Als gemeenteraadslid moet je een lange adem hebben. Pas na drie of vier jaar zie je doorgaans resultaat van ingebrachte ideeën, amendementen en initiatiefvoorstellen.

Een goed voorbeeld daarvan is mijn collega Fjodor Molenaar: consistent heeft hij de afgelopen vier jaar gehamerd op het belang van de openbare ruimte, van voetgangers en fietsers, van goed openbaar vervoer. Het laatste jaar plukt hij - en de stad - daar echt de vruchten van: straten worden autovrij, fietsers krijgen meer voorrang, en hele grachten worden ingericht om te flaneren in plaats van te parkeren. Dat is natuurlijk niet alleen de verdienste van Fjodor, maar hij heeft met al zijn initiatiefvoorstellen en ideeën wel consequent de koers bepaald.

Het laatste jaar zie ik ook steeds meer terug van mijn eigen voorstellen, soms zelfs nog gedaan in de vorige raadsperiode. Zo bereidde ik afgelopen weekend de vergadering van de commissie Kunst en Cultuur voor, waarin één van de agendapunten 'cultuureducatie' is. In het stuk van de wethouder zag ik een aantal keer mijn eigen naam voorbijkomen, zoals over een amendement dat ik vier jaar geleden heb ingediend om ervoor te zorgen dat er muziekonderwijs voor alle Amsterdamse kinderen komt. Sindsdien heb ik er - net als Fjodor met openbare ruimte - consequent op gehamerd hoe belangrijk cultuureducatie in het algemeen en muziekonderwijs in het bijzonder is. En zie nu: het College van B&W heeft met de schoolbesturen een convenant gesloten om - jawel - muziekeducatie op alle Amsterdamse basisscholen verplicht te maken.

In de commissie Economische Zaken & Water - die ook deze week vergadert - is een lange adem ook belangrijk: zo praten we al ruim twee jaar over het passagiersvervoer op het water, de rondvaart dus. Deze markt wordt nu grotendeels bepaald door vier grote rondvaartbedrijven die alle vergunningen hebben. Dat vind ik al jaren een slechte zaak. Immers, deze vier bedrijven zijn gegarandeerd van hun plek op het water, en hoeven dus niet echt met elkaar te concurreren op prijs, kwaliteit en duurzaamheid. Het resultaat is een volle gracht vol stinkende dieselboten. Er moet dus iets veranderen aan dit systeem, zodat ook kleinschalige, innovatieve en duurzame rondvaartbedrijven toegang krijgen tot het water (ten koste van die vieze boten). Gelukkig zie ik het langzaam die kant op gaan: volgend jaar komt het College van B&W met voorstellen voor een nieuw 'rondvaartsysteem', en als ik de stukken nu doorlees, zie ik dat er inderdaad veel meer ruimte wordt gemaakt voor die duurzame boten.

De stad moet dus nog een jaartje wachten, en in de tussentijd moet GroenLinks er op blijven hameren dat de rondvaart in de stad zo schoon en innovatief mogelijk moet worden. Ik heb goede hoop dat ik volgend jaar veel van onze voorstellen en initiatieven zal terugzien in het voorstel van het College. En als dat niet gebeurt? Ach, we kunnen het altijd nog amenderen!