Wij amsterdammers...
Zo begint het coalitieakkoord dat GL, D66, PvdA en SP drie jaar geleden sloten. Dit was onze inzet: verbondenheid, rechtvaardigheid, vrijheid en duurzaamheid. Ik neem jullie nog even mee naar toen, het lijkt een heel andere tijd. Het economische succes van de stad klotste over de plinten, maar kende ook schaduwkanten: mensen zagen hun stad vervlakken. Ongelijkheid nam toe. De publieke zaak stond onder druk. Private winst voor enkelen, publieke armoede. Mensen vreesden weggedrukt te worden doordat alles onbetaalbaar werd.
De coalitie wilde ingrijpen. Onze grootste uitdaging was die rechtvaardige stad voor iedereen, nu en in de toekomst.
Dus we bouwden betaalbare woningen, drongen uitwassen van overtoerisme terug. We investeerden in gelijke kansen, in groen en autoluw, werk, een diverse economie en culturele sector, opvang en zorg.
En toen kwam begin vorig jaar – halverwege de periode – de coronapandemie. Ineens viel alles stil en kon ik met mijn kinderen steppen door een compleet lege Nieuwmarktbuurt en Wallengebied. Deze ervaring is voor hen wat de autoloze zondag is voor de vijftig-plussers onder ons. Maar laten we het niet romantiseren. In deze stille stad werd alles anders, en tegelijk scherper hetzelfde. Kwetsbare groepen werden nog kwetsbaarder. Alleenstaanden, jongeren, eenzame mensen leefden noodgedwongen nog geïsoleerder dan voorheen. Mensen raakten in schulden, raakten hun werk kwijt. De afgelopen tien jaar is het aantal mensen dat dakloos is verdubbeld en de coronacrisis verergert dit nog verder. De jeugdzorg kraakte nog verder in zijn voegen, scholen pasten zich zo goed en zo kwaad als het ging aan aan onderwijs op afstand, maar er raakten ook kinderen uit zicht.
Amsterdammers verdienen complimenten: Voor hun veerkracht, onderlinge solidariteit, barmhartigheid en vastberadenheid. Voor alle initiatieven die ontstaan zijn om elkaar te helpen en voor het geduld dat iedereen heeft getoond. Dat is zwaar, zeker als je de mensen van wie je houdt niet kan vasthouden, of je met lede ogen aan moet zien dat je zaak al zo lang gesloten is, als je inkomsten wegvallen en daarmee de bodem onder je bestaan wegzakt. En er dan toch voor elkaar staan.
Ook een groot compliment aan de zorg, alle mensen die al meer dan een jaar keihard aan het werk zijn om ons gezond te houden, in het ziekenhuis, in de huisartsenpraktijk, of bij mensen thuis.
Het college en de coalitie verzette noodgedwongen ook de bakens.
Met een plan voor duurzame banen en een circulaire economie, met een aanpak jeugdwerkeloosheid, met extra onderdak voor dak- en thuislozen, en steun aan scholen en scholieren. Met steun aan de kunst- en cultuursector en extra bijdragen om de zorg op peil te houden – ook in deze Voorjaarsnota.
Maar er blijft veel onzekerheid bestaan, want we weten nog niet wat corona langjarig gaat betekenen voor de stad. Sommige delen van de stad merken de impact harder dan andere. Een voorbeeld is het Openbaar Vervoer in de stad. Er zijn veel minder reizigers, dus volgens de logica van de markt zou het aanbod moeten dalen. Maar we moeten voorkomen dat de rest van de stad een ver-weg-show wordt voor Amsterdammers uit Geuzenveld of Tuindorp Oostzaan. Dat is niet rechtvaardig.
Vergelijkbare mechanismen zien we op de woningmarkt, de zorg, de arbeidsmarkt of het onderwijs. Mensen met een praktische opleiding werken twee keer zo vaak in getroffen sectoren. Kinderen van praktisch opgeleide ouders hebben 2x vaker kans op een onderwijsvertraging. Meer gezinnen krijgen schulden, door werkeloosheid, door gemis aan inkomsten.
Voorzitter,
Hoe gaat corona langjarig invloed hebben op ongelijkheid in onze stad? Om dat blijvend te volgen is het essentieel om kennis op te doen en de komende jaren te blijven sturen. Daarvoor dien ik een motie in, mede gesteund door D66, PvdA en SP.
We moeten dus ook langjarig inzetten om op een eerlijke en rechtvaardige manier uit de crisis te komen. De Amsterdamse emancipatiemachine weer aanzwengelen en de Amsterdamse belofte weer glans geven.
Tegelijkertijd is daar ook een blijvende transitie in de rol van de rijksoverheid voor nodig. Grote steden kunnen niet zonder steun van het Rijk om een groot deel van deze problemen structureel op te lossen, zeker in de kwetsbare wijken. Het afgelopen jaar heeft de rijksoverheid veel uit de kast getrokken in de vorm van financiële steunpakketten, die deels ook door onze organisatie zijn uitgevoerd. Complimenten voor de Amsterdamse ambtenaren die hier hard aan hebben gewerkt.
Maar de decennia ervoor is vanuit de rijksoverheid heel veel blijven liggen, wegbezuinigd of aan de markt overgedragen. De overheid is de nieuwe rol die nu nodig is duidelijk ontwend en nieuwe instrumenten moeten teruggevonden worden. Mét burgers. Maar dat is nog niet eenvoudig.
Want de Haagse politiek werd in de jaren 10 vooral gestuurd door wantrouwen, rancune en ressentiment, en dat leidde tot schandelijke uitwassen. Het toeslagenschandaal is maar één uiting daarvan. Het racisme dat hier om de hoek kwam kijken is geen toeval. Institutioneel racisme is ook in Nederland jarenlang gevoed in retoriek en maatregelen, vooral gericht tegen gemarginaliseerde groepen in de samenleving die tegen andere groepen worden uitgespeeld in een gevecht om de kruimels.
Nergens zie je dat scherper dan in hoe VVD-beleid bewust volkshuisvesting dereguleerde en vermarkte, met als gevolg verdriedubbelde huren voor hetzelfde huis. Honderdduizenden huurhuizen én koopwoningen in het hele land zijn zo onbereikbaar geworden voor de lagere inkomens én de middenklasse. En dan schrikt een VVD kamerlid er vervolgens niet voor terug om vluchtelingen, statushouders, tegenover gescheiden moeders te zetten en tegen elkaar uit te spelen.
Voorzitter,
Het onderlinge wantrouwen van overheid en burgers zit diep.
Laat gemeenten als vooruitgeschoven post van die nieuwe sterke overheid zich nu de taak stellen om het vertrouwen weer te winnen, om mensen te ondersteunen in plaats van op hun plek te wijzen.
In Amsterdam doen we dat al langer, bijvoorbeeld door de repressie uit de inkomensondersteuning te halen en mensen niet te straffen maar te stimuleren. Met het Community Wealth Building model willen we gericht werken aan een economische groei die de buurten zelf ten goede komt.
En door mensen op te vangen. Ook hierin loopt Amsterdam voorop, maar vinden we dat het Rijk gemeentes ook beter moet helpen om ook mensen die zogenaamd niet rechthebbend zouden zijn op te vangen. Daarom dienen we nu ook een motie in die ervoor pleit om samen met andere steden op te trekken richting het Rijk voor meer ondersteuning daarin.
Tot slot nog even naar die ‘andere crisis’. De klimaatcrisis. We kunnen er niet omheen. Het klimaat verandert ingrijpend als we het oppompen en uitstoten van miljoenen jaren oude fossiele koolstofverbindingen niet stoppen. Klimaatverandering heeft reële en ernstige gevolgen.
Maar de klimaatcrisis is uiteindelijk ook een verhaal over ongelijkheid, en rechtvaardigheid. Want de fossiele industrie wentelt haar schade af op de mensen die het meest kwetsbaar zijn voor klimaatverandering en vervuiling.
We kunnen de transitie naar duurzame energie niet alleen aan Groningen overlaten. Of wegredeneren naar de Noordzee. Het is een enorm grote systeemverandering.
Elke transitie, maar zeker deze, kenmerkt zich ook door dilemma's. Wat zijn de gevolgen? Wie krijgt er mee te maken? Welke buurt? Welke gemeente, welke regio, welk land? We zien dit terug in de onderhandelingen over internationale klimaatakkoorden, maar misschien ook deels in de windmolendiscussie, waar straks nog een debat over komt.
Het is dan de taak van een overheid om condities te scheppen dat zo’n transitie zorgvuldig en rechtvaardig gaat. Dat gevolgen voor de één niet te groot zijn, acceptabel blijven, dat er wellicht ook voordelen voor hen zijn of dat ‘de ander’ ook een eerlijke bijdrage levert. De organisatie van die zorgvuldigheid en rechtvaardigheid is door de bedenkers van het landelijk klimaatakkoord misschien nagelaten. Regio’s en gemeentes zoals Amsterdam pakken die rol wel.
Voorzitter, we hebben het dus over drie transities die nauw verbonden zijn:
Ten eerste: Hoe komen we rechtvaardig uit deze pandemie en hoe gaat Amsterdam weer open? En hoe voorkomen we dat de schade afgewenteld wordt op de kwetsbaarste groepen?
Twee: Een transitie van systemen, om een overheid te krijgen die ondersteunt in plaats van tegenwerkt en die bereid is in te grijpen als de willekeur van de markt ontspoort in geluk voor enkelen en misère voor velen. Laat Amsterdam daarin blijven vooroplopen.
En tot slot de energietransitie om de toekomst voor de generaties na ons veilig te stellen. Voorzitter, ik was gisteren weer op de Nieuwmarkt en de Wallen. Er zaten mensen op het terras, er stonden wat auto’s met buitenlands kenteken geparkeerd, de vishandel is weer open. Mijn kinderen moeten weer uitkijken met hun stepjes. De stad veert op en het leven wordt hervat. Maar laten we niet terugkeren naar business as asual. De inzet op verbondenheid, rechtvaardigheid, vrijheid en duurzaamheid is harder nodig dan ooit.