5.1 Participatie: eerlijk, inclusief en democratisch

De stad is van iedereen en die stad maken we samen. De afgelopen jaren hebben we volop geëxperimenteerd met nieuwe democratische instrumenten zoals buurtbudgetten, buurtrechten en loting. We hebben ook de referendumverordening, het participatiebewijs en het stadsdeelstelsel flink gemoderniseerd. Dat deden we samen met Amsterdammers. We hebben actief gezocht naar de beste manieren om de betrokkenheid en invloed van burgers op de besluitvorming te versterken.

We hebben daarvan onder andere geleerd dat we helder moeten zijn over wat mensen kunnen verwachten van inspraak, en dat we in de beginfase duidelijk moeten aangeven wat er wel en niet mogelijk is. Deze lessen hebben een sterk fundament gelegd voor het nieuwe participatiebeleid van het college. De komende jaren zetten we deze lijn door in de hele stad. We maken de vernieuwende praktijk zichtbaarder en breder toegankelijk voor iedereen.

De centralisering van beleid en politieke besluitvorming maakte dat er beperkte slagkracht op stadsdeelniveau was. De positie van de stadsdelen moet worden versterkt. De voorgestelde herziening van het stelsel is een stap in de goede richting, maar we moeten blijven nadenken over hoe het nog beter kan. De buurt moet weer een levendige democratische ruimte worden. Een plek waar mensen van verschillende achtergronden met elkaar in gesprek gaan, waar bewonersorganisaties floreren en buurtbewoners samen met de gemeente plannen voor de buurt maken. Wij willen dat inwoners ervaren dat de gemeente voor hen klaarstaat, naar hen luistert én aan hen de regie biedt over hun eigen leefomgeving.

In onze ogen zijn gemeentelijke plannen en projecten pas succesvol als alle bewoners en andere belanghebbenden vroegtijdig betrokken worden bij plannen die hun woon- en leefomgeving (direct of indirect) raken, en hun stem zwaar meeweegt bij de besluiten die genomen worden. Dat betekent dat de gemeente nog meer moet investeren om bewoners te informeren, te raadplegen en hun mening en ideeën te horen. Een mooi voorbeeld hiervan is de aanpak bij de herinrichting van de Frans Halsbuurt, waar de buurt actief betrokken werd bij het hele ontwerpproces om de buurt groener en leefbaarder in te richten.

We zien dat de drempel om volwaardig hun stem te laten te horen voor veel inwoners nog te hoog is. Dat vraagt om een verandering in de werkwijze van gemeentelijke directies en ambtenaren. De leefwereld van de Amsterdammer moet centraal komen te staan, de systeemwereld is faciliterend. De slagkracht en kwaliteit van de ambtelijke organisatie op het gebied van participatie moet daarom nog verder toenemen en in alle delen van de organisatie ingebed zijn. Zo maken we de participatie van burgers nog eerlijker, inclusiever en democratischer.

Programmapunten

  1. We gaan voortvarend aan de slag met het nieuwe beleid op het gebied van buurtrechten en participatie dat we de afgelopen periode hebben ingezet. Nieuwe democratische instrumenten worden op grotere schaal en in meer gebieden ingezet. Bijvoorbeeld buurtrechten, buurtbudgetten, buurtbegrotingen, coöperatieve burgerinitiatieven (commons), het volksinitiatief, referenda, loting, burgerfora en -beraden, en ruimte voor initiatief (zoals Ma.ak020 met Maakbanken). We gebruiken deze nieuwe instrumenten om iedereen meer zeggenschap te geven over wat er in hun buurt en stad gebeurt, in het bijzonder inwoners die moeilijkheden ervaren bij bestaande vormen van participatie. We zetten in op constructieve samenwerking tussen burgerinitiatieven, verenigingsleven en professionele organisaties evenals de ambtelijke organisatie.
  2. De afgelopen periode zijn buurtbudgetten succesvol ingezet in alle stadsdelen en is een Amsterdams beleidskader buurtbudgetten ontwikkeld. We maken buurtbudgetten structureel onderdeel van de gemeentelijke werkwijze en bereikbaar voor alle Amsterdammers. We zetten in op de mogelijkheid buurtbegroten (als mogelijke doorontwikkeling) in te voeren.
  3. Bij alle gemeentelijke projecten en plannen worden bewoners en ondernemers vroegtijdig betrokken en in de gelegenheid gesteld maximale invloed uit te oefenen. In de afgelopen periode is in het nieuwe participatiebeleid vastgelegd dat voorafgaand aan ieder project of plan beschreven moet worden op welke wijze Amsterdammers betrokken worden en welke ruimte beschikbaar is voor participatie. Dit beleid wordt structureel uitgevoerd.
  4. We streven naar het instellen van een ‘Bewoners Effect Rapportage’ (BER). De BER houdt in dat het bewonersperspectief verplicht onderdeel wordt van de beoordeling van de aanvraag van een omgevingsvergunning of bij het traject van bestuurlijke besluitvorming over projecten die gevolgen hebben voor bewoners. Het is een instrument dat toegepast moet worden bij de grotere projecten (bouw, infrastructuur) waarbij verwacht kan worden dat belangen van omwonenden worden geraakt.
  5. De gemeente informeert bewoners actiever en biedt ondersteuning aan mensen die drempels ervaren om deel te nemen aan participatie, initiatieven en zelforganisaties in de buurt. Dat doen we door te investeren in begrijpelijke taal voor iedereen, ook in het Engels, met een tegemoetkoming in gemaakte kosten (zoals reiskosten) voor mensen met een krappe portemonnee en deskundige gespreksbegeleiding. Bijzondere aandacht is er voor deelname van mensen met een lichamelijke, psychosociale of visueel- auditieve uitdaging en voor anderstaligen.
  6. Ook de dienstverlening van de gemeente wordt toegankelijker en gebruiksvriendelijker. De gemeente zorgt dat zij zelf persoonlijk, laagdrempelig en in begrijpelijke taal in gesprek gaat met haar inwoners. We investeren in bewustwording, capaciteit en training voor ambtenaren. Maar ook in de vertaling van alle gemeentelijke berichtgeving voor blinden en slechtzienden, doven en slechthorenden en laaggeletterden.
  7. Om de representatie te verbeteren brengt de gemeente bij alle participatieplannen eerst alle bevolkingsgroepen, bewonersperspectieven, buurtcollectieven en andere belanghebbenden in kaart. Hierbij wordt extra aandacht besteed aan het bereiken van kwetsbare groepen die veelal minder zichtbaar zijn. Op basis hiervan maakt de gemeente elke keer een participatieplan dat ervoor zorgt dat de stemmen van alle betrokkenen gehoord worden. Bij besluitvorming kan de gemeente hier een verantwoording van presenteren.
  8. Er komt een stedelijke participatieraad: een groep van actieve bewoners en onafhankelijke participatie-experts die gevraagd en ongevraagd advies geeft aan het college over de (systeem-)verbetering van participatie in actuele praktijksituaties. Bewoners(groepen) kunnen klachten over mogelijk misgelopen participatietrajecten bij de participatieraad neerleggen.
  9. Stadsdeelcommissies krijgen meer bevoegdheden en budgetrecht, zoals opgenomen in het nieuwe stelsel. Het uitgangspunt blijft: alles wat op stadsdeelniveau opgelost kan worden, moet daar ook worden opgelost. Daarom blijven we lobbyen bij de landelijke overheid om te zorgen dat stadsdeelcommissies weer voldoende bevoegdheden krijgen om uitdagingen dicht bij de bewoners op te lossen.
  10. vDe inspraak en zeggenschap in de stadsdelen wordt versterkt. Op stadsdeelniveau en op buurtniveau zetten we gelote burgerpanels op om inwoners een adviserende en - indien daartoe gemandateerd door het democratisch gelegitimeerd orgaan - beslissende rol te geven bij de oplossing van problemen die aangepakt moeten worden. We verwelkomen het voorstel om gelote inwoners onderdeel te laten vormen van de stadsdeelcommissie en het initiatief voor kiesrecht vanaf 16 jaar.
  11. Jongeren vanaf 14 jaar moeten gelijkwaardig kunnen meedoen en meestemmen bij alle democratische instrumenten. Er komt meer ruimte voor jongeren om een stempel te drukken op (de plannen voor) hun buurt en de stad. Participatie door jongeren en kinderen wordt een structureel onderdeel van gemeentelijke processen. Hiervoor wordt structureel geld vrijgemaakt. Bij elk participatieproces wordt vooraf beschreven op welke wijze jongeren betrokken worden.
  12. Wij vergroten het eigenaarschap van de burger bij het wel en wee van de stad door de ambtelijke organisatie te herstructureren opdat vormen van buurtgericht werken dicht bij de burger ontstaan, met vaste gezichten. Daarvan wordt alleen afgeweken als het niet anders kan en buurtgericht werken aantoonbaar in alle opzichten inefficiënt is. De kennis en ervaring die wordt opgedaan met (participatie)processen waarbij zeggenschap wordt gedeeld met, of overgedragen aan bewoners en andere belanghebbenden, wordt verzameld en actief gedeeld. Dit wordt bewaakt en gefaciliteerd door een team Democratisering dat vertegenwoordigd is op stedelijk niveau en in de stadsdelen. Er wordt een plan gemaakt om het institutionele geheugen van de ambtelijke organisatie te versterken, zodat we niet afhankelijk zijn van externe deskundigen. De gemeente zorgt ervoor dat ambtenaren zich structureel kunnen blijven ontwikkelen op het gebied van participatie, waarbij zeggenschap wordt gedeeld met of overgedragen aan bewoners en andere belanghebbenden.
  13. Op alle domeinen van het gemeentelijk beleid kijken we verder hoe de zeggenschap vergroot kan worden. Bijvoorbeeld in de zorg, voor werknemers en in de dienstverlening van de gemeente.
  14. Een responsieve en open overheid omarmt burgers die melding maken van fouten in de uitvoering van beleid. Het is van groot belang dat deze fouten snel bekend worden zodat hierop geacteerd kan worden. Door een speciaal Meldpunt Overheidsmissers, dat verankerd is in de ambtelijke organisatie, in de stadsdelen te openen, voorkomen we dat burgers vastlopen in de ambtelijke molens en krijgen bestuurders sneller de kans het beleid indien nodig aan te passen. Dit Meldpunt werkt nauw samen met de Ombudsman.
  15. We zetten in op digitale mogelijkheden om dialoog en participatie in de stad te versterken. Die mogelijkheden gebruiken we ook voor communicatie vanuit de gemeente en om openbaarheid aan te jagen en te stimuleren (in afwachting van de nieuwe Wet Open Overheid). De gemeente gebruikt de kennis en ervaring van Amsterdammers bij het vinden van kansen en oplossingen in de digitale wereld, bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van interactieve websites, en zorgt dat deze intern beschikbaar is, bijvoorbeeld via het voortzetten van ‘Open Stad’.

Wat hebben we al bereikt?

  • In alle stadsdelen zijn buurtbudgetten ingevoerd waarmee inwoners hun eigen sociale en groene initiatieven voor hun buurt kunnen bedenken en uitvoeren. In 2020 hebben 230.000 Amsterdammers gestemd over in totaal ruim 700 voorstellen.
  • Er komt een burgerberaad van 100 inwoners uit Amsterdam en Weesp, die een afspiegeling zijn van de stad. Zij gaan met hulp van experts extra maatregelen bedenken om de klimaatdoelstellingen te halen. Het stadsbestuur neemt deze maatregelen over.
  • Amsterdammers worden beter meegenomen in het bedenken en uitvoeren van beleid, dankzij de Agenda voor Democratische Vernieuwing. Iedereen vanaf 12 jaar mag meedenken en stemmen, en dat kan allemaal gewoon online.
  • Op initiatief van GroenLinks vermelden beleidsstukken duidelijk hoe inspraak mogelijk is of heeft plaatsgevonden.
  • Kleinschalige maatschappelijke initiatieven worden beter ondersteund door een laagdrempelige en anti-bureaucratische subsidieregeling en een platform waar ze hun waarde zichtbaar kunnen maken (Wij Amsterdam en MAEX).
  • Met het vernieuwde bestuurlijke stelsel is de lokale democratie versterkt. Stadsdeelcommissies hebben weer een controlerende en kaderstellende taak. In elk stadsdeel gaat een panel met ingelote inwoners het stadsdeelbestuur periodiek adviseren.

5.2 Een toegankelijke en veilige digitale stad

De digitale en fysieke wereld zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De telefoon wijst Amsterdammers de kortste route door de stad. We kunnen online meebeslissen over de herinrichting van de buurt. Het integreren van de digitale in de fysieke wereld biedt ons fantastische voordelen. Nog lang niet alle Amsterdammers hebben toegang tot internet en andere digitale toepassingen. GroenLinks wil dat de voordelen van digitalisering veilig, toegankelijk en bruikbaar zijn voor alle Amsterdammers.

Maar er zijn ook zorgen. De digitale wereld biedt ons veel moois, maar leidt ook tot ook cybercriminaliteit, privacyschendingen en algoritmes die kunnen leiden tot institutioneel racisme. Daarom is het hoog tijd dat de overheid de digitale wereld, net als de fysieke wereld, meer gaat reguleren. GroenLinks wil dat Amsterdam de voordelen van technologie benut voor een inclusieve, sociale en duurzame stad en tegelijk de negatieve effecten van digitalisering zoveel mogelijk bestrijdt.

Amsterdam heeft de unieke kans om een voorbeeld te zijn op het gebied van digitalisering. Dat betekent dat Amsterdam privacy beschermt en zorgvuldig omgaat met data en algoritmes. Dankzij GroenLinks heeft Amsterdam bijvoorbeeld een ‘vergeet-me-knop’ ingevoerd, waarmee burgers de gemeente kunnen vragen om hun digitale informatie bij gemeentediensten te wissen. Maar een voorbeeld zijn betekent óók belangrijke keuzes durven maken. Over de zeggenschap van burgers over hun eigen data, maar ook over de bewegingsvrijheid van techmonopolisten, zoals Airbnb en Uber.

Toegang tot de digitale samenleving is een grondrecht en een collectieve verantwoordelijkheid. Maar net als in de fysieke wereld is er ook in de digitale wereld ongelijkheid, en veel mensen hebben geen toegang tot de online wereld. GroenLinks wil dat de voordelen van digitalisering veilig, toegankelijk en bruikbaar zijn voor alle Amsterdammers.

Programmapunten

  1. We zetten ons in voor technologie die bijdraagt aan duurzaamheid, leefbaarheid en sociale verbinding. De innovatieve, creatieve industrie en ICT is een zeer belangrijk onderdeel van de economie van Amsterdam. Uitgangspunt is altijd het maatschappelijk probleem dat we willen aanpakken. Daar kiezen we de best passende technologische oplossing bij. Denk aan meetapparatuur voor luchtvervuiling of een app voor digitale participatie.
  2. Toegang tot de digitale wereld, maar ook een leven zónder digitalisering zijn fundamentele rechten voor Amsterdammers. De gemeente classificeert internet als een publieke nutsfunctie maar garandeert ook het recht van burgers op menselijk contact bij interactie met de gemeente.
  3. Amsterdammers kunnen zich zoveel mogelijk onbespied en anoniem bewegen in de fysieke en digitale (openbare) ruimte. We breiden de meldplicht voor sensoren uit naar een vergunningssysteem waarbij voorwaarden worden gesteld voor dataverzameling in de openbare ruimte. De gemeente gebruikt geen biometrische surveillance technieken zoals gezichtsherkenningssoftware.
  4. Digitalisering mag niet leiden tot ongelijkheid of segregatie. Systemen van de gemeente die op basis van een algoritme besluiten maken, laten we vooraf, tijdens en na ontwikkeling testen op ethische principes zoals integriteit, discriminatie en vooroordelen. Algoritmes die deze toets niet doorstaan, worden direct buiten werking gesteld en vervangen door een back-up systeem.
  5. We halen digitale ongeletterdheid uit de taboesfeer en geven bewoners die moeite hebben met digitalisering gratis hulp. Zij krijgen cursussen, een loket voor vragen, en als zij dat nodig hebben ook gratis (toegang tot) apparatuur, software en internet. 
  6. In de online omgeving van de gemeente wordt een ‘stopknop’ ingevoerd. Burgers die vastlopen in een geautomatiseerd proces (bijvoorbeeld doordat een formulier geen rekening houdt met bijzondere omstandigheden) kunnen maatwerk aanvragen door het indrukken van deze knop.
  7. Amsterdam breidt de toegang tot gratis en veilig internet uit naar meer plekken in de stad, waaronder openbare gebouwen en drukbezochte locaties, zoals bibliotheken, (metro)stations en gemeentelijke gebouwen.
  8. We werken aan een publieke digitale infrastructuur, bijvoorbeeld om burgerinitiatieven te ondersteunen en voor de ontwikkeling van niet-commerciële en coöperatieve platforms. Werken met open source software is de norm. Waar mogelijk nemen we het initiatief tot de ontwikkeling van open source software alternatieven, samen met andere gemeenten. Zo worden we niet afhankelijk van private leveranciers. Gegevens die zijn verzameld met geld van de gemeente worden geanonimiseerd publiek beschikbaar gesteld zodat iedereen van deze data gebruik kan maken. We staan handel in persoonsgegevens niet toe.
  9. Met nieuwe en bestaande (tech)bedrijven die actief zijn in Amsterdam, zoals vakantieverhuurders en autodeel-bedrijven, worden afspraken gemaakt over gebruik, beheer en publicatie van data. Deze bedrijven hebben een zorgplicht voor het Amsterdamse publiek belang.
  10. We toetsen alle nieuwe en bestaande algoritmes op nadelige effecten zoals discriminatie en we stoppen met algoritmes die discriminatiegevoelig zijn. De gemeente zorgt ervoor dat het Algoritmeregister volledig en up to date is. Wanneer algoritmes worden gebruikt, hebben burgers het recht om te weten op basis van welke factoren het algoritme tot een keuze komt. Bij beslissingen over mensen die met behulp van een algoritme worden genomen, is er altijd sprake van menselijk toezicht en de mogelijkheid tot motivering.
  11. De gemeente gaat uiterst zorgvuldig om met de persoonsgegevens van haar inwoners. Inwoners krijgen inzicht in de gegevens die de gemeente van hen heeft. Ook geven we inwoners meer controle over hun persoonsgegevens. Bijvoorbeeld door privacy-technologie zoals IRMA (‘I Reveal my Attributes’) in te zetten, waarmee inwoners niet méér gegevens hoeven af te staan dan nodig.
  12. Een digitale stad gaat zorgvuldig om met de energie en materialen die nodig zijn voor de inzet van technologie. De hardware die nodig is voor nieuwe technologieën, van datacenters tot sensoren, moet energiezuinig en emissievrij zijn, lang meegaan, repareerbaar en recyclebaar zijn. We passen het duurzaamheidsbeleid voor datacenters zo restrictief mogelijk toe en zien scherp toe op de naleving daarvan.
  13. We stoppen met het stimuleren van techbedrijven zoals Facebook en WhatsApp voor contact met bewoners en buurt-apps. We zetten in op privacy-vriendelijke en verantwoorde alternatieven zoals Signal en lokale platforms.
  14. Bij inkoop van digitale diensten stellen we voorwaarden rondom het gebruik en delen van data, de toepassing van open source, de benodigde beveiligingsmaatregelen en het verdienmodel van de leverancier.

Wat hebben we al bereikt?

  • Voor het eerst heeft onze stad een wethouder Digitale Stad, die ervoor zorgt dat we op een eerlijke, toegankelijke en veilige manier omgaan met data van Amsterdammers.
  • Er is een openbaar algoritmeregister gemaakt. Daardoor zijn de algoritmen die de gemeente gebruikt (bijvoorbeeld bij het voorspellen van afval op straat) transparant en begrijpelijk voor alle Amsterdammers.
  • Er is een vergeet-mij-knop ingevoerd bij de gemeente waardoor Amsterdammers kunnen zien welke gegevens van hen bekend zijn, en daar zelf regie over kunnen hebben. We zorgen ervoor dat mensen niet meer gegevens hoeven in te vullen dan strikt noodzakelijk.
  • De door Amsterdamse organisaties en inwoners bedachte, zogenoemde ‘tada-principes’ over privacy en transparantie zijn leidend in technologische besluiten.
  • We controleren algoritmen op mogelijke discriminerende uitkomsten en passen die zo nodig aan.
  • Amsterdam, Barcelona en New York City hebben de ‘Cities Coalition for Digital Rights’ gelanceerd, een gezamenlijk initiatief ter bescherming van de digitale rechten van bewoners en bezoekers.
  • We lanceerden een meldplicht voor sensoren. Daarmee wordt inzichtelijk wie welke data verzamelt in de openbare ruimte.

5.3 Een veilige stad is mensenwerk

Amsterdammers hechten aan hun vrijheid. Maar om te zijn wie je wil zijn, moet je je veilig voelen. Om je vrij te bewegen door de stad, moet je veilig zijn. GroenLinks staat voor een Amsterdam waarin iedereen zich veilig voelt en iedereen ook veilig is.

Te veel Amsterdammers hebben nog te maken met een onveilig thuis, in de vorm van kindermishandeling of partnergeweld. Anderen worden online bedreigd of hebben te maken met criminaliteit zoals inbraken en geweldsdelicten. De criminaliteit onder jongeren neemt af, maar ernstige geweldsincidenten onder jongeren nemen helaas toe. Als stad hebben we daarnaast te maken met de heftige impact van de georganiseerde criminaliteit, die sterk samenhangt met de lokale, nationale en internationale drugshandel. Te vaak worden we opgeschrikt door liquidaties die daarmee in verband staan. Ondertussen staat de politiecapaciteit steeds meer onder druk.

GroenLinks gelooft níet in repressieve en straffende maatregelen, zoals cameratoezicht en preventief fouilleren. Repressie doet meer kwaad dan goed: het werkt racisme in de hand, mensen voelen zich onveiliger en worden geraakt in hun privacy, zonder dat de onderliggende problemen worden opgelost. Dat komt het vertrouwen in de overheid, en in het bijzonder in de politie, niet ten goede.

GroenLinks zet daarom zoveel mogelijk in op preventie, voorlichting en de-escalatie. Mensen moeten elkaar, maar vooral ook onze instituties, vertrouwen. Alle Amsterdammers moeten de kans krijgen zichzelf te ontwikkelen en in zichzelf te geloven. Want uiteindelijk gaat veiligheid over mensen.

Wij geloven in de kracht van leerkrachten, buurtouders, jongerenwerkers, straatcoaches en wijkagenten. Mensen die hun buurt goed kennen en problemen signaleren en aanpakken vóórdat ze leiden tot vandalisme, criminaliteit of radicalisering. Voorkomen is beter dan genezen. GroenLinks zet in op armoedebestrijding, een goede geestelijke gezondheidszorg en een veilige inrichting van onze straten. Wij investeren in onderwijs, begeleiding, vroegtijdige signalering en een breed netwerk van professionals. Want scholen, ouders, de politie, justitie en gemeente dragen samen verantwoordelijkheid voor een veilig Amsterdam.

De illegale handel en productie van drugs zorgt voor veel milieuschade en criminaliteit. Jonge gebruikers lopen gezondheidsrisico’s, jonge dealers raken verstrikt in criminele circuits. En de georganiseerde drugscriminaliteit zet onze rechtsstaat onder druk. Doordat de productie van softdrugs illegaal is, gaat het witwassen van de opbrengsten van die handel gepaard met veel geweld, uitbuiting en onschuldige slachtoffers. Het opsporen van drugscriminelen en drugstransporten kost de samenleving handenvol geld en tijd. GroenLinks is daarom voorstander van het legaliseren van soft- en partydrugs (zoals xtc). Zolang dit landelijk niet is vastgelegd, krijgt de handhaving van soft- en partydrugs geen prioriteit in Amsterdam. We willen dat de politie zich vooral richt op het bestrijden van de productie van en handel in cocaïne, en het aanpakken van ondermijning. Het gebruik van cocaïne wordt ontmoedigd.

Om je veilig te voelen, moet je kunnen zijn wie je bent. GroenLinks bestrijdt anti-zwart racisme, antisemitisme, moslimhaat, geweld tegen LHBTIQ+-personen en andere vormen van racisme en discriminatie te vuur en te zwaard. We besteden nadrukkelijk aandacht aan de impact van exposing en shaming, in het bijzonder als het gaat om jonge vrouwen en LHBTIQ+- personen uit gemeenschappen waarin seksualiteit taboe is. Slachtoffers van stalking, huiselijk- en seksueel geweld hebben veilige plekken nodig waar zij terecht kunnen. Om hun verhaal kwijt te kunnen, om melding of aangifte te doen en hulp en opvang te krijgen. Dat geldt ook voor slachtoffers van hate crimes, discriminatie en online shaming en -geweld.

Programmapunten

  1. We bestrijden anti-zwart racisme, antisemitisme, moslimhaat, geweld tegen LHBTIQ+-personen en andere vormen van racisme en discriminatie effectief en streng. Etnisch profileren accepteren we niet. We voeren ‘stopformulieren’ in, zodat alle politiecontroles systematisch worden geregistreerd. Iedere Amsterdammer, ongeacht kleur, geaardheid, religie of afkomst, moet even tevreden zijn over de bejegening bij politiecontact en evenveel vertrouwen hebben in politie en justitie. 
  2. Amsterdam gebruikt geen privacybeperkende en racismegevoelige veiligheidsmaatregelen zoals camera’s met gezichtsherkenning en preventief fouilleren. Gebiedsontzeggingen, samenscholingsverboden en noodverordeningen worden zeer terughoudend ingezet. Het aantal camera’s dat wordt gebruikt voor cameratoezicht wordt gemaximeerd en cameratoezicht wordt alleen tijdelijk ingezet. Toezicht door camera’s wordt vooraf getoetst op proportionaliteit en subsidiariteit. 
  3. We maken geld vrij voor (het opleiden van) extra buurtouders, jongerenwerkers en wijkagenten die een afspiegeling vormen van de buurten en wijken waar zij werkzaam zijn. Deze krachten worden vooral ingezet in de meest kwetsbare Amsterdamse buurten en wijken, zodat we ook goed zicht krijgen wat er speelt op het gebied van (georganiseerde) criminaliteit.
  4. We ontwikkelen een Amsterdamse aanpak tegen discriminatie, seksueel geweld, exposing en shaming in de fysieke en online wereld. We besteden specifiek aandacht aan de impact van exposen en shamen van jonge vrouwen en LHBTIQ+- personen uit gemeenschappen waarin seksualiteit een taboe is. De aanpak richt zich op de bescherming van slachtoffers, de aanpak van daders en preventie van daderschap.
  5. Alle inwoners van Amsterdam die slachtoffer zijn van huiselijk geweld hebben toegang tot adequate hulpverlening, ongeacht hun verblijfsstatus. De capaciteit voor opvang wordt uitgebreid en zodanig ingericht dat het principe van ‘alles-onder-één-dak’ wordt gevolgd zodat er zo min mogelijk verhuisbewegingen nodig zijn. Slachtoffers van huiselijk geweld die nergens anders terecht kunnen, komen in aanmerking voor urgentie bij woningtoewijzing. Om slachtoffers van huwelijksdwang te helpen wordt een aanpak tegen huwelijksdwang en achterlating van vrouwen ontwikkeld.
  6. We bestrijden mensenhandel en uitbuiting. We verzekeren opvang en zorg voor slachtoffers van mensenhandel, zonder voorwaarden.
  7. Amsterdam stimuleert de uitbreiding van het aantal buurt- en jongerenrechtbanken in de stad. We blijven investeren in bemiddeling tussen buren en in buurten.
  8. We werken intensief samen met het OM, de Belastingdienst, de Rijksoverheid, vastgoedondernemingen en woningbouwcorporaties om ondermijning (de vermenging van de boven- en onderwereld) in Amsterdam tegen te gaan. Partijen die niet-integer zijn wordt het ondernemen in Amsterdam onmogelijk gemaakt door strenge BIBOB-toetsen, het proactief inzetten van de Beleidsregel Integriteit en Overeenkomst en waar mogelijk het intrekken van vergunning en het sluiten van woningen, bedrijven en andere locaties waar georganiseerde criminaliteit plaatsvindt. Het gebruik van een vergunningsplicht, zoals in de Hoogstraten al gebeurt, wordt uitgebreid. Hiermee moeten ondernemers aan de voorkant aantonen dat hun onderneming ‘schoon’ is, in plaats van als de onderneming al gevestigd is.
  9. We blijven er bij het Rijk op aandringen om samen met steden als Amsterdam belastingontduiking en het bestaan van brievenbusfirma’s, in ieder geval organisaties die handelen in (kern)wapens, tegen te gaan door het veranderen van wetgeving en actieve handhaving.
  10. GroenLinks is voor de legalisatie van softdrugs en partydrugs en psychedelische middelen zoals xtc en paddo’s. Binnen de wettelijke mogelijkheden zet GroenLinks zich in om de aanvoer, opslag en verkoop van softdrugs zo veilig mogelijk te maken. De gemeente verwelkomt de oprichting van cannabis social clubs. Op feesten waar drugs wordt gebruikt worden voorlichting en kwaliteitstesten aangeboden. Op kleine hoeveelheden bezit van partydrugs zoals xtc en paddo’s voor persoonlijk gebruik wordt niet gehandhaafd. We zetten in op het verder spreiden van coffeeshops over de stad, en het weren van grootschalige en overlastgevende verkooppunten in de binnenstad.
  11. Het verbieden van softdrugs voor toeristen leidt tot een verschuiving naar straathandel. Daar worden jonge Amsterdammers, die zich laten verleiden om snel geld te verdienen, de dupe van. Ook is het slecht voor de leefbaarheid en het welzijn van buurtbewoners. We zijn daarom tegen de invoering van een ingezetenencriterium.
  12. We ontwikkelen een bewustwordingscampagne waarmee gebruikers van cocaïne worden gewezen op de impact van hun gebruik op de veiligheid van anderen.
  13. Amsterdam steunt waar mogelijk een intensivering van de werving van vrouwen, LHBTIQ+-personen, mensen met een beperking, mensen van kleur en mensen met een migratieachtergrond bij de politie, en heeft speciale aandacht voor het creëren van een veilige, inclusieve werkcultuur.
  14. Binnen de politie Amsterdam zijn voldoende politiemensen en BOA’s getraind in het herkennen van discriminatie en discriminerend geweld. Bij melding en aangifte van dit type geweld krijgen slachtoffers contact met deze experts. Melding en verwerking van discriminatie en discriminatie-gerelateerd geweld wordt apart geregistreerd zodat de politie en politiek effectieve maatregelen kunnen nemen tegen discriminatie. We starten in Amsterdam een pilot met eigen discriminatie rechercheurs. Ook starten we in Amsterdam met het steviger borgen van het essentiële werk van Roze in Blauw, zodat dit netwerk niet alleen afhankelijk is van de inzet van vrijwilligers.
  15. BOA’s, politieagenten en personeel openbaar vervoer worden getraind in het de-escaleren van agressie. BOA’s krijgen geen geweldsmiddelen (zoals een wapenstok of pepperspray). Het geweldsmonopolie blijft bij de politie. BOA’s worden niet ingezet in hoogrisico- situaties of gebieden.
  16. In gebieden waar veel overlast voorkomt, zoals het centrum, breiden we de handhavingscapaciteit uit voor de aanpak van drugshandel op straat, alcoholoverlast, (zwerf)afval en wildplassers.
  17. We werken toe naar een gendersensitieve, veilige stad. We zijn bewust bezig met de manier waarop we onze straten en publieke ruimtes inrichten. We zetten in op meer veilige routes door de stad, die zo zijn ingericht en verlicht dat ze ‘s nachts veiliger te gebruiken zijn voor bijvoorbeeld vrouwen, LHBTIQ+-personen, mindervaliden en sekswerkers.
  18. We gaan recidive tegen door al tijdens detentie te werken aan terugkeer in de samenleving en door gedetineerden na het uitzitten van hun straf te helpen bij het vinden van huisvesting en werk.

Wat hebben we al bereikt?

  • We zetten ons in om etnisch profileren bij de politie tegen te gaan, zoals registraties van staandehoudingen en het stoppen met proactieve controles. We verzetten ons tegen preventief fouilleren in onze stad.
  • We investeerden veel om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan. Hierin proberen we financieringsconstructies, malafide investeringen in vastgoed en horeca, witwassen en mensenhandel aan te pakken.
  • 27 maatschappelijke groepen en organisaties, de gemeente en de politie hebben met elkaar de Regenboog Veiligheidsalliantie (RVA) gevormd om de veiligheid van de regenbooggemeenschap in Amsterdam te vergroten.
  • GroenLinks diende een voorstel in om brievenbusfirma’s in Amsterdam aan te pakken, zeker als het bedrijven zijn die betrokken zijn bij wapenhandel.
  • Op initiatief van GroenLinks is Amsterdam nu deel van de internationale alliantie Steden tegen Kernwapens. Zo kan er met steden over de hele wereld druk worden uitgeoefend op nationale overheden om het bezit van kernwapens terug te dringen.
  • Met het Masterplan Zuidoost werkt de gemeente samen met onder andere scholen, woningbouwcorporaties, de politie, jongeren en ondernemers aan een veilig en dynamisch Zuidoost waar het fijn is om te wonen en werken.