Vandaag is het 21 maart, de Internationale dag tegen Racisme en Discriminatie. De dag is door de VN is ingesteld naar aanleiding van de bruut neergeslagen demonstratie tegen de apartheidswetten op 21 maart 1960 in Sharpeville, Zuid-Afrika waarbij de politie 69 demonstranten doodschoot. Nog elke dag kun je zien dat de strijd tegen racisme, discriminatie en onverdraagzaamheid niets aan urgentie heeft ingeboet.

Sterker nog, verzet is juist nu nodig. Want virulent racisme tiert nog altijd welig in onze samenleving en met de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen lijken xenofobische sentimenten meer mainstream te zijn geworden. Het ideaal van een fijne, inclusieve samenleving waar verschil, anders mogen zijn en afwijken van de norm als iets moois en verbindends worden gezien staat onder grote druk en dreigt te worden verpletterd door oplevend nationalisme van Wilhelmus-fans en pleur-op-roepers.

Ook in Amsterdam zijn de voorbeelden van alledaags racisme legio. Nog geen maand geleden bespraken we in de raad dat sommige uitzendbureaus er totaal geen moeite mee hebben om louter wit personeel aan te leveren als daar specifiek om wordt gevraagd. Twee weken later stond discriminatie bij Amsterdamse uitgaansgelegenheden op de agenda waar - door de inzet van mysteryguests - onomstotelijk bleek dat discriminatie op afkomst en huidskleur nog altijd voor komt.

Vandaag publiceerde het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA) de bevindingen over 2016. En de conclusies zijn ronduit schokkend. 2016 laat een toename zien van klachten over discriminatie op grond van huidskleur of afkomst, van 297 in 2015 naar 314 in 2016. Het aantal meldingen van moslimdiscriminatie bleef ongeveer gelijk, maar de heftigheid van de uitingen neemt toe. Lees hier meer.

Ik ben er van overtuigd dat de toegenomen heftigheid van discriminatie in de stad samenhangt met de normalisering van 'wij-zij'-denken en onversneden rassenhaat in de politiek en op social media. De discussies in de verkiezingscampagnes gingen vaak over identiteit en integratie. Opvallend was niet dat de VVD en het CDA gingen vissen in de troebele vijver van vreemdelingenhaat, maar vooral dat sommige linkse partijen er zelfs in meegingen en dat anderen er maar voorzichtig iets tegenover stelden. Want laten we nu eerlijk zijn. Het ging toch niet over discriminatie op de arbeidsmarkt, over hoe het kan dat de politie de burgerrechten van vreedzame demonstranten tegen Zwarte Piet schendt of over de walgelijke manier waarop Nederlanders die moslim zijn dag in dag uit gebashed worden?

Ik maak me grote zorgen over de normalisering van racisme. Ik schreef daar eerder in het Parool dit stuk over. En precies daarom moeten we stilstaan bij 21 maart. Moeten we juist nu alert zijn en moeten mensen die tegen racisme en discriminatie op staan zich verenigen. No Pasaran!