Afgelopen week kwam in de commissie Jeugd en Cultuur het GroenLinks-PvdA voorstel aan bod om peuterspeelzalen, crèches, voorscholen en andere peutervoorzieningen samen te voegen tot één gezamenlijke voorziening voor peuters. Kinderen van verschillende achtergronden kunnen hier samen spelen en leren: kinderen van werkende ouders of ouders zonder werk; kinderen met of zonder risico op (taal)achterstand en kinderen van verschillende culturele achtergronden.
Gezamenlijke opvang voor betere kansen
Op dit moment gaan peuters van ouders met een middeninkomen naar een crèche. Peuters van ouders met één werkende ouder, of van ouders die niet geboren zijn in Nederland, gaan meestal naar een peuterspeelzaal of voorschool. Vanaf de luiers leven Amsterdammers met verschillende achtergronden langs elkaar heen: het draagt bij aan de sociale segregatie in onze stad.
Daarom wil GroenLinks en de PvdA met een gezamenlijke peutervoorziening dat Amsterdamse kinderen meer samen leren, spelen en opgroeien, ongeacht de sociaaleconomische of etnische achtergrond. Onderzoek wijst uit dat het integreren van dit soort voorzieningen voor kinderen – met een basisschool onder hetzelfde dak – de kansen verderop in hun schoolcarrière vergroot.
Aanpakken taal- en leerachterstanden
De wethouder lijkt het voorstel te omarmen. Helaas zien we dat ze het voorstel ook aangrijpt om de huidige focus op het wegwerken van taal- en leerachterstanden los te laten. Het lijkt of de wethouder denkt dat met een gezamenlijke peutervoorziening, plus de focus op taal- en leerachterstand, te veel aandacht wordt geschonken aan achterstandsleerlingen.
Het lijkt alsof een onvermijdelijke keuze gemaakt zou moeten worden: óf een integrale voorziening, óf een focus op het bestrijden van achterstanden. Een valse tegenstelling: je kunt, zoals GroenLinks en de PvdA voorstellen, een brede integrale voorziening opbouwen voor alle peuters, met daarbij als focus het bestrijden van ongelijkheid en achterstanden.
Focus op tweetalige kinderopvang
De wethouder lijkt nu het speerpunt te verschuiven naar – bijvoorbeeld - het inrichten en faciliteren van het aanbod van tweetalig kinderopvang. De wethouder wil dat de gemeente de aanbieders van kinderopvang actief stimuleert dergelijke opvang aan te bieden. Vreemd, want het staat aanbieders van kinderopvang al vrij dit tweetalig aan te bieden, zolang ze maar voldoen aan de wetgeving. GroenLinks vindt de huidige variatie waaruit ouders kunnen kiezen een goede zaak.
De wethouder focust zich dus niet op datgene waar zij hard en dringend voor nodig is: aandacht voor kinderen in de stad met een taal- en leerachterstand. De aandacht gaat uit naar het meer faciliteren en aanmoedigen van tweetalig kinderopvang door particulieren, terwijl zij die ruimte al krijgen van de Rijksoverheid.
Kies voor gezamenlijke opvang mét focus op achterstand
De keuze voor een gezamenlijke voorziening juichen we toe. Het is echter zorgelijk dat de invulling van de wethouder ten koste gaat van de huidige scherpe focus om taal- en leerachterstanden te bestrijden. Op dit moment is de hoogste prioriteit het wegwerken van deze achterstanden, dat moet zo blijven.