Het stadsbestuur van Amsterdam werkt op dit moment op alle mogelijke manieren aan het indammen van de coronacrisis. Onze wethouders schrijven over wat hen in deze tijd bezighoudt. Deze keer Marieke van Doorninck (Ruimtelijke Ordening en Duurzaamheid). In deze blog vertelt ze hoe ze blijft doorwerken aan een toekomstbestendige, vitale stad. Met Amsterdammers, met bedrijven, en met econoom Kate Raworth, bekend van de 'donuteconomie'.
 

‘Gaan de plannen voor een duurzame stad nog door?’ Die vraag wordt mij heel vaak gesteld de afgelopen tijd. Een heel begrijpelijke vraag. Sinds de coronacrisis is alles in de stad anders geworden. In de eerste plaats is er natuurlijk de bezorgdheid om ieders gezondheid. En de zorg om al die mensen in vitale beroepen, en met name in de medische zorg, die dag in dag uit aan het werk zijn om alles draaiende te houden. En de gedachten waar mensen ’s nachts wakker van liggen: hoe gaat het straks met mijn inkomen, mijn onderneming, met de toekomstplannen, nu het leven in de stad er compleet anders uitziet? We zien van dichtbij hoe de Amsterdamse horeca, kunstensector en flexwerkers hard getroffen worden, en hoe kwetsbaar de economie is, en hoe kwetsbaar de planeet waarop we leven.

Initiatieven voor een groene stad

Misschien juist daarom blijven we achter de schermen doorwerken aan een duurzame, veerkrachtige stad. Een klimaatneutrale stad waar brede welvaart, voor iedereen, centraal staat. Naast voldoende inkomen, gaat het dan om welzijn, om voldoende vrije tijd, om een goede gezondheid, om een prettige, schone leefomgeving en ruimte voor persoonlijke groei voor de inwoners van de stad.

We doen dit samen met Amsterdammers. De laatste jaren zijn inwoners en bedrijven met allerlei initiatieven gestart voor een schone en groene stad. Met zonnepanelen, met ideeën voor windcoöperaties, met daktuinen, met isolatie en zelfs met complete wijkplannen leveren zij een concrete bijdrage aan onze doelstellingen. Het kan toch niet zo zijn dat die energie voor niks is geweest?

Een stad voor de volgende generatie

Daarom heb ik begin april de transitievisie warmte uitgebracht, waarin je kunt zien hoe we ervoor zorgen dat Amsterdam in 2040 aardgasvrij wordt, en welke stappen je zelf kunt zetten. Begin maart heb ik de routekaart Amsterdam klimaatneutraal 2050 gepresenteerd aan Ilias, de kinderburgemeester van Amsterdam. Ik voel me aan hem, en alle andere kinderen in de stad, verplicht om die routekaart te blijven volgen. We willen immers voor hen dat de Amsterdam in de toekomst een prettige en leefbare stad blijft. En zoals het er nu naar uitziet, zal de generatie van Ilias nog veel meer de gevolgen van klimaatverandering merken dan mijn eigen generatie.

En, Amsterdam is de eerste stad in de wereld die het donutmodel van Kate Raworth gaat gebruiken als basis voor een duurzame, sociale en bloeiende stad. Dat staat in de strategie Amsterdam Circulair 2020-2025, die ik vorige week presenteerde. Kate Raworth is een Britse econoom, die je misschien wel kent van haar invloedrijke boek ‘De donuteconomie’. In plaats van een eeuwige winst- en groeilijn, pleit zij voor een kringloopeconomie. Een economie binnen een cirkel, een donut dus. Aan de binnenring van de donut staan de  sociale principes, zoals eten, onderdak, zorg en onderwijs voor iedereen. Aan de buitenrand staan de ecologische risico’s, zoals klimaatverandering, verzuring van zeewater en het afbreken van de ozonlaag. In een ideale economie blijf je binnen die twee ringen: er is dan genoeg welvaart voor iedereen, zonder dat je de planeet schade toebrengt.  

Het donutmodel voor Amsterdam

Samen met Kate en haar team hebben we een eigen donutmodel ontwikkeld voor Amsterdam. De komende jaren willen we voor de voortgang van de circulaire economie niet alleen kijken naar het gebruik van materialen en de cyclus die zij doorlopen, maar ook naar sociale aspecten als gezondheid, scholing en gelijkheid. En dan kijken we niet alleen naar de mensen in Amsterdam, maar ook naar de mensen in andere landen en werelddelen die onze producten gemaakt hebben. Maatregelen die klimaatverandering tegengaan, zijn geen luxe, maar een noodzaak voor een leefbare stad. De gemeente Amsterdam blijft daaraan werken met de zeven stadsdelen, lokale initiatieven, marktpartijen, kennisinstellingen én Amsterdammers.

Om het makkelijker te maken om anders en minder te consumeren, gaat de gemeente bijvoorbeeld aan de slag met bedrijven, lokale initiatieven en kennisinstellingen om een netwerk van deelplatforms, kringloopwinkels, online marktplaatsen en reparatiediensten op te zetten.

We gaan het gebruik van nieuwe grondstoffen en materialen fors verminderen. De gemeente gaat zoveel mogelijk gebruikte producten inkopen, we werken met horeca samen om minder voedsel te verspillen, en we vragen bouwbedrijven om met duurzame materialen te werken.   

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Klimaatmaatregelen kunnen ook banen creëren die we straks hard nodig hebben. Het aardgasvrij maken van huizen is veel werk. Denk bijvoorbeeld alleen al aan het aanleggen van installaties en het aanbrengen van isolatie. Om onze ambities op wind- en zonne-energie te realiseren, moeten er duizenden zonnepanelen aangelegd worden, en windmolens gebouwd. Dat is een stuk arbeidsintensiever dan kolen stoken.

Ook plastic scheiden, recyclen en verwerken tot een nieuw product levert meer werk op dan plastic verbranden in de vuiloven, en ‘gewoon’ nieuw plastic maken uit olie. Om te zorgen dat reparatie en hergebruik van spullen ook echt loont, roep ik het Rijk op om de belasting op arbeid te verschuiven naar belasting op grondstoffen en energie. Zo wordt repareren goedkoper, terwijl de aanschaf van een nieuw product duurder wordt.

Bij de vorige economische recessie lukte het maar mondjesmaat om met klimaatbestendige maatregelen te komen, en liep de strijd tegen klimaatverandering vertraging op. De duurzaamheidssector heeft zich de afgelopen jaren verder ontwikkeld en is veel inclusiever geworden. Bij het bedrijfsleven leeft het besef nu breed dat klimaatbeleid nodig en onontkoombaar is. Voor heel bedrijven is maatschappelijk verantwoord ondernemen geen extraatje meer, maar onderdeel van hun dagelijks werk en hun verdienmodel. Amsterdam heeft een aantrekkingskracht op talent dat impact wil maken. Ik ontmoet veel jonge mensen die zich willen inzetten voor een duurzame stad.

Veerkrachtige stad

Het is onbestaanbaar dat dit alles wat we samen bereikt hebben, stil komt te staan. Dus ja, juist daarom ga ik door. Nogmaals, dat voelt soms vreemd, terwijl nog zoveel mensen voor hun leven vechten op de IC. Veel mensen ook in mijn eigen omgeving maken zich zorgen om hun ouders, om buren, om collega’s. Maar ik doe het in de wetenschap dat dit ons gaat helpen als we straks weer vooruit kunnen kijken. De overstap naar een circulaire economie is nodig om onszelf én anderen een eerlijke kans te geven op een goed leven. Amsterdam gaat die stap zetten, als een van de eerste steden in de wereld. Dit gaan we samen doen. Een toekomstbestendige, veerkrachtige stad bouwen, samen met alle Amsterdammers.