Het lage waterpeil in Amsterdams Waterland is schadelijk voor water, klimaat en de biodiversiteit. Dat blijkt uit onderzoek dat het college op verzoek van GroenLinks liet uitvoeren. Op basis van het onderzoek laat het stadsbestuur weten het beleid ten aanzien van Waterland aan te passen. Het waterpeil moet omhoog, de gemeente gaat daarover het gesprek aan met het waterschap en de provincie.

Het waterpeil in het veen van Waterland wordt laag gehouden omwille van de melkveehouderij. Dat lage waterpeil leidt tot veenoxidatie; het veen staat droog, waardoor het langzaam verbrandt. Daardoor klinkt het veen in, gaat de biodiversiteit achteruit en komen er tonnen CO2 in de atmosfeer. Het huidige Amsterdamse beleid doet veel te weinig om dit te voorkomen. Groepen in de regio vroegen hier al in 2015 aandacht voor, maar het college was toen nog niet bereid het beleid aan te passen.

Daarom diende GroenLinks moties in om het beleid ten aanzien van Waterland te evalueren en te onderzoeken hoe snel het veen inklinkt en wat daar de gevolgen van zijn. Het onderzoek is nu uitgevoerd en de resultaten liegen er niet om. Het inklinken van het veen zorgt voor:

“Uitstoot broeikasgas, verslechtering van waterkwaliteit, afnemende waterveiligheid, toenemende beheerkosten, verlies van historische informatie, verarming van de biodiversiteit en verdwijnen van de landschappelijke kwaliteit die bij veenverkaveling hoort. Bodemdaling op zich heeft geen gunstige effecten.”

Er is ongeveer 1.500 hectare veen in Waterland. Eén hectare veen stoot per jaar zo’n 20 ton CO2 uit door veenoxidatie. Dat betekent dat het hele veen in waterland per jaar 30.000 ton CO2 uitstoot. Dat is net zo veel als 4.000 huishoudens. Je moet tien windmolens (3 MW) bouwen om deze CO2-uitstoot te compenseren. Dat zou je dus kunnen regelen door het waterpeil in Waterland omhoog te doen. Dan bespaar je tonnen CO2, bevorder je biodiversiteit en help je weidevogels als de grutto.

Dankzij het onderzoek erkent het college dat nu ook. Het gaat het beleid aanpassen en gaat in gesprek met de twee andere overheden die van belang zijn: het waterschap en de provincie. Voor GroenLinks zijn deze erkenning en het overleg een goede eerste stap. De gemeente kan zelf echter nog meer doen. Volgens het onderzoek is “de belangrijkste oorzaak voor inklinking het lagere waterpeil dat nodig is voor de huidige manier van landgebruik. De ontwatering zorgt voor meer ruwvoerwinning en maakt schaalvergroting en daarmee kostprijsverlaging in de veehouderij mogelijk.” De bodemdaling kan alleen worden afgeremd door het waterpeil te verhogen.

De huidige vorm van veehouderij moet dus op termijn vervangen moet worden door duurzamere landbouwvormen die passen bij een hoger waterpeil, zoals ik eerder al voorstelde. De gemeente moet dat in haar beleid vastleggen en stimuleren dat ondernemers in het gebied overschakelen. Duurzame landbouw bij hoger waterpeil kan rendabeler zijn dan traditionele, maar dat vraagt durf van de boeren. De gemeente moet daarbij helpen. Het voorstel dat GroenLinks daartoe indiende wordt nog voor de zomer besproken in de raad.