Er is in Amsterdam iets geks aan de hand. Stel: Nora en Sara zitten allebei in groep acht. Nora zit op school in Zuid en Sara in Zuidoost. De ouders van Nora werken beiden als jurist, de ouders van Sara runnen een kledingzaak. Ze kennen elkaar niet, maar toevallig zijn ze allebei even goed in rekenen en taal. Toch bestaat de kans dat ze allebei een ander schooladvies krijgen voor hun vervolgopleiding. Hoe kan dat?
Kinderen van academisch opgeleide ouders krijgen vaker een VWO-advies
Kinderen van academisch opgeleide en beroepsgericht opgeleide ouders krijgen vaker verschillende adviezen, ook al hebben zij dezelfde cognitieve talenten. Dat blijkt uit recent onderzoek. De buurt, school, etniciteit en de sociaaleconomische achtergrond spelen daarin ook een belangrijke rol.
Het zijn cijfers om verdrietig van te worden. Leerlingen met beroepsgericht opgeleide ouders krijgen de afgelopen tien jaar steeds vaker een vmbo-basis en/of vmbo-kader advies en worden vaker ondergeadviseerd. Zij krijgen dus minder vaak de kans en keuze om hun capaciteiten en interesses optimaal te benutten. En dat terwijl kinderen van academisch opgeleide ouders juist vaker een vwo-advies krijgen. Naast de opleiding van de ouders, speelt ook mee of kinderen uit gezinnen komen met een niet-westerse migratieachtergrond, met een laag inkomen of uit eenoudergezinnen.
We zien ook dat in Zuidoost, gevolgd door Nieuw-West en Noord de meeste kinderen wonen met kans op een leerachterstand. Je zou zeggen: die kinderen hebben dus het beste onderwijs nodig om hun oneerlijke startpositie te vereffenen.
Maar helaas is ook het lerarentekort onevenredig verdeeld: scholen met meer leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond hebben meer moeite om hun vacatures te vullen.
Leraren bijstaan in deze gigantische klus
Deze 1-0 achterstand is, zoals we weten, door de coronacrisis nog verder uitgediept. Online onderwijs vroeg om laptops en internetaansluiting, en die zijn niet in elk huishouden even vanzelfsprekend. De gemeente deelde duizenden laptops uit aan Amsterdamse leerlingen en zorgde voor een internetaansluiting als het nodig was. Vele Amsterdamse vrijwilligers boden zich aan om kinderen te begeleiden en helpen. Daarnaast is er het afgelopen half jaar flink gewerkt aan een noodplan lerarentekort. Toch moesten veel leraren constateren dat de verschillen tussen leerlingen waren opgelopen in de negen weken dat hun leerlingen thuis zaten. Kinderen bij wie het al soepel liep, pakten de draad weer op. Kinderen die al moeite hadden met bepaalde vakken, liepen nog meer achter op de rest.
Leraren en leerlingen moeten alles op alles zetten om tafels van vermenigvuldiging te oefenen, getallenlijnen te tekenen en met dictees hun spelling bij te spijkeren.
Daarom heb ik namens GroenLinks meerdere keren aangedrongen op het inzetten van bijles, als noodoplossing om de ergste achterstanden in te lopen, en om leraren bij te staan met deze gigantische klus. Als een kind eenmaal op achterloopt, is het heel moeilijk om dat in te halen. Als je de tafel van zeven niet beheerst, kun je ook niet verder met de tafel van acht. Hoe sneller je begint met bijspijkeren, hoe sneller je de kloof kunt dichten.
Het is onverteerbaar dat kinderen met dezelfde cognitieve talenten andere kansen krijgen doordat ons onderwijssysteem die ongelijkheid in de hand werkt. Om achterstanden in te lopen en kinderen weer gelijk te trekken, moeten we nú actie ondernemen.
Ik ben daarom erg blij dat het college onze signalen en die van docenten ter harte neemt en de proef met intensieve bijlessen voor kinderen in een aantal buurten in Zuidoost uitbreidt. Dit is een methode die zich richt op leerlingen die extra begeleiding nodig hebben om de stap naar een hoger schoolniveau te kunnen maken.
De eerste resultaten laten zien dat kinderen met een jaar lang 45 minuten bijles per dag, drie tot vier jaar leerachterstand kunnen inhalen.
Een ander succesvol initiatief is Studiezalen. Leerlingen worden hier door ‘life coaches’ opgevangen en geholpen met huiswerk, zodat er ook een vertrouwensband opgebouwd en leerlingen hun zorgen of problemen kunnen delen.
Bijles ook in Noord en Nieuw-West
Natuurlijk, om ongelijkheid in het onderwijs structureel tegen te gaan zijn systematische veranderingen nodig. Meer leraren, in het bijzonder in kwetsbare wijken, en toegang tot online onderwijs voor elke leerling. Maar ook opgroeien in een huis zonder financiële zorgen, met groen om te bewegen, en een plek om te studeren.
Om nú een slag te staan, moeten we nog meer inzetten op bijlessen. In Zuidoost, maar ook in de andere wijken in onze stad waar de meeste kwetsbare kinderen wonen, in Noord en Nieuw-West. We moeten alles op alles zetten om te voorkomen dat een hele generatie de dupe wordt van de coronacrisis, maar vooral ook van problemen in ons onderwijssysteem. Zodat Nora en Sara straks allebei het advies krijgen dat het beste in hen naar boven haalt.
Bijles niet alleen voor kinderen van rijke ouders
Met twee aangenomen voorstellen in de Tweede Kamer hebben GroenLinks en de SP een gevoelige tik uitgedeeld aan particuliere bijlesinstituten die alleen scholieren helpen die het kunnen betalen. Niet alleen komt er een reclameverbod voor deze instituten binnen scholen, ook moeten er met scholen afspraken gemaakt worden, zodat ze zelf bijles aan gaan bieden wanneer dit nodig is.