Het college van B en W publiceerde de Uitvoeringsagenda Mobiliteit, ook de verkeersnota genoemd. GroenLinks-raadslid Zeeger Ernsting vindt dat hierin te weinig aandacht besteed wordt aan voetgangers en fietsers, terwijl auto’s voorgetrokken worden.

Daar is 'ie dan: de verkeersnota van dit college. Langverwacht; want dik een jaar na aantreden was nog niet duidelijk waar college en wethouder heen wilde met het verkeer in de stad en de slag om de openbare ruimte die er in delen van de stad plaatsvindt. Ga maar na: al sinds vorige zomer staan de kranten vol verhalen over drukte, drukte en nog eens drukte. Het gaat daarbij vrijwel altijd over de drukte op straat, waar alle soorten verkeer zich door de vaak smalle straten persen.

Nieuw beleid?

De wethouder geeft aan geen nieuw beleid te willen ontwikkelen, maar door te willen gaan op de ingezette lijnen van de vorige periodes. En daarom is dit toch een vreemde nota. Zo is het voor een uitvoeringsagenda met concrete maatregelen vreemd dat er nauwelijks financiële gevolgen zijn: het zijn voor de helft kleinschalige pilots, onderzoeken, lopend werk - met name van stadsdelen - en reeds genomen investeringsbeslissingen. Geeft het college zelf aan.. Is het voor de andere helft dan toch een nieuwe beleidsnota? Laten we kijken naar de inhoud.

En die inhoud valt GroenLinks tegen. Bij de eerste lezing dacht ik nog dat ik heel wat herkende. Maar bij tweede lezing sloeg de twijfel toe en later dacht ik: wat irriteert mij toch zo? Het lijkt immers zo sympathiek; en zeker de inleidende hoofdstukken staan vol mooie voornemens en beweringen over ruimte maken, fietsers zijn de toekomst, keuzes maken, drukte tegen gaan; alles wat een GroenLinkser zich zou wensen. Maar in een uitvoeringsagenda hoort het te gaan over de maatregelen en de keuzes die daarin liggen, in de wetenschap dat ruimte en middelen schaars zijn. En juist daar gebeurt het niet. Sterker nog; het verschil tussen de maatregelen en de retoriek is groot.

Auto’s krijgen voorrang

In  hoofdstuk 3 over doorstroming valt bijvoorbeeld op dat de concrete maatregelen voor de fiets vaag zijn, waar de maatregelen voor auto’s zeer concreet zijn uitgewerkt. De laatsten zijn er ook veel meer. En naast die zeer concrete maatregelen ter bevordering van het autoverkeer komt een lijst met routes waar de auto prioriteit gaat krijgen: Oost-Westroutes, Noord-Zuidroutes, ringen en "overige belangrijke routes".

De meest onwenselijke maatregel is het herintroduceren van stedelijke snelwegen met een maximum snelheid van 70 km/uur. Ze worden uitvalswegen genoemd, "invalswegen" zou net zo goed waar zijn, en lopen deels door (toekomstige) woonwijken. Niet doen dus.

Niet minder, maar meer parkeerplekken

Dan de maatregelen over hoe ruimte gewonnen kan worden voor een prettigere stad (de hoofdstukken zijn omgedraaid). Een voorbeeld: "De Rode Loper als magneet voor winkelend publiek." Huh? De tekst erbij onthult de enige echte maatregel die erin verscholen zit: 560 parkeerplaatsen worden gerealiseerd met twee parkeergarages (Rokin en Vijzelgracht). Dit resulteert echter niet in minder parkeerplekken op straat, want “er is al zoveel opgeheven.” Er komen dus plekken bíj. - in tegenstelling tot eerder besloten. Dat kan wat ons betreft echt niet.

GroenLinks vraagt zich af of dit ook geldt voor  de Singelgrachtgarage bij het Marnix. Alle plekken die daar gebouwd worden, zouden op straat opgeheven worden volgens democratische besluiten, waar ook onze handtekening onder staat. Onder die voorwaarde houden we ons daaraan.

Acht nieuwe parkeergarages

En dan het klapstuk: naast de vier lopende garageprojecten moeten er nog acht garages gebouwd worden. In totaal van alle twaalf garages komt ongeveer de helft ten goede aan het uitbreiden van ruimte voor auto’s want ongeveer de helft verdwijnt maar van straat. Niks niet meer ruimte dus. Juist meer auto's.

Wat is er gebeurd met de inhuur in bestaande garages uit het parkeerplan van Wiebes? Dat waren toch de autoluwste plekken van de stad als het op straat het drukst is? Waarom nu opeens zonder gedegen analyse acht extra garages uit de modder trekken die al eerder – beredeneerd - zijn afgeschoten? Wat ons betreft gaan we hier niet op inzetten.

Ruimte scheppen

En wat staat er concreet tegenover qua ruimte scheppen? In de nota worden wat lopende stadsdeelprojecten genoemd. Nieuw is hierbij: de negen kortste straatjes van de stad (waarvan twee stegen) worden autovrij. Op zaterdag. Op proef. Oh, en de paaltjes op de zogenaamde autovrije Nieuwmarkt zijn kapot.

Al met al is de optelsom wat ons betreft gewoon pro-autobeleid en dat gaat niet werken. Snellere toegang tot de stad en meer parkeerplekken leiden onherroepelijk tot méér autoverkeer. De wethouder kan 500 keer roepen dat het voor de luchtkwaliteit beter is dat autoverkeer dóórrijdt en niet in opstoppingen zit. Wat hij gaat bereiken, is méér auto’s en op lange termijn daarom méér opstoppingen. Waarbij voetgangers en fietsers minder ruimte hebben.

Waarom zet het college niet in op minder auto’s in de binnenstad, op slimmere oplossingen om zoekverkeer te voorkomen? Waarom wordt gezegd dat simpel opheffen niet meer zou kunnen, terwijl dat bijvoorbeeld in de omgeving van Artis echt prima kan? Waarom blijven we bezoekers tot in het stadshart faciliteren op straat te parkeren?

GroenLinks kiest voor voetgangers en fietsers

Wij gaan voor echte keuzes bij een stadsstraat als de Van Woustraat waar 30 km/uur samen moet gaan met ruime fietspaden. De uitvoeringsnota blijft hier totaal vaag. Wij gaan voor fietsparkeergarages en doorgaande uitstootvrije fietsroutes. Voor 30 km/uur binnen de ring en voor scooters op de rijbaan. En wij willen echt zichtbare ruimte winnen langs onze trotse grachten: maak een aantal stukken gewoon parkeervrij – en dan niet alleen tijdens gaypride; maar elke dag.

Waar het op neerkomt is dit: minder blik op straat bereik je niet alleen door verleiding, maar door concrete maatregelen die de beperkte ruimte herverdelen; door selectieve toegang en door beprijzing. En dat is het ware dilemma voor politici die proberen kool en geit te sparen. Een (binnen)stad die er primair wil zijn voor voetgangers en fietsers kán niet gelijktijdig pro-autobeleid voeren. Maar dat is wel de illusie die deze nota ons wil doen geloven.