Het veenweidegebied boven Amsterdam is van grote waarde. Ondanks pogingen het gebied te beschermen, staat het veen onder grote druk. De veenbodem zakt ongeveer één centimeter op jaarbasis. De verwachting is dat de helft van ons veen binnen een eeuw is verdwenen. Daarom dient GroenLinks vandaag een initiatiefvoorstel in om het veen te redden. Met het landschap dient anders te worden omgegaan, het waterpeil moet omhoog en natuurwaarden moeten leidend worden.

De oorzaak van de verzakking van het veen ligt bij de (huidige vorm van) veehouderij: veel koeien op strakgemaaid gras. Daar is een lage waterstand voor nodig. Door afschaffing van de melkquota in Europa staat de veehouderij onder druk om nog verdere schaalvergroting door te voeren, en blijft een hoger waterpeil onbespreekbaar. Dit is een doodlopende weg: het veen verdwijnt en de natuur blijft achteruit gaan.

Inklinken veen heeft ernstige gevolgen

Zo verdwijnt het unieke karakter van het landschap. En door het inklinken van veengronden door de lage waterstanden neemt de CO2-uitstoot toe. Daarnaast staat de weidevogelstand onder druk. Een laatste reden tot zorgen over het inklinken van het veen is de kwetsbaarheid van de dijken. De grond binnen de dijken daalt, het waterpeil buiten de dijken stijgt door klimaatverandering, waardoor de druk op de dijken toeneemt.

GroenLinks-raadslid Jasper Groen dient daarom een initiatiefvoorstel in om op een andere manier met het veenlandschap om te gaan: behoud van het veen en natuurwaarden moeten hierbij leidend worden. Om het veen te redden is een hogere waterstand noodzakelijk. Hierdoor zullen boeren moeten overschakelen naar een ander verdienmodel. Dat kan, maar dan moet de gemeente helpen. In het voorstel worden verschillende oplossingen geboden. Zo moet de gemeente  biologische landbouw stimuleren, ook moet de gemeente zelf duurzame en natuurvriendelijke streekproducten inkopen.

Natte landbouw

Daarnaast wordt er op verschillende plekken in Europa geëxperimenteerd met zogenaamde ‘paluditieve’ landbouw, oftewel ‘natte landbouw’. GroenLinks wil van Waterland een lappendeken van natuur en natte landbouw maken. Daarom moet er in Waterland een pilot gestart worden met deze natte landbouw. Op landbouwgrond met een veel hogere waterstand dan bij de reguliere veehouderij kunnen namelijk allerlei andere producten verbouwd worden, die nog winstgevender zijn dan melkproductie. Denk hierbij aan lisdodde, een grondstof voor constructieplaten en isolatiemateriaal, en veenmos.

In plaats van melkveehouderij kunnen boeren waterbuffels houden. Waterbuffels leveren melk die meer voedingsstoffen bevat dan koemelk en het vlees is magerder dan dat van koeien. Ze gedijen uitstekend in gematigde streken en in Nederland zijn er al verschillende succesvolle voorbeelden van (biologische) waterbuffelboerderijen. “Laten we erop inzetten dat in de Amsterdamse supermarkten straks Waterlandse buffelmozzarella ligt, naast Grutto-Graskaas en Waterlands Weelde natuurvlees”, aldus Jasper Groen.

Samenwerken met regio en provincie

Tot slot moet Amsterdam samen werken met andere gemeenten in de regio en de provincie om in te zetten op een hoger waterpeil. Er moet een stimuleringsregeling komen voor boeren om over te schakelen op biologische- en natte landbouw. Ook is het mogelijk  een lokaal carbon credits-systeem op te zetten om de bespaarde CO2-uitstoot financieel te compenseren.