Lees hieronder de volledige tekst:
Voorzitter, dank. Wat een eer om hier mijn maidenspeech te mogen geven, voor u allen. Wij hebben iets heel belangrijks met elkaar gemeen. Onze liefde voor Amsterdam en onze belofte om ons elke dag voor onze stad in te zetten. Wat een privilege en wat een verantwoordelijkheid.
We staan op schouders van Reuzen
Enkele dagen na de verkiezingen dronk ik een kopje koffie en keek uit mijn raam. Mijn mede-Amsterdammers schoten voorbij. In bussen, op de fiets, achter een rollator. Ik kneep mezelf bij de gedachten dat ik nu hún volksvertegenwoordiger mocht zijn. Al drinkend schoten mijn gedachten naar een plek hier ver vandaan, in noordoost Marokko. Waar mijn vader is opgegroeid en mijn grootouders enkele maanden voor onze verkiezingen overleden. Ik had ze graag willen vertellen hoe dankbaar ik hen en mijn vader ben dat ik hier vandaag voor u kan staan.
Mijn gedachten versprongen weer, naar Café Heuvel op de Spiegelgracht, waar mijn Nederlandse opa graag een fluitje of 2 dronk na een lange dag werken in zijn verfhandel. Naar mijn oma die zich bij de Diaconie onvermoeibaar inzette voor vluchtelingen. Na haar eigen ervaringen in een Japans interneringskamp voelde ze daar een sterke verbondenheid mee. En naar mijn moeder, die mij stimuleerde om te worden wie ik ben.
Voorzitter, in ons leven staan wij op de schouders van reuzen. Ik ben historicus. En wanneer je leert over de geschiedenis, lijkt deze een aaneenrijging te zijn van grote daden, grote slagen en grote mannen.
Onze echte helden
In de realiteit wordt onze stadsgeschiedenis dagelijks geschreven door de helden die niet benoemd worden in de boeken. Helden zoals mijn voormoeders en voorvaders. Helden als de stratemakers die de wegen leggen waar wij overheen fietsen. De mannen en vrouwen in oranje hesjes die onze stad onderhouden. De docenten die ons en onze kinderen leren over de wereld om ons heen. De verplegers die ons verzorgen als we dat zelf niet kunnen. Grote daden, grote slagen en grote mensen.
Voorzitter, iedere Amsterdammer speelt een onmisbare rol in onze gedeelde geschiedenis én onze gedeelde toekomst. Maar niet elke Amsterdammer wordt naar behoren gewaardeerd voor die rol. En voor mij is dit een belangrijke reden geweest om de politiek in te gaan. Want ik maak mij zorgen, en met mij velen, dat Amsterdam een plek wordt waar alleen ruimte wordt gemaakt voor mensen met een dikke portemonnee.
Wij zijn namelijk het neoliberale kapitalistisch systeem namelijk als natuurwet gaan zien, een thuis als beleggingsobject en bestaanszekerheid als luxegoed. ‘Je invechten’ is synoniem geworden voor je mond houden en aanpassen. En ‘tolerantie’ voor je ogen sluiten en maar doorlopen. We leven in een tijd waarin de crises ons om de oren slaan, en waarin verworvenheden zoals het zelfbeschikkingsrecht en gelijkheid soms en steeds vaker ter discussie lijken te staan.
Samen bouwen aan de toekomst
Voorzitter, ik geloof in een Amsterdam waarin er ruimte is voor ons allemaal. Waarin we nieuwsgierig kunnen zijn naar onze verschillen en deze vieren. Een Amsterdam waarin we naar elkaar omkijken en elkaar waarderen, niet allen in woorden, maar ook juist in daden. En in mijn optiek bieden de uitdagingen waar wij voor staan hiertoe ook mooie kansen. Want deze kunnen we alleen oplossen met elkaar, als we samenwerken.
Daarom ben ik blij mijn maidenspeech te mogen houden bij zo een belangrijk thema als de MBO-agenda. Onze mbo’ers zijn namelijk óók die helden die niet benoemd worden in de geschiedenisboeken. Maar wát ze zijn onmisbaar, alleen al in het oplossen van de woon-, klimaat- en arbeidscrises. De bouwvakker, de installateur, de verzorger, de stratenmaker, de buurtwerker. Als stad moeten wij investeren in deze helden, en het maakt me trots dat wij dat middels de mbo-agenda ook doen.
Voor de komende vier jaar zie ik het als opdracht aan mijzelf om doorlopend mij in te zetten voor onze mbo’ers en alle andere Amsterdammers die onze stadsgeschiedenis schrijven. Ik hoop u hierbij aan mijn zijde te hebben. Middels dit agendapunt en de moties die ik met een aantal van u mag indienen, geloof ik wel dat het goed komt. Een mooie start. Het is tijd om arbeid, kunde en maatschappelijke meerwaarde anders te waarderen. Op een manier die recht doet aan ieders talenten, en deze naar behoren beloont. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat Amsterdam een stad is voor iedereen, met een geschiedenis en toekomst van ons allemaal.
Dank u wel.