goede nieuwbouw, duurzame huizen in groene wijken met goede voorzieningen. Daarnaast zetten we in op het snel vergroten van het aanbod, zoals het creëren van woningen in leegstaande bedrijfspanden. Met een Gemeentelijk Woningbedrijf kopen we hiervoor leegstaand vastgoed op en woningen van corporaties die anders op de vrije markt zouden belanden. Ook kan de bestaande voorraad nog veel beter worden benut. We zorgen dat ouderen kunnen doorstromen naar kleinere woningen met passende voorzieningen. We gebruiken de enorme aantrekkingskracht van Amsterdam ook om ongelijkheid te bestrijden, door leerkrachten op scholen met de grootste tekorten voorrang te geven op een woning in de stad.

Programmapunten:

  1. Bij nieuwbouw krijgen bewoners uit de wijk voorrang op maximaal 25 procent van de woningen, zodat jongeren in de buurt waar ze opgegroeid zijn kunnen blijven wonen. We starten hiermee in wijken met veel kapitaalkrachtige nieuwkomers zoals Zuidoost, Noord en Nieuw-West.
  2. Voorrang is er ook voor de werknemers die de stad draaiende houden. We starten met leerkrachten die aan de slag gaan op de scholen met de grootste lerarentekorten. Deze krijgen ook voorrang in de bestaande voorrangsregeling voor corporatiewoningen.
  3. We gebruiken zo snel mogelijk de ruimte die de nieuwe landelijke regelgeving biedt om ook voor bestaande woningen in de hele stad een woonplicht in te voeren. Deze wettelijke mogelijkheden om een woonplicht in te voeren en oneigenlijk gebruik van woningen tegen te gaan moeten wel nog verder worden uitgebreid. Daar maakt Amsterdam zich sterk voor.
  4. Om te bouwen aan een diverse stad en om ook gezinnen in de stad te behouden, komen er voldoende grote woningen in alle drie de segmenten (sociaal, midden en duur) met een oppervlakte van rond de 80 vierkante meter en drie en vier kamers.
  5. Nieuwbouw en ombouw zetten we in voor de lagere en middeninkomens; de groepen die nu het moeilijkst aan nieuwe woonruimte komen. Door meer ruimte aan middeninkomens te geven, zullen ook sociale huurwoningen vrijkomen. We gaan daarom van een 40-40-20 verdeling bij nieuwbouw (40% sociale huur, 40% middenhuur en koop en 20% vrije sector huur en koop) naar een verdeling van 45-45-10. De middenhuureis vervalt niet na een bepaald aantal jaar maar is eeuwigdurend.
  6. Om de doorstroom te bevorderen, ontwikkelt de gemeente in samenspraak met de woningbouwcorporaties een passend aanbod voor ouderen. Ook krijgen wooncoöperaties voor en van ouderen ruim baan. Dit biedt ouderen de mogelijkheid om voordelig de overstap te maken naar een bij de (toekomstige) zorgbehoefte passende woning in de eigen buurt. Daarmee komen bovendien ruime woningen vrij voor gezinnen. De gemeente verhoogt de verhuiskostenvergoedingen die het gebruik van de doorstroomregelingen ondersteunen. Daarnaast pleiten we voor een landelijke woonruimteverdeling, zodat huurders zonder extra kosten en met behoud van wachttijd naar andere regio’s kunnen verhuizen.
  7. We houden woningcorporaties aan de afspraak om tot en met 2023 jaarlijks minstens 2500 nieuwe sociale huurwoningen te bouwen en geen woningen te verkopen in wijken waar het percentage sociale huur onder de 45 procent zakt. Deze afspraken zetten we voort na 2023 en we zorgen ervoor dat de gemeente beter kan toezien op de naleving van deze afspraak. We willen een stop op de verkoop van sociale huurwoningen zodra het landelijke beleid dat mogelijk maakt. Tot die tijd moet verkoop van sociale huurwoningen een uitzondering zijn.
  8. Om het fundamentele recht op wonen zo goed mogelijk te waarborgen, richten we een Gemeentelijk Woningbedrijf op. Deze organisatie speelt een actieve rol in het realiseren van genoeg betaalbare huurwoningen in de stad, onder andere door het opkopen van leegstaand vastgoed en woningen van corporaties die anders op de vrije markt zouden belanden.
  9. We verlagen de drempels voor de ombouw van kantoren en winkels naar woningen en het benutten van rest/rommelruimte voor nieuwbouw. Hierbij maken we ook ruimte voor tijdelijke en tiny woningen. Aan de tijdelijke woningen worden hoge eisen voor circulariteit gesteld. We nemen belemmeringen weg om de ruimte boven winkels weer bewoond te krijgen.
  10. We gaan discriminatie op de woningmarkt tegen door het opzetten van een campagne waarin we mensen oproepen discriminatie te melden bij het Meldpunt Discriminatie, door het ondersteunen van melders en door het handhaven bij verhuurders en bemiddelaars die zich schuldig maken aan discriminatie.
  11. We stimuleren coöperatieve initiatieven waar bewoners collectieve woonvormen ontwikkelen op basis van zelfbeheer en zelfbestuur. Over 20 jaar bestaat 10 procent van de woningvoorraad uit dit soort wooncoöperaties. Daartoe krijgen coöperatieve bewonersinitiatieven met gedeelde voorzieningen voorrang bij nieuwbouw en ombouw. Zeker ook voor groepen met een zorgvraag. Zolang banken zich met coöperaties geen raad weten, ondersteunen we deze vanuit een goed gevuld gemeentelijk wooncoöperatiefonds.
  12. We stimuleren ruim wonende Amsterdammers om iemand in huis te nemen. Bijvoorbeeld door tijdelijk een kamer te verhuren aan een jongere of een stadsgenoot die snel een woonplek nodig heeft door verlies van werk of als gevolg van een scheiding. Hiervoor bouwen we voort op de ervaringen met het programma ‘Onder de Pannen’ en kijken hoe we zowel de groep verhuurders als huurders kunnen verbreden. In Den Haag zetten we ons in voor het afschaffen van de kostendelersnorm. 
  13. Amsterdam maakt zich sterk voor afschaffing van financiële voordelen voor woningbezitters, die van grote invloed zijn op de verdeling van het gebruik van woningen en de leefbaarheid in Amsterdam.
  14. De gemeente verbreedt de prestatieafspraken met de in Amsterdam werkzame woningcorporaties naar velden waar de activiteiten van gemeente en woningcorporaties elkaar raken, zoals wijkaanpak, verduurzaming van de woningvoorraad, aardgasvrij maken, groenbeleid en armoedebestrijding.
  15. De gemeente gaat, samen met woningcorporaties, door met het aanbieden van voldoende woningen voor daklozen, ex-gedetineerden en mensen in een onveilige thuissituatie middels het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. We maken ook afspraken met de woningbouwcorporaties om de toewijzing van woningen aan kwetsbare en weerbaardere groepen beter over de gehele stad te spreiden om zo gemengde wijken te bevorderen.
  16. Amsterdam pleit landelijk voor de mogelijkheid om voor meer dan 90 procent van de woningen een maximale huur te bepalen. Het woningwaarderingsstelsel gaat gelden voor woningen met een waarde tot - om te beginnen - 250 punten. Ook bij kamergewijze verhuur moet de maximale huur door middel van een puntensysteem worden vastgelegd. De gemeente maakt hierover afspraken met het rijk. Vooruitlopend op een rijksbrede regeling koppelen we aan de reeds ingevoerde verhuurdersvergunning eisen voor onder andere de hoogte van de huur.
  17. In Amsterdam moeten alle woningen goed zijn onderhouden en gezond en veilig zijn. Ook drinkwater moet veilig zijn. Achterstallig onderhoud van huurwoningen (door corporaties en particuliere eigenaars) wordt aangepakt; de gemeente tolereert geen onveilige situaties voor bewoners.
  18. We zijn tegen het kraakverbod. We ontruimen niet voor leegstand. Bij de landelijke overheid pleiten we voor meer middelen om eigenaren van leegstaande panden aan te pakken. Met name leegstand van woningen moet snel en effectief door de gemeente kunnen worden bestreden.
  19. We zorgen ervoor dat er zowel binnen de bestaande bouw als bij nieuwbouw voldoende woningen zijn voor mensen met beperkingen, zoals rolstoelwoningen.
  20. We maken werk van het Recht op Stilte. Lawaai is inmiddels onderkend als een groot gezondheidsrisico. Daarom gaan we de regels aanpassen zodat er minstens twee dagen zijn waarop niet gebouwd wordt in een woonstraat indien de bouwactiviteiten géén woningen toevoegen aan het totale woningbestand maar alleen gericht zijn op het vergroten van het comfort van bestaande woningen.

Wat hebben we al bereikt?

  • Amsterdam heeft als eerste stad in Nederland de woonplicht voor nieuwbouwwoningen ingevoerd. Zo voorkomen we dat beleggers huizen opkopen om de prijs vervolgens zo op te drijven dat mensen met midden- of lage inkomens het niet meer kunnen betalen.
  • We maakten meer dan 50 miljoen beschikbaar in een leenfonds voor wooncoöperaties, zodat meer Amsterdammers collectief kunnen wonen, het gebouw en groen zelf beheren en soms ook collectief eigenaar zijn.
  • We bouwden jaarlijks recordhoeveelheden betaalbare woningen door de hele stad, gemiddeld 7500 per jaar, en maken met ontwikkelaars afspraken over de huurprijzen van die woningen. Ook zijn er afspraken met institutionele beleggers voor de bouw van 10.000 nieuwe middenhuurwoningen en er komen voor het eerst in 20 jaar weer meer sociale huurwoningen bij.
  • In Zuidoost is afgesproken dat er 10.000 nieuwe woningen komen, waarvan 7000 in het sociale en middeldure segment. Een kwart van de woningen is bestemd voor huidige bewoners van Zuidoost.
  • We gaven huurders van kamers meer rechten en steunden de lobby voor het reguleren van middelhoge huren.
Woonwijk in aanbouw met huiskraan op de achtergrond

1.2 We bouwen de complete stad

Voor ons Amsterdammers is de stad onmisbaar als plek voor ontmoeting, om sociaal en persoonlijk te groeien, om je economisch te ontplooien. Maar ook om je te laten troosten, steun te vinden, te kunnen ontspannen en je te laten inspireren. Amsterdam is al eeuwen een emancipatiemachine en moet dat blijven! Dat is het uitgangspunt bij alle inzet van GroenLinks voor de inrichting en ontwikkeling van de stad. Voor ons staat voorop dat iedereen in gelijke mate van die levendigheid, de kansen op ontwikkeling en de bijzondere ontmoetingen in de stad moet kunnen profiteren. Net zoals iedereen moet kunnen profiteren van een gezonde leefomgeving en goede luchtkwaliteit. Groei van de stad gaat niet om zoveel mogelijk huizen bouwen; het gaat om het samen maken van een stad. Daar horen ook scholen en theaters bij, ziekenhuizen en opvanglocaties, buurthuizen en sportvelden.

De afgelopen jaren investeerden we veel in fietsverbindingen. Waar de auto plaatsmaakt, zorgen we voor meer groen op pleinen en straten. We veranderden plekken die nu nog versteend zijn in groene wijken, met ruimte om te wonen en te ontspannen. Groen is essentieel voor onze gezondheid, voor licht en ruimte, voor biodiversiteit en voor de bescherming tegen klimaatverandering en hittestress. De stad gaat zich ontwikkelen naar een stad met meerdere centra. Met de net aangenomen Omgevingsvisie 2050 legde GroenLinks een stevige en breed ondersteunde basis voor de verdere doorontwikkeling naar een groene, duurzame, gemengde, inclusieve en complete stad en regio.

Dit is hoe de stad zich verder zal ontwikkelen. Verschillende stadsdelen met een aantrekkelijk centrum die goed verbonden zijn met de rest van de stad. Dit geldt in het bijzonder voor Weesp. We kiezen voor voorzieningen die horen bij een grote stad, zoals theaters, bibliotheken, winkelvoorzieningen in stadscentra in Noord, Nieuw-West en Zuidoost. Investeringen in openbaar vervoer zijn essentieel voor de compacte stad. Het is milieuvriendelijker om binnenstedelijk te bouwen omdat dit minder en schonere mobiliteit oplevert en betere manieren om met energie en afval om te gaan mogelijk maakt. Maar leefbaar is het alleen als verdichting en vergroening hand in hand gaan.

Samen met de omliggende gemeenten zorgen we voor een sterke en verbonden Metropoolregio Amsterdam (MRA). Beheer en ontwikkeling van de stad leggen we meer bij de Amsterdammers zelf. We geven ook ruim baan aan wooncoöperaties. Via de erfpacht houdt de gemeente grip op de stad, bijvoorbeeld door een anti-speculatiebeding tegen beleggers en het kunnen eisen van middeldure huur.

Programmapunten:

  1. Door slimme manieren van verdichten in de hele stad en in de naoorlogse wijken van Nieuw-West, Zuidoost en Noord vergroten we de aantrekkelijkheid. Eenzijdige bedrijventerreinen ontwikkelen we tot gemengde woon- en werkwijken. We ontwikkelen bruisende stadsbuurten, zoals Haven-Stad, het Schinkelkwartier en de noordelijke IJ-oevers.
  2. Tussen stadsdelen komen nieuwe aansluitingen, zoals de twee geplande bruggen over het IJ en een Schinkelbrug.
  3. We bouwen een complete stad in Haven-Stad en andere nieuwe wijken, met ruimte voor wonen, werken, groen en ontspanning. En zijn voldoende publieke voorzieningen zoals ontmoetingsplaatsen en onderwijs- en zorginstellingen. Er komen voldoende aantrekkelijke bedrijfsruimtes voor kleine lokale ondernemers. Adaptief bouwen is het uitgangspunt, zodat voorzieningen aangepast kunnen worden aan de behoeften in de buurt. We hebben oog voor de bestaande voorzieningen en sociale structuren.
  4. Met de verdichting houden we de groene buitengebieden en scheggen in stand; de groene vingers waarmee het landschap de stad binnenkomt. We bouwen niet in landelijk Noord en we bouwen niet in de bestaande hoofdgroenstructuur.
  5. We bevorderen het ontwerp en de bouw van woningen die relatief eenvoudig qua ruimte op- en afgeschaald kunnen worden. Horizontaal of verticaal op- en afschakelen moet technisch mogelijk worden waardoor het doorstroomvraagstuk verkleind wordt.
  6. De kwaliteit van de groene buitengebieden en scheggen wordt verbeterd. We kiezen voor een omschakeling naar kringlooplandbouw, het tegengaan van bodemdaling en het herstel van biodiversiteit. De aansluiting van de scheggen op de verschillende stedelijke kernen wordt verbeterd. Langs de randen van de Amstelscheg, het Amsterdamse Bos en de Noorder IJplas maken we aantrekkelijke verblijfs- en recreatieplekken. De Tuinen van West zijn daarvan een mooi bestaand voorbeeld.
  7. Voor de herontwikkeling van winkelcentra zoals Amsterdamse Poort in Zuidoost, zetten we in op ‘sociale winkelstraten’. Daartoe bieden we sociale firma’s passende huurprijzen die de sociale impact en de kostenbesparingen voor uitkeringen, sociale steun, etc. weerspiegelen.
  8. We zetten ons in om de stedelijke en economische kwaliteit van kernen in de regio zoals Almere, Zaandam, Purmerend en Hoofddorp te ondersteunen, met samenwerkingen via voorzieningen zoals het hoger onderwijs en culturele instellingen. Bovendien bewegen Amsterdam en de regio zich meer naar elkaar toe door woningbouw en werkgelegenheid te concentreren rond de stations.
  9. Dankzij publieke investeringen in een mooiere, bereikbare en leefbare stad stijgen ook de huizenprijzen. Deze investeringen worden mogelijk gemaakt door de OZB en erfpacht. De gemeente verhoogt het OZB-tarief naar het gemiddelde van de vier grote steden.
  10. De erfpacht moet kunnen meebewegen met de prijsontwikkelingen in de stad en kan daarom niet meer eeuwigdurend afgekocht worden. We vormen het voortdurende erfpachtstelsel om naar een systeem van Community Wealth Return. Zo vloeit gerealiseerde waardestijging terug naar de lokale gemeenschap zonder dat huidige bewoners plots met kostenstijgingen worden geconfronteerd. Eigenaars die hun woning sociaal verkopen betalen dus minder.
  11. We koesteren de volkstuinen omdat het belangrijke groene plekken in de stad zijn waar biodiversiteit en sociale samenhang hand in hand gaan. Door betere voorzieningen blijven ze duurzaam en behouden voor de toekomst. Tegelijk worden ze toegankelijk voor alle Amsterdammers.
  12. We beschermen en behouden het bestaande groen in de stad, ook in binnentuinen. We gaan verharding tegen en groene daken zijn het uitgangspunt bij nieuwbouw. We zorgen dat de bouwwoede de leefbaarheid en betaalbaarheid niet verder onder druk zet.
  13. Nieuwe wijken moeten voldoen aan de groen- en sportnormen. In de opwarmende stad is groen van levensbelang. Iedere Amsterdammer heeft recht op groen op maximaal vijf minuten lopen van de woning. We investeren in het uitbreiden en verbeteren van openbaar groen.
  14. Leegstand is onacceptabel in een drukke stad waar veel mensen een woning zoeken. Leegstaande kantoren die niet voldoen aan de huidige eisen worden omgebouwd of (duurzaam) gesloopt en hergebruikt, zodat de ruimte vrijkomt voor andere doeleinden.
  15. We zorgen voor een zo optimaal mogelijk gebruik van de schaarse ruimte, zowel in de ondergrond als op daken. Daken worden gebruikt voor groen, energieopwekking (zoals zonnepanelen) en waterberging.
  16. Nieuwe en bestaande gebouwen krijgen een grondstoffenpaspoort, waarin omschreven staat welke grondstoffen ze bevatten, zodat deze makkelijk weer hergebruikt kunnen worden. Nieuwbouw wordt circulair gebouwd, waarvan een aanzienlijk deel met houtbouw.
  17. We bevorderen een CO2-neutrale werkwijze zonder fossiele brandstoffen door bouw- en onderhoudsbedrijven in Amsterdam. Dieselaggregaten worden vervangen door duurzamere oplossingen.
  18. Regels die verduurzaming van (bestaande) woningen in de weg staan, worden beoordeeld op hun praktische toepasbaarheid. Dit geldt bijvoorbeeld voor regelgeving over gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden. Daarbij maken we een integrale afweging waarbij behoud van erfgoed en verduurzaming en verdichting hand in hand gaan.
  19. We herstellen de kades en bruggen. Waar mogelijk via renovatie, waar nodig via vernieuwing. Bij vernieuwing grijpen we kansen tot verduurzaming, zoals het plaatsen van WKO’s (Warmte-Koude opslagen) in de nieuwe kades. Kwetsbare delen beschermen we door deze af te sluiten voor (zwaar) gemotoriseerd verkeer. We beschermen waar mogelijk groen, en creëren na vernieuwing fietsvoorzieningen en verdere vergroening.
  20. In de afsprakenbrieven met ontwikkelaars en bij gronduitgifte nemen we voorwaarden op om een deel (bijvoorbeeld 20%) van de arbeidsplaatsen in de bouw te laten invullen door werkzoekenden uit het betreffende stadsdeel en/of andere delen van Amsterdam.
  21. Nieuwe wijken worden toekomst- en klimaatbestendig opgezet in houtbouw met flexibele, configureerbare, stapelbare, schakelbare, betaalbare, drijfbare, snel realiseerbare, duurzame, CO2 oplossende houtbouw.
  22. In gebieden waar de druk op de openbare ruimte groot is, worden straatschoonmakers met een vast werkgebied ingezet. Deze buurtbutlers hebben dus dagelijkse binding met bewoners, ondernemers en bezoekers van het gebied. Ze dragen daarmee bij aan de sociale samenhang in de buurt, het signaleren van gebreken of problemen in de buurt en ondersteunen daarmee tevens de gebiedsteams.

Wat hebben we al bereikt?

  • De Omgevingsvisie en de Groenvisie zijn langetermijnplannen die laten zien hoe onze stad eruitziet in 2050: veel nieuwe woningen, met veel groen, voorzieningen en bruisende stadskernen in Noord, Zuidoost en Nieuw-West, zodat de stad meer in balans is, en cultuur en voorzieningen dichtbij voor iedereen.
  • We hebben de stad op veel plekken beter bestand gemaakt tegen heftige stormen, hoosbuien of hete zomers. Zo komen er klimaatbestendige nieuwe wijken met veel groen, zoals op Strandeiland, Amstel III en Amstelkwartier.
  • Sixhaven wordt samen met bewoners vergroend en we zijn bezig een nieuw stadspark aan te leggen boven op de Gaasperdamtunnel. Dit is een voorbeeld van hoe we groen in de stad creëren op onverwachte plekken.
  • Het terrein van de voormalige NDSM-werf wordt komende jaren radicaal vergroend, en er komt meer ruimte voor sportvoorzieningen. Daarbij wordt ingezet op behoud van het ruige karakter van het NDSM met bruisende culturele projecten.
  • We hebben Vrije Ruimte gecreëerd voor groen en cultuur op ‘t Groene Veld en in Sixhaven in Noord.
  • Na een discussie van meer dan 100 jaar met het Rijk is er nu overeenstemming over twee bruggen over ’t IJ en een voetgangerstunnel.
  • We hebben ons ingezet voor maatregelen die de schadelijke effecten van bouwwoede en onderkeldering in de binnentuinen beperken voor omwonenden, en voor de afwatering in de stad.

1.3 Geen mens op straat in Amsterdam

In Amsterdam staat menselijke waardigheid centraal. De stad ontvangt mensen met open armen, biedt ze een steuntje in de rug of opvang en ondersteuning als ze dat nodig hebben. Het gaat ons niet om papieren of afkomst, maar om de vraag: wat heeft iemand nodig om hun eigen pad te kunnen volgen?

Sociale grondrechten zijn onvoorwaardelijk. Mensen bijstaan in moeilijke tijden is onze plicht. Amsterdam biedt vele vormen van maatschappelijke opvang voor allerlei verschillende groepen. Voor mensen die wel of niet officieel ‘rechthebbend’ zijn, voor mensen die zorg en begeleiding nodig hebben, voor economisch daklozen, voor mensen met en zonder papieren, voor mensen uit allerlei hoeken van de wereld. Verschillende formele en informele organisaties in de stad werken samen om al die mensen die een beroep op ons doen het beste te bieden.

Amsterdam doet veel en toch is het niet genoeg. Het aantal daklozen in Nederland is de afgelopen tien jaar verdubbeld, dankzij bewust beleid van rechtse kabinetten. Steeds meer mensen kloppen bij de gemeente aan voor hulp. Ze komen op straat te staan als gevolg van landelijke wet- en regelgeving, zoals de kostendelersnorm (een verlaging van de bijstand als je samenwoont), het schrijnende tekort aan betaalbare woningen, de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg en het steeds duurder worden van het dagelijks levensonderhoud. Het falende landelijke asielsysteem houdt mensen gevangen in een soort niemandsland van rechteloosheid en maakt mensen kwetsbaar voor uitbuiting. De verschillende soorten opvanglocaties in Amsterdam zitten vol en de wachtlijsten worden alleen maar langer. Het adagium ‘in Amsterdam slaapt niemand op straat’ is steeds moeilijker overeind te houden als gevolg van het falende landelijke beleid.

Maar Amsterdam wil niet machteloos toekijken. Dat past niet bij onze stad. Daarom gaan we door met het bieden van voldoende opvang, begeleiding en ontwikkelperspectief. Van buiten slapen en zwerven van plek naar plek worden mensen vaak ziek en kwetsbaarder. We weten dat het hebben van een dak boven je hoofd de nodige stabiliteit biedt en de eerste belangrijke stap is op weg naar sociaal, lichamelijk en/of geestelijk herstel. Het biedt de noodzakelijke rust om te werken aan een eigen toekomstperspectief, waarin ook dagbesteding en werk uiteindelijk nodig zijn om (geestelijk) gezond te blijven. Het bieden van opvang, begeleiding en ontwikkelperspectief aan hen die op onze deuren kloppen, blijft voor ons dan ook prioriteit.

Amsterdam is een barmhartige stad. Maar het bieden van een dak boven het hoofd, van hulp en zorg, is geen kwestie van barmhartigheid. Dat is een kwestie van rechtvaardigheid en menselijke waardigheid.

Programmapunten

  1. In Amsterdam slaapt niemand op straat. De winterkoudeopvang (die enkel open is als het vriest) verdwijnt en in plaats daarvan wordt in de wintermaanden onbeperkt opvang geboden voor iedereen die anders buiten moet slapen, ongeacht afkomst en het al dan niet beschikken over de benodigde papieren. Daarnaast worden de permanente (365 dagen per jaar) opvangplekken aan de Transformatorweg, voor dak- en thuislozen die geen toegang hebben tot de reguliere maatschappelijke opvang, uitgebreid. In plaats van met vaste verblijfstermijnen te werken wordt hier maatwerk geboden, waarvan ook begeleiding en ontwikkelperspectief onderdeel uitmaken. Bij het organiseren van opvang is speciale aandacht voor specifieke doelgroepen zoals vrouwen, jongeren en LHBTIQ+ personen.
  2. Er komt een mogelijkheid om zeer kwetsbare vluchtelingen zoals (jonge) LHBTIQ+ers en trans personen gescheiden op te vangen op een veilige opvanglocatie.
  3. De gemeente investeert meer in onafhankelijke cliëntondersteuning van dak- en thuislozen. Zij krijgen zo betere begeleiding om hun weg te vinden binnen ‘het systeem’. Vluchtelingen en ongedocumenteerden krijgen een eigen vertrouwenspersoon toegewezen, bijvoorbeeld via Vluchtelingenwerk. Ook komt er een ombudspersoon voor vluchtelingen en ongedocumenteerden.
  4. De gemeente draagt zorg voor het behouden en verder ontwikkelen van adequate kennis over staatloosheid, de juiste en volledige voorlichting van staatlozen, en een snelle en accurate registratie van staatlozen binnen de BRP. Voor meer transparantie betreffende de staat van staatloosheid in Amsterdam geeft de gemeente tevens de cijfers van het aantal personen in de BRP-categorie ‘staatloos’ en ‘nationaliteit onbekend’ (naar leeftijd) publiekelijk vrij. Tenslotte houdt de gemeente tevens rekening met een gebrek aan documentatie van ongedocumenteerden met een vluchtelingenachtergrond die zich bij de balie melden voor een geboorteaangifte en erkenning van het kind.
  5. Er komt meer tijdelijke huisvesting voor economisch daklozen. Initiatieven als ‘Onder de Pannen’ worden toegankelijker gemaakt door de voorwaarden te versoepelen. Om zo langer dan een jaar onderdak te kunnen bieden en meer maatwerk te bieden bij uitzonderingen op de kostendelersnorm zolang deze nog niet is afgeschaft.
  6. Amsterdam spreekt uitzendbureaus en werkgevers aan op wangedrag richting Europese werknemers wanneer deze bij het verliezen van werk op straat worden gezet. Europese dak- en thuislozen die in Amsterdam aankloppen, worden geholpen bij het vinden van (nieuw) werk in (de regio) Amsterdam en krijgen hulp bij het vinden van de juiste zorg en opvang.
  7. In de samenwerkingsafspraken met de woningcorporaties wordt blijvend ingezet op het beschikbaar stellen van woningen voor kwetsbare groepen in alle wijken, om te zorgen dat de uitstroom uit de maatschappelijke opvang sneller op gang komt. 
  8. De wachtlijstbegeleiding van dak- en thuislozen via de buurtteams wordt structureel gefinancierd en de samenwerking met onafhankelijke cliëntondersteuning en ervaringsdeskundigheid wordt daarin beter vormgegeven.
  9. De 24-uursopvang voor ongedocumenteerden blijft bestaan, ongeacht of het kabinet de Landelijke Vreemdelingen Voorziening voortzet. De maximumtermijn voor opvang van anderhalf jaar wordt losgelaten en in plaats daarvan wordt maatwerk geboden. Ongedocumenteerden krijgen bij instroom in de opvang direct een casemanager die iemand gedurende de hele opvang bijstaat, los van welk traject iemand ingaat en of dit tussentijds verandert. De opvang wordt meer ‘doelgroep-gericht’ ingericht, zodat specialistische kennis van begeleiding van en voor bepaalde groepen gebundeld wordt. De gemeente zorgt ook voor voldoende opvang- en begeleidingsplekken voor ongedocumenteerden die niet toegelaten worden tot de LVV-pilot. DT&V speelt een rol op afstand binnen het Amsterdamse programma ongedocumenteerden.
  10. Amsterdam gaat, samen met de andere steden die opvang voor ongedocumenteerden aanbieden, monitoren op welke punten mensen vastlopen in het asielsysteem. Onafhankelijke cliëntondersteuners bieden input. Deze knelpunten worden gebundeld en onder de aandacht van de landelijke overheid gebracht en er wordt gepleit voor structurele oplossingen. Hieruit moeten maatwerkoplossingen voortkomen voor specifieke groepen ongedocumenteerden.
  11. Er komt meer voorlichting over het gegeven dat mensen die ongedocumenteerd zijn, ook recht hebben op medisch noodzakelijke zorg. Amsterdam creëert een fonds waaruit zorg die buiten het basispakket valt, vergoed kan worden voor ongedocumenteerden. Specifieke aandacht gaat uit naar mondzorg. Amsterdam pleit voor landelijke opvang en zorg voor ongedocumenteerden met een (ernstige) psychische of somatische hulpvraag. In Amsterdam wordt de Medisch Opvang Ongedocumenteerden (MOO) gecontinueerd.
  12. Het systeem van ‘regiobinding’ waarbij elke dak- of thuisloze of ongedocumenteerde wordt opgevangen in hun eigen regio, werkt niet. Amsterdam pleit daarom bij de landelijke overheid en de VNG voor een beter systeem van landelijke dekking van opvang en uitstroom met bijbehorende financiering. Zodat Amsterdam bijvoorbeeld mensen kan opvangen die uit kunnen stromen naar een woning in een andere regio. Zo lang dit nog niet geregeld is, wordt de ‘warme overdracht’ naar andere regio’s verbeterd. Mensen worden niet langer van het kastje naar de muur gestuurd.
  13. Amsterdam lobbyt intensief voor een generaal pardon voor groepen ongedocumenteerden die al lang in Nederland verblijven en een arbeidsmigratieverleden hebben of uit een voormalige Nederlandse kolonie komen. Hierbij besteden we specifiek aandacht aan de steeds zichtbaar wordende groep oudere Surinaams-Amsterdamse ongedocumenteerden, wiens situatie schrijnend is.
  14. De gemeente gaat met Amsterdamse universiteiten, hbo’s en mbo’s in overleg om het financieel en administratief mogelijk en makkelijker te maken voor ongedocumenteerde jongeren om ook na hun 18e te kunnen studeren.
  15. Amsterdam experimenteert met het toekennen van werkvergunningen of dienstenvouchers voor ongedocumenteerden die in de stad werken. Met deze werkvergunningen worden ongedocumenteerden beter beschermd tegen uitbuiting. Ook het doen van cursussen en vrijwilligerswerk wordt mogelijk gemaakt voor ongedocumenteerde mensen die verblijven in de opvang. Zij krijgen zelf een grotere stem bij de invulling hiervan. Amsterdam richt een Stoutfonds op om eventuele boetes te betalen die bedrijven krijgen wanneer zij ongedocumenteerden volwaardig (vrijwilligers)werk aanbieden.
  16. Er komt een stadspas voor alle Amsterdammers, ook voor mensen die geen papieren hebben. De stadspas biedt verschillende mogelijkheden voor verschillende groepen. Bijvoorbeeld de toegang tot of korting op (publieke) voorzieningen zoals de bibliotheek en als identificatiemiddel bij de politie, gemeente of zorg. De mogelijkheden worden bedacht in samenwerking met de verschillende doelgroepen van de stadspas.
  17. In de samenwerkingsafspraken met de woningcorporaties wordt blijvend ingezet op het beschikbaar stellen van woningen voor kwetsbare groepen in de wijken. Zo komt de uitstroom uit de maatschappelijke opvang sneller op gang. 

Wat hebben we al bereikt?

  • We bieden opvang en begeleiding aan 500 mensen zonder papieren. De opvang werd 24-uurs en voor meer mensen dan ooit. En we blijven een lobby voeren op het verbeteren van de asielprocedure zodat minder mensen tussen wal en schip belanden en ongedocumenteerd raken.
  • We bieden eindelijk permanente opvang tijdens de wintermaanden.
  • Er kwamen extra 24-uursplekken bij, het hele jaar door, voor daklozen die eerder geen recht hadden op opvang in Amsterdam.
  • De gemeente start op initiatief van GroenLinks met een pilot om het voor dakloze mensen makkelijker te maken een briefadres te krijgen voor belangrijke post en voorzieningen van de overheid.
  • Tijdens de lockdowns vingen we iedereen op, ongeacht papieren. GroenLinks bleef aandacht vragen voor de noodzaak van die noodopvang. Niemand zou op straat moeten slapen, en al helemaal niet tijdens een pandemie.
  • Er kwam meer geld voor onafhankelijke cliëntondersteuning voor dak- en thuisloze mensen.
  • Er zijn tijdelijke woonruimtes bijgekomen voor vrouwen in onveilige situaties, en we pleiten voor concrete aanpassingen bij de reguliere opvang zodat deze ook voor vrouwen als een veilige plek voelt.