Een mooie visie die een stad schetst waar we acuut naar toe zouden willen verhuizen, als we niet al verknocht waren aan Amsterdam. Een stad met groene routes, waar je van huis tot werk of winkel door groene boomrijke straten fietst of wandelt. Waar een park om de hoek is als je rust of juist reuring zoekt, en een moestuin of gezamenlijke tuin in de buurt is als je samen wilt werken in het groen. Waar nieuwe huizen gebouwd worden met inbegrip van groen. Waar wordt samengewerkt met bewoners om allerlei soorten groen te maken en te onderhouden. Waar ook private partijen hun terreinen vergroenen. Waar groen toegankelijk is voor iedereen en we optimaal gebruik maken van het groen om mens én dier de ruimte te geven. Waar plaats is voor ecologie en versterking van biodiversiteit en soms de natuur vrij spel heeft, in plaats van de mens. Dat is de Groenvisie 2020-2050.
Drukke stad, meer groen
In de discussie over deze Groenvisie speelt een belangrijk issue; hoe kan een drukker wordende stad, of te wel een verdichtende stad, tegelijk het groen versterken? Moet niet het groen om de stad, zoals bijvoorbeeld Waterland, worden opgeofferd aan woningbouw? Of, moet er minder gebouwd worden?
Het is simpel wat GroenLinks betreft; het antwoord op beide vragen is: nee, natuurlijk niet.
Groene verbindingen
De groene longen van onze stad, de scheggen, uitkomend in bijvoorbeeld mooi Waterland en Amstelland zijn van levensbelang. In en om Amsterdam landbouwgrond en natuur opgeven voor woningbouw is geen goede zaak. Wij zijn dan ook tegen het bouwen buiten de ring A10 noord, of waar dan ook buiten bebouwd gebied. Het landschapsbeeld van Amsterdam, met groene scheggen die als vingers de stad in grijpen vanuit het groene omliggende landschap is karakteristiek en van belang voor het behoud van een groen stad. Wij willen juist meer groene verbindingen, zodat de scheggen en dat groene ommeland nog makkelijker – en groener - te bereiken zijn. En er zo ook meer ruimte komt voor ecologische verbindingen en versterking van de biodiversiteit.
De stad op slot
Minder woningen dan? Zoals de Partij voor de Dieren onlangs bepleitte in de raadsvergadering, en ook in hun verkiezingsprogramma heeft gezet; niet bouwen in de stad, maar op het platteland.
Nee, daarmee zetten we Amsterdam op slot. Dat past niet bij de levendige, inclusieve, sociale en toegankelijke stad die wij voor ogen hebben. Waar moeten al die woningzoekenden dan heen? Hoe komen de Amsterdamse zonen, dochters, kleinkinderen dan nog aan een woning? We moeten betaalbare woningen toevoegen in Amsterdam. De woningprijzen stijgen al genoeg, we willen niet dat Amsterdam een enclave wordt voor de rijken.
Niet bouwen in het buitengebied
Bouwen buiten het stedelijk gebied past ook niet bij een duurzame en compacte stad, waar ontmoetingen, werk en voorzieningen op loop- of fiets- of tramafstand zijn. Woningen bouwen buiten de stad is een achterhaald ideaal, het leidt tot meer verkeer, want men zoekt graag de stad op om te werken of uit te gaan. Het leidt dus tot meer (auto)verkeer. Want dat weten we nog uit de jaren ’70 en ’80: enorme autostromen en lange files. Woningen bouwen in het buitengebied is kortom slecht voor ons landschap, slecht voor onze groene buitenruimte en slecht voor het milieu.
Groene stad
In een compacte stad is de auto overbodig, omdat OV en fiets daar de mobiliteitsbehoefte kan opvangen. En dat scheelt heel veel schaarse ruimte. We laten onze straten nog steeds gijzelen door blik. De auto is nog steeds de grootste ruimteslurper. En neemt ruimte in die heel veel groener kan worden. Bewoners van de stad zien een park voor zich van IJ tot Amstel, waar nu een doorgaande autoweg is. En zo kan het door de hele stad en dat is wat de Groenvisie ook schetst. De beweging naar een autoluwe stad is voor ons de belangrijkste motor achter een groene stad. Minder (geparkeerde) auto’s creëert ruimte, ruimte voor groen én voor nieuwe woningen.
Daarom stemmen wij van harte voor deze groenvisie onder het motto; auto eruit, boom erin!