Wat hebben we gedaan?

  • Het lerarentekort is aangepakt met onder andere versnelde programma’s voor zij-instromers en statushouders die al onderwijzer waren in hun land van herkomst. Desondanks blijft het tekort zeer problematisch en bleven wij lobbyen in Den Haag voor een bredere aanpak.
  • Docenten kijken niet meer naar de thuissituatie van leerlingen bij het bepalen van hun advies voor de middelbare school. Dat hebben Amsterdamse schoolbesturen en de gemeente afgesproken om onderadvisering tegen te gaan.
  • Voor kinderen in een aantal buurten in Zuidoost zijn we gestart met intensieve bijlessen. De eerste resultaten laten een systematische verbetering zien van de testgroep in vergelijking met de controlegroep

Wat willen we nu doen?

  • Amsterdamse basisscholen dienen een afspiegeling van de buurt zijn. We maken afspraken met schoolbesturen om segregatie tegen te gaan. Alle basisscholen doen voortaan mee met het algemene toelatingsbeleid. Ook lerarenteams, schoolleiders, schoolbesturen en Raden van Toezicht moeten diverser van samenstelling worden.
  • Extra leerondersteuning naast het reguliere onderwijs moet ook voor kinderen die het minder breed hebben mogelijk zijn. We verstevigen het naschoolse aanbod in de wijken en zorgen voor toegankelijke huiswerkbegeleiding, bijlessen, coaching en andere ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben om hun volledige potentie te benutten. 
  • Scholen moeten toegankelijk zijn voor alle kinderen. Hoge ouderbijdragen mogen ouders niet afschrikken. Basisscholen in Amsterdam die een ouderbijdrage hoger dan 112 euro per jaar vragen, krijgen geen subsidie van de gemeente.
  • De gemeente draagt er in samenspraak met de scholen zorg voor dat kinderen in huishoudens op het ‘net niet genoeg’ minimum (Nibud) worden gefaciliteerd met een laptop en indien nodig met een fiets om naar school te gaan.

Postcode, afkomst, en de opleiding van je ouders zouden niet je kansen mogen bepalen. Echter gebeurt dat nu vaak wel. Kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond krijgen vaker dan anderen te maken met onderadvisering. Dat wil zeggen dat ze een lager schooladvies krijgen dan wat ze eigenlijk kunnen. Hetzelfde geldt voor kinderen van wie de ouders een laag inkomen of een beroepsgerichte opleiding hebben. Dat moet niet mogen.

Gelijke kansen voor ieder kind.

School van iedereen

Ook het lerarentekort is ongelijk verdeeld: scholen met meer leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond, hebben meer moeite om leraren te vinden. Goed onderwijs moet er zijn voor alle kinderen. School moet een plek zijn waar alle kinderen kunnen opbloeien en waar hun talenten worden gezien. Een diverse school zorgt ervoor dat kinderen met verschillende achtergronden elkaar tegen blijven komen. Een school moet een afspiegeling zijn van de buurt waarin die staat, zowel qua leerlingen als qua leraren en organisatie. GroenLinks blijft hier zich dan ook voor uitspreken.

We spraken ons al eerder uit tegen kansenongelijkheid in het onderwijs. Ons raadslid Simion Blom schreef hierover dit artikel in het Parool.

Kinderen in een tuin

Tegen ongelijkheid in het onderwijs

Om ongelijkheid in het onderwijs tegen te gaan moet het systeem op de schop. Leraren moeten een adequate beloning krijgen voor hun werk. Zo kan het lerarentekort worden verkleind, en kan een leraar weer aan elk kind de aandacht geven die het verdient. Op school moet er aandacht komen voor de ontwikkeling van leerlingen in de breedste zin: culturele en seksuele diversiteit, pesten, mensenrechten, discriminatie, natuur en milieu moeten onderwerpen zijn waar elk kind toegang tot heeft en over kan leren.

Maar om zich volledig te kunnen ontwikkelen, moet een kind ook een veilige thuissituatie hebben. Met brood op de plank en een plek om te studeren. Gelijkheid betekent gelijkheid op alle fronten. Daarom zet GroenLinks zich ook in voor werkgelegenheid en betaalbaar wonen.