Voorzitter, wij hebben in dit land, in onze stad, te vaak te maken met uitsluitingsmechanismen.
Ik was 5 jaar oud toen ik met mijn familie naar Nederland vluchtte. Ik groeide op in een wijk in Assen die in de statistieken wellicht omschreven zou worden als een “arme” wijk maar waar ik zelf grote rijkdom ervoer.Ik groeide op met Turkse, Iraanse, Somalische en Irakese culturen, wij vierden samen Eid el Fitr, kerst en awdeamet en ik leerde dat wij meer gemeen hadden dan verschillen.
Hoe rijk mijn jeugd enerzijds was, was er ook een andere kant. Ik leefde tot mijn 18e ongedocumenteerd in Nederland. Doordat er werd gehandeld vanuit wantrouwen, door fouten in het systeem.
Ongedocumenteerd
Maar wat betekent het nou, ongedocumenteerd zijn? Dit betekende veel verschillende dingen. Zo wilde ik vroeger heel graag in de zomervakantie bollen plukken met mijn hartsvriendin in een dorp in de buurt, alleen zonder papieren mag je niet werken. Toen mijn vrienden hierachter kwamen startten ze massaal een handtekeningenactie, waarbij ze de overheid verzochten om mijn familie wel heel snel een verblijfsvergunning te geven. Helaas werd er geen gehoor gegeven aan deze activistische brugklassers.
Het betekende ook dat toen ik een van de winnaars was van een debatwedstrijd en naar de EU in Strasbourg mocht, dit niet zomaar kan, want ongedocumenteerd zijn betekent ook dat je niet de grens over kan. Ongedocumenteerd zijn betekent ook dat toen ik 16 werd, het nog niet zeker was of ik school mocht afmaken. Het betekende ook dat ik elke donderdag de wiskundeles moest missen omdat ik mij dan moest melden op het politiebureau.
Ongedocumenteerd zijn betekende ook dat toen ik mijn middelbareschooldiploma behaalde, ik nog geen verblijfsvergunning had en dat dit zou betekenen dat ik niet kon gaan studeren. En als rode draad door je ongedocumenteerde leven, leef je met het feit dat je elk moment teruggestuurd kon worden.
Maar ik had het privilege dat mijn moeder zich ondanks alle uitsluitingsmechanismen keihard inzette om een prachtig netwerk om ons heen te bouwen, waardoor ik niet meer mijn wiskundeles hoefde te missen, waardoor ik door Advocaat Inge Zuidhoek toch naar Strassbourg kon gaan en omdat onze eerste verblijfsvergunning net op tijd kwam voor het nieuwe schooljaar, ik toch kon beginnen met mijn studie.
Maar ik had natuurlijk veel liever gehad dat mijn moeder al haar energie kon inzetten om haar eigen dromen te verwezenlijken, haar eigen studie af te maken en een stuk minder stressvol bestaan had kunnen opbouwen in Nederland.
Maar de tijd heeft niet stil gestaan. Zeven jaar geleden richtte ik samen met mijn moeder Stichting Lemat (wat bloei betekent) op, omdat wij nieuwkomers wilden zien opbloeien binnen de Nederlandse samenleving.
Een stichting bestaande uit statushouders en Nederlanders met een vluchtelingenachtergrond die als bruggenbouwer fungeerde om kloven te overbruggen en om mee te denken over beleid dat aansluit bij de behoeften van statushouders.
Onzichtbare helden
Als wij het hebben over hoe wij willen dat onze stad, een stad kan worden van en voor iedereen, dan slagen wij daar alleen in als wij mét mensen blijven praten in plaats van óver mensen.
En voorzitter, de uitdaging van de stijgende armoede en de daardoor toenemende kansenongelijkheid ligt voor ons. En ik geloof er heilig in dat wij dit alleen goed kunnen bestrijden als wij sleutelpersonen, ervaringsdeskundigen en informele organisaties centraal zetten, en hen een plek geven bij het beleid maken en bij de uitvoering.
Daarbij is het ontzettend belangrijk dat wij hen ook waarderen als gelijkwaardige partners. Want ik ken talloze “onzichtbare helden” die zich dag en nacht inzetten om het leven van Amsterdammers mooier te maken. Die Amsterdammers die wellicht nu nog een te grote drempel ervaren om bij de gemeente aan te kloppen.
Ik denk hierbij aan een Mek van St Ykaello, de geweldige vrouwen van actiegroep Wildemanbuurt, Neighbourhood feminists, stichting Prachtvrouw, en Be Ubuntu. En zo zijn er nog veel meer fantastische onzichtbare helden die onze Amsterdam nog mooier maken.
De Bibliotheek
Voorzitter, mijn verhaal heeft mij gemaakt tot wie ik ben vandaag. En ook al was er sprake van grote uitsluitingsmechanismen, er was één plek die niemand uitsloot. De bibliotheek in het Forum, in het centrum van Assen. Een plek waar wij elke zaterdag met het hele gezin naartoe gingen, het maakte van mij een boekenwurm en mijn lieve meester Heeroma zag dat, motiveerde mij en ik had jarenlang de titel “snelste lezer van de klas” … en dit gun ik elk kind in Amsterdam, ongeacht achtergrond.
En daarom ben ik ontzettend blij dat de OBA Next in het mooie Zuidoost komt, in het stadsdeel waar ik de afgelopen 5 jaar met veel plezier heb gewoond en het stadsdeel wat mij echt thuis laat voelen in Amsterdam. Wat zou het toch mooi zijn om met de komst van de OBA Next in Zuidoost, de functie van de bibliotheek te verruimen door meteen een verbinding te maken met kunst & cultuur, het Bijlmerparktheater, aanbod van muzieklessen te verruimen en een plek te realiseren waar democratisering centraal staat.
Ons mantra is niet voor niks ongelijk investeren voor meer gelijkheid in de stad, er is te lang te weinig geïnvesteerd in dit stadsdeel. Het is tijd dat we mensen in dit stadsdeel niet uitsluiten, en de inwoners en organisaties van Zuidoost meenemen in de invulling van de OBA next, zodat het meer dan een gebouw wordt.
Zodat het een plek wordt waar mensen uit heel Amsterdam samen komen en waar kinderen en andere inwoners uit Zuidoost kunnen opbloeien tot de persoon die zij willen zijn.
Dank u voorzitter.