In 2021 maakte het college bekend dat het binnenkort verboden zou worden om in Amsterdam levende kreeften, krabben of bont te verkopen op de markt. Mooi nieuws, want dierenleed hoort wat GroenLinks betreft niet bij onze stad. Het feit dat het verkopen van dierenhuid en levende zeedieren zo normaal is, vinden we erg zorgwekkend.

Amsterdam heeft de grootste hoeveelheid markten van Nederland, meer dan dertig. Dit verbod  kan in Amsterdam daarom een enorme stap zijn voor dierenwelzijn in heel Nederland. 

Helaas lukt het de gemeente niet om het verbod op te leggen. Een verbod gaat het hoogstwaarschijnlijk niet halen bij de bestuursrechter, omdat landelijke wetgeving ons die ruimte niet geeft. Dat is heel jammer. Daarom moeten we onze pijlen nu richten op de landelijke overheid: er moeten ruimere bevoegdheden komen voor gemeenten om dierenleed te beperken binnen de gemeentegrenzen. Daarnaast moet de Wet Dieren aangepast worden zodat dierenleed niet alleen in Amsterdam, maar overal in Nederland, verboden wordt. 

Amsterdam moet een bontvrije gemeente worden. Zolang er geen verbod is, moeten we in gesprek blijven met het kleine aantal winkels en marktverkopers die nog kleding en accessoires met bont verkopen om hen aan te moedigen dat te staken. Ook moeten we scholen aanmoedigen om mee te doen aan bewustwordingscampagnes over het gebruik van bont in kleding. Dit ontmoedigingsbeleid moeten we ook doorzetten bij winkels en marktverkopers die levende kreeften of krabben verkopen. 

In Amsterdam mogen dieren niet onnodig lijden. Zeker niet voor winst of vermaak.