Voorzitter. In 1941 formuleerde de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt zijn beroemde four freedoms: vrijheid van religie, vrijheid van meningsuiting, en ook twee vrijwaringen; freedoms from. Te weten the freedom from fear en the freedom from want. Oftewel: de vrijwaring van angst en de vrijwaring van gebrek. Over die laatste gaat het me nu. Want die gaat over armoede. Als vrijheidskwestie. 

De vrijwaring van gebrek is na de oorlog ‘vertaald’ als het recht op een adequate levensstandaard in de Universele verklaring van de rechten van de mens. En die luidt: "Iedereen heeft het recht op een adequate levensstandaard voor de gezondheid en welzijn van hemzelf en zijn familie, inclusief voedsel, kleren, huisvesting en medische zorg en noodzakelijke sociale zorg, en het recht op sociale zekerheid.”

En wat is dat ‘adequaat’ dan precies? Misschien had FDR ook The Wealth of Nations gelezen van een oervader van het moderne kapitalisme Adam Smith, die ook iets over armoede heeft geschreven. Hij zei dat armoede neerkwam op een gebrek aan de minimaal noodzakelijke zaken waarover je moet kunnen beschikken om in een bepaalde maatschappij een goed en fatsoenlijk leven te leiden, ook voor mensen van de laagste klassen (het was 1776, hè). 

Hij had het bijvoorbeeld over leren schoenen in de context van het Europa van zijn tijd; dat was de norm om fatsoenlijk voor de dag te kunnen komen, en daar zou iedereen dus over moeten kúnnen beschikken. En eigenlijk voeren we die discussies in deze tijd nog steeds. Maar nu gaat het bijvoorbeeld over toegang tot internet, of de gelijke toegang tot zorg. Of gezonde voeding. Of sport. Of groen. En over de beschikbaarheid van energie voor iedereen.

Niet nieuw

Armoede is helaas niet nieuw en er is in deze gemeente dan ook al jaren veel aandacht voor. En ook energiearmoede is niet nieuw. Maar de huidige crisis heeft de schijnwerper er weer goed opgezet. En dan blijkt niet alleen hoeveel mensen al in armoede zitten, mensen die in de overlevingsstand staan, die straks misschien moeten kiezen of ze iets eten, of de kachel aan doen. Maar ook hoevelen ook snel dichtbij dit soort keuzes komen te zitten en daar grote vrees over hebben. Omdat ze van loonstrook naar loonstrook leven. Geen financiële buffer hebben. Of hun waanzinnig hoge huur niet meer kunnen betalen.

En ook voor die mensen – die volgens onze officiële moderne definities nu dan misschien niet ‘arm’ zijn – komt de klap van een verdriedubbelde energierekening, keihard aan en dat heeft reële consequenties. Die vrees om daardoor in armoede te geraken is reëel en invoelbaar voor iedereen. Het knaagt aan je bestaanszekerheid.

En dat is die zekerheid die Roosevelt beschreef: dat je recht hebt op dat wat minimaal nodig is om fatsoenlijk te kunnen leven. Dat je gevrijwaard bent van gebrek. Omdat dat een mensenrecht is. Maar die toch steeds meer onder druk staat.

Oplossingen

Voor de korte termijn is het daarom uiteraard heel goed dat het kabinet met maatregelen komt om de pijn te verzachten omtrent de energiecrisis. Het prijsplafond waar GL en de PvdA al langer voor pleiten, helpt daar zeker in. Maar het is incidenteel en het is de vraag of het genoeg is. En daarom zijn we óók opgelucht en trots dat het college nu en in 2023 met aanvullende maatregelen komt voor minima en de groepen die daar in buurt zitten. Ook is er terecht geld en aandacht voor mkb en maatschappelijke instellingen die hier dezelfde problemen ervaren. De definitieve uitwerking zien we graag zeer snel tegemoet.

Maar ook op de langere termijn hebben we nog grote zorgen over die bestaanszekerheid en de beschikbaarheid van energie voor iedereen. Nu in directe zin door die afschuwelijke oorlog in Oekraïne, en het plotselinge afsluiten van Russisch methaanlekkende Putin-gas, maar dieperliggende oorzaken zijn fundamenteler: we zijn te afhankelijk van fossiele brandstoffen van ver weg, van internationale markten en onzekere omstandigheden waar we vanuit de stad geen invloed op hebben. Dus is het van het grootste belang dat we daar los van komen, en dat gaat hand in hand met de al evenzeer nodige aanpak van klimaatverandering.

Dat betekent dat veel bredere systeemverandering nodig is; dat ons energieverbruik drastisch omlaag moet en dat we duurzaam en decentraal energie moeten opwekken: isoleren, windmolens en zonnepanelen. De langetermijnoplossingen liggen binnen handbereik. Dat is waar GroenLinks ook al jaren op hamert. En daar doen we vanuit de stad aan wat we kunnen en de urgentie daarvan is nu nog groter. Niet alleen vanuit het oogpunt van klimaat, maar óók vanuit het besef dat gelijke toegang tot energie voor iedereen een recht is. Voor iedereen, zowel nu als in de toekomst. Dat is klimaatrechtvaardigheid. En GroenLinks zal zich daar uit alle macht voor blijven inzetten; óók in Amsterdam. 

Armoede

Een andere structurele oorzaak van het onder druk staan van bestaanszekerheid is natuurlijk ook dat de lonen en uitkeringen de laatste decennia gewoon onvoldoende zijn gestegen, en dat terwijl zowel de arbeidsproductiviteit als de winsten wel toenamen. Ik vind dat moeilijk verteerbaar en leidt steeds vaker tot een voor Nederland nieuw beschamend fenomeen: werkende armen. Of ‘economisch daklozen’. Mensen met een inkomen, maar zonder bestaanszekerheid. Het is echt belangrijk dat dit verandert: en daarom moeten lonen omhoog gaan. En dat de huizenprijzen natuurlijk dalen. In Amsterdam geldt dat nog sterker dan in de rest van het land.

En hierop loopt het rijk al lange tijd achter de feiten aan, ofwel vanuit politieke verlamming, ofwel vanuit het dominante idee dat de markt het wel zou oplossen. Dat er als vanzelf een rechtvaardig marktevenwicht zou ontstaan en dat de overheid hierin een hindermacht zou zijn. En omdat dit zo’n dominant idee was – een bijkans onzichtbaar geworden dogma – is er zo lang niet ingegrepen of zelfs in tegenovergestelde richting behandeld. Bijvoorbeeld op de huurmarkt. Hoe kunnen we anders Stef Blok zien die nog maar kort geleden de huurmarkt vergaand liberaliseerde? Hij maakte zelfs reclame op een vastgoedbeurs dat ie het mogelijk had gemaakt de huren te verhogen voor meer rendement. Ik kan er soms echt niet bij.

Systeemverandering

Anderen gelukkig kennelijk ook niet, en trouwens ook niet de minsten. In de laatste troonrede op Prinsjesdag zei de koning namelijk het volgende: hij zei: “we hebben een andere economie en arbeidsmarkt nodig. En een andere manier van omgaan met ruimte en natuur omdat onze huidige manier van leven stuit op economische, sociale en ecologische grenzen.

Dat is me nogal een zin! Hij werd bijna terloops werd gebracht. De koning die pleit voor systeemverandering. De koning die pleit voor een donuteconomie.

GroenLinks is het daar van harte mee eens. Maar als je dit als regering écht meent… dan moet het beleid daar ook naar tóe bewegen. Naar een economie en arbeidsmarkt die in het teken staat van welzijn voor allen in plaats van welvaart voor enkelen. Een economie die ook geeft en niet alleen maar neemt. Die zelf schone energie opwekt. Die wél rekening houdt met milieu- en natuurgrenzen. Die voor iedereen plaats biedt en waar je je in de zekerheid weet, dat als het tegenzit, je niet meteen tot armoede veroordeeld bent.

En die richting serieus nemen, daar ontbreekt het nog wel aan in het land. En ja, Amsterdam is deel van het land: we hebben te maken met wetten en maatregelen die den haag ook over onze stad uitstort. En ja, op een aantal vlakken zien we kleine maar betekenisvolle verandering: Hugo de Jonge die eindelijk ingrijpt op de huurmarkt is op zich natuurlijk een te kleine, maar wel betekenisvolle stap. Ik ben oprecht benieuwd hoeveel woningen straks extra in de gereguleerde sector vallen, maar hou voor onze dure stad en voor de kamerbehandeling van die plannen nog even mijn hart vast.

Amsterdam handelt binnen de knellende kaders zoveel mogelijk wel. We nemen onze verantwoordelijkheid voor Amsterdammers, maar ook voor landelijke opgaven.  Voor onze regionale energiestrategie. We geven gehoor aan verzoeken om extra asielzoekers op te vangen. We bouwen woningen voor woningzoekenden uit Amsterdam en daarbuiten. Het aantal gereguleerde huurwoningen groeit hier wél. En we kunnen in deze stad zelfs tot wel 15% van de nationale woningbouwopgave kwijt. Maar dat kunnen we niet alleen. Want daarbij horen voorzieningen en infrastructuur, zoals bruggen of wegen. We hopen dat dat steeds meer een gedeelde verantwoordelijkheid zal worden van stad en land. De voorbereiding van het maken van keuzes hierin richting de VJN is van groot belang en ik blijf graag op de hoogte van de gesprekken met het Rijk.

Voorzitter, tot slot. We gaan de komende weken in de vakcommissies uitgebreid spreken over alle verschillende programma's voornemens en activiteiten. Wij zullen daar ook kritische vragen stellen en inhoudelijke voorstellen doen.

Op één thema zou ik nu wel even stil willen staan. In het Amsterdams Akkoord gaan we uit van ongelijk investeren voor een gelijkere stad. Wij denken dat het van groot belang is om daar goed op te sturen de komende jaren en willen daar graag steeds meer inzicht in krijgen. Waar, hoe en wanneer krijgt dat zijn uitwerking. Er is een start mee gemaakt in deze begroting met bijvoorbeeld de paragrafen kansengelijkheid in elk programma. Maar dat moet echt nog verder ontwikkeld worden. Daarvoor dien ik nu alvast een motie in. En dat geeft ook de gelegenheid om te werken aan meer middelen voor die investeringen. Er is ook heel veel rijkdom in deze stad; en in ons land. Maar het moet eerlijker verdeeld. Zodat allen op zijn minst gevrijwaard zijn van gebrek en onzekerheid.