In Amsterdam werken veel mensen dagelijks aan de publieke zaak. Van wijkverzorger tot beleidsambtenaar en van gebiedscoördinator tot klantmanager. Ongeveer 13.000 mensen werken voor de stad en daarvan zijn er maar liefst circa 3.000 werkzaam via een flexibel dienstverband. Dan hebben we het over zzp-ers, uitzendkrachten of mensen met een tijdelijk contract. Dat is erg veel; en het is niet goed voor de stad.
In het voorjaar kwamen de Amsterdamse flexwerkers en de FNV in actie en werd de Amsterdamse Flexwerkgroep in het leven geroepen. Ze boden aan de gemeentesecretaris hun bevindingen en wensen aan op dit gebied. Een paar maanden later volgde er ook nog een zwartboek.
En ook in de politiek drong het besef door dat er iets moest gebeuren. Want de verhalen waren schrijnend: er is sprake van ongelijke behandeling op het gebied van salaris, verlof, scholing en pensioen. Uitzendkrachten leven voortdurend in onzekerheid of hun contract verlengd wordt. Hierdoor wordt het heel moeilijk een stabiel leven op te bouwen, omdat je bijvoorbeeld ook moelijker een hypotheek kan krijgen, of snel terugvalt in een uitkering.
De toename van flexwerk is om deze redenen natuurlijk al veel langer een grote bron van zorg voor meerdere partijen, en ook van GroenLinks. Landelijk is voor de overheid zelf een maximum norm afgesproken van 10% flexibele schil. Amsterdam zit nu op zo’n 25%. Als we een goede werkgever willen zijn, als we écht vinden dat structureel werk ook structureel ingevuld moet worden, dan moet dat cijfer veel en veel lager. Ook de organisatie wordt daar beter van; het is uiteindelijk zelfs goedkoper: kennis wordt beter geborgd en er hoeft minder geswitcht en ingewerkt te worden. In juni nam de raad daarom een motie van GroenLinks en PvdA aan waarin het college op pad werd gestuurd dat nader uit te werken.
Gisteren presenteerde het college het plan van aanpak, hoe ze de bestuursopdracht flexibele inzet verder gaan uitwerken: een definitie van flexwerk, opstellen van beleid en streefcijfers en meer gelijktrekken van arbeidsvoorwaarden. In mei volgend jaar komt de uitwerking. Belangrijkste is dan om goed in de gaten te houden waar het om gaat: het recht op baan- en bestaanszekerheid voor werknemers, en een goede en slimme ambtelijke organisatie voor de Amsterdammers.