Lees hieronder de volledige tekst:

Voorzitter, dank. Wat bijzonder om vandaag voor het eerst in de raad het woord te mogen voeren. En wel over een mooi actieplan voor zelfstandigen in Amsterdam. We zien dat onze flexibele arbeidsmarkt hard wordt geraakt door de coronacrisis. Een markt waar mensen van tijdelijk contract naar tijdelijk contract bewegen, zonder sociaal vangnet, met veel onzekerheid.

Voorzitter, vandaag sta ik graag stil bij de vraag hoe we in deze situatie terecht zijn gekomen. En belangrijker nog; waar we naar toe willen.

Keuzes maken

Onze economie is namelijk niet het resultaat van natuurwetten; het is niet een gegeven of een onveranderlijk feit. Nee, een economie wordt ontworpen en in stand gehouden. Het is een product van keuzes die mensen hebben gemaakt. Keuzes over wie het voor het zeggen heeft; wie de macht heeft. Dat is voor mensen als ik, geboren in de jaren 90, soms makkelijk te vergeten. Ik weet niet anders; de liberalisering van de economie was al lang in gang gezet voordat ik überhaupt m’n ogen opendeed; en nu is het de normaalste zaak van de wereld dat in allerlei sectoren de zogenaamde ‘markt’ de macht in handen heeft.

Gesprekken over economie gaan dan ook vaak over markt versus overheid. Zo leerde ik tijdens mijn studie politieke economie over “vraag en aanbod”. Alles is een markt zeiden ze, met efficiëntie en groei als ultiem doel.

De financiële crisis van 2008 maakte een hoop duidelijk over wat er mis is met deze blik op onze economie. De banken van toen zijn gered op kosten van de publieke zaak. En nu, na tien jaar Rutte, zien we hoe de sociale zekerheid verder is uitgehold. De zorg en het onderwijs kampen met enorme tekorten en de verschillen tussen arm en rijk nemen alsmaar toe. We zien een economie waar in Nederland de rijkste 10 procent 64 procent van het vermogen in handen heeft. Waar de ‘lucky few’ hun weg misschien weten te vinden, maar waar grote groepen in onzekerheid leven.

En laat het duidelijk zijn: dit is een gevolg van politieke keuzes. Geen natuurverschijnsel. En dus kunnen we er ook voor kiezen om andere keuzes maken. Daaruit blijkt wie we werkelijk willen zijn, voor wie we ons inzetten. Zo kunnen wij kiezen welke stad we samen voor ogen hebben. Want ik zie om me heen veel mensen die vragen om andere keuzes; die werken aan een alternatief. Juist ook in mijn generatie.

Radicale oplossingen

Voorzitter, als je, zoals ik, de wereld wil veranderen, moet je goed bedenken waar je begint. De wereld is groot, de invloeden complex. Dus, zo zei ik tegen mezelf een paar jaar terug: houd het dichtbij. Machtsongelijkheid, sociale rechtvaardigheid en klimaatverandering spelen ook in mijn buurt, in mijn eigen stad. Sterker nog, steden en buurten zijn perfecte plekken om te beginnen; om te experimenteren, te laten zien wat de mogelijkheden zijn. In de stad komen alle grote vraagstukken samen; en dus is het ook dé plek om te kiezen voor radicale oplossingen.

En we zien dit op veel plekken al gebeuren. Als eerste donutstad ter wereld is Amsterdam een voorbeeld voor andere steden en ik ben heel blij dat dit college het donutmodel van Kate Raworth omarmt. De ambities voor verduurzaming in Amsterdam zijn groots, en hoognodig. Klimaatverandering is de grootste opgave van mijn generatie en elke dag dat we daar geen aandacht voor hebben is een dag verspild.

Ook maken we ons hard voor digitale rechten, zoals in de Cities Coalition for Digital Rights, samen met New York. En ook via het Fearless Cities netwerk leren wij van Barcelona en inspireren we op onze beurt weer andere steden in Europa om te kiezen voor solidariteit en samenwerking. Zo beginnen we nu in Zuidoost met Community Wealth Building; een economie waar Amsterdammers zelf zeggenschap hebben, met meer waarde voor de wijk.

In Amsterdam laten we zien hoe het anders kan en hoe die andere wereld eruit kan zien. Amsterdam inspireert. Verbindt. Laten we onze eigen macht en invloed niet onderschatten en deze beweging vooral doorzetten en verder uitbreiden.

Macht en zeggenschap delen

Voorzitter, mijn generatie wordt soms verweten dat we idealistisch zijn. Maar, we zijn ook pragmatisch: als iets niet werkt, moeten we het niet doen. En als er één ding is dat niet werkt, dan zijn het wel de gemaakte keuzes voor onze economie. Zo is er bijvoorbeeld geen enkel empirisch bewijs dat het trickle-down effect bestaat: de belofte dat belastingvoordelen en steun voor grote bedrijven aan de top via ‘marktwerking’ leiden tot betere resultaten voor mensen in alle delen van de samenleving. Sterker nog, er komt steeds meer bewijs dat het tegendeel waar is. In plaats van een top down economie kunnen we kiezen voor een economie waar we macht en zeggenschap delen. De overheid en de markt zijn niet de enige spelers; het gaat om de gemeenschap; de mensen. Ook hier in Amsterdam. De stadsmakers, de kunstenaars, de ontwerpers, de wijk; kennis die ontstaat uit mensen die samen komen, samen leven.

Meer burger, minder markt

Laten we kiezen voor commons. Een Engels begrip dat we in het Nederlands kennen als de klassieke ‘meent’. Onze gemeenschap. Het zit zelfs in onze eigen naam: wij zijn de gemeenteraad. Wij dienen onze gemeente: onze stad, onze openbare ruimte, onze straten, onze parken. Dat wat we delen en waar we samen gebruik van maken. Door te kiezen voor commons bevragen we wie wanneer het recht van spreken heeft. Niet altijd de overheid, niet altijd de markt is aan zet. Het gaat om hoe we de macht verdelen, en dus soms ook durven loslaten. Welke keuzes we maken. Meer burger, minder markt, en een overheid die dat mogelijk maakt.

De digitale toekomst

Bijvoorbeeld, in het debat over digitalisering gaat het bij uitstek om macht en keuzes maken. De digitale toekomst overkomt ons niet; die bepalen we met elkaar. Zoals Marleen Stikker ons keer op keer vertelt, technologie is niet neutraal. De coronacrisis maakt duidelijk hoe afhankelijk we inmiddels zijn van techgiganten.  Dat merken we ook hier, vandaag. Zonder internet en MS Teams weet ik niet wat er van deze maidenspeech zou zijn geworden. Ik ben geen technologie pessimist. Hoewel… tot een paar weken terug gebruikte ik om principiële redenen nog amper WhatsApp. Om mijn rol als volksvertegenwoordiger goed uit te kunnen voeren, moet ik er nu dan toch echt aan geloven. Ondertussen ben ik de tel al kwijt in hoeveel app groepen ik nu zit. En als ik nog een persoonlijke ambitie mag uitspreken: zoveel mogelijk raadsleden laten overstappen op Signal, een prima alternatief.

Ik ben geen pessimist, maar ben wel waakzaam. Waakzaam voor een stad waar we publieke waarden verliezen in naam van technologische innovatie. Waar de commerciële blik van private partijen bepaalt hoe we onze stad inrichten. Waar onze data als ruilmiddel wordt gebruikt om winst te maken. En dat terwijl we ook kunnen kiezen voor data als commons; in handen van de gemeenschap. Kiezen voor digitale en technologische geletterdheid, voor zeggenschap en soevereiniteit. Zo creëren we een veilig publiek digitaal domein. Daar moeten we voor staan. Want als je nergens voor staat, val je voor alles.

Verandering

Voorzitter, ik sluit af. Juist deze crisis biedt de kans om de verandering te brengen die zo hard nodig is. Verandering gebeurt namelijk in ongewone tijden; niet in normale, rustige tijden. Ik ga er in ieder geval alles aan doen om, samen met de GroenLinks fractie, deze systeemverandering in gang te zetten. Laten zien hoe het ook kan: een rechtvaardige, democratische economie waar we kiezen voor solidariteit en samenwerking.

Wil je meer lezen en weten wie Elisabeth is, klik dan hier voor haar profiel.