In Amsterdam hebben we erfpacht. Dit systeem is in 1896 ingevoerd als een manier om samen te delen in het succes van de stad. Door grond in erfpacht uit te geven, konden meer mensen een huis bouwen. Je betaalde voor het gebruik van de grond, want die grond is van ons allemaal. Erfpacht leidt er daardoor toe dat een deel van de waardevermeerdering van woningen terugvloeit aan de gemeenschap. Want de stad is niet van individuen, die maken wij samen.
De waarde van de grond stijgt bijvoorbeeld als de gemeente infrastructuur aanlegt of in voorzieningen investeert. Als door gemeenschapsgeld de waarde van de grond stijgt, moet de hele gemeenschap ook van die waardestijging kunnen profiteren. Ook wilde de gemeente op deze manier speculatie tegengaan, zodat huizen er zijn om in te wonen en de prijs niet kunstmatig kan worden opgedreven.
Er waren nadelen aan het voortdurende erfpachtstelsel dat we al die tijd hebben gehad. Zoals grote canonsprongen en daardoor grote onzekerheid voor woningeigenaren bij het aflopen van een tijdvak. Dit kon ervoor zorgen dat huiseigenaren in een keer heel veel meer geld moesten betalen dan waar ze op gerekend hadden.
Daarom heeft voormalig GroenLinks-wethouder Van Poelgeest in 2013 een voorstel aan de raad gepresenteerd voor hervorming van het erfpachtstelsel dat die problemen op zou lossen. Kern van dat voorstel was dat de hoogte van de canon niet zou worden herzien na 50 jaar maar bij verkoop van de woning. Op basis van de verkoopprijs zou dan de nieuwe canon worden vastgesteld. Dit voorstel is van tafel gehaald in 2015, na de verkiezingen door het nieuwe college van VVD, D66 en SP. De partijen kozen toen voor een hele andere oplossing; het zogenoemde ‘eeuwigdurende erfpachtstelsel’. In plaats van de echte problemen op te lossen zorgt dit stelsel er in combinatie met een hele voordelige overstapregeling voor dat we als gemeenschap waardevolle grond voor veel minder geld voor eeuwig uit te geven aan particulieren en ontwikkelaars. Grond die nooit meer van alle Amsterdammers wordt.
Naar aanleiding van een aangevraagd debat door de oppositie zijn er een aantal vragen. Hieronder geven we antwoord op deze vragen.
Wat is erfpacht en wat vindt GroenLinks?
Een huis is er in de eerste plaats om in te wonen, en niet een object voor vermogensopbouw of winstmaximalisatie. Woningbezit gaat over vermogen dat ‘vanzelf’ groeit - of dat nou nog vast zit in stenen of niet. Maar een groot deel van deze waarde komt doordat de huizen op grond in Amsterdam staan. De stad hebben we samen gemaakt tot wat het nu is, door investeringen in de openbare ruimte, in het openbaar vervoer en in kunst- en cultuurinstellingen in de stad. De waarde is dus mede gecreëerd door het publieke geld dat de gemeente in de stad heeft geïnvesteerd. In een rechtvaardig erfpachtsysteem komt de waardestijging dan deels ook terecht bij de gemeenschap en niet helemaal bij een particuliere eigenaar.
Dat geld kunnen we vervolgens besteden aan zorg, publieke voorzieningen en het groen in de stad. Erfpacht zorgt ervoor dat we samen investeren en dan ook samen delen in de opbrengsten. Niet iedereen voor zichzelf. De keuze om de grond te kopen is de vrijheid van de enkeling om te profiteren van investeringen waar zelfs huurders aan meebetalen. Amsterdamse grond verkopen is de stad in de uitverkoop doen en alle ruimte bieden aan speculanten. Wat ons betreft is Amsterdam niet te koop.
Waarom willen we geen uitstel?
Een aantal oppositiepartijen pleit deze week voor het verlengen van de tijdelijke voordelige overgangsregeling van de deadline van 1 januari 2020 om met korting over te stappen op het nieuwe systeem. De coalitie van GroenLinks, D66, PvdA en SP vindt dit geen goed idee. De gemeente voert nu nog een publiekscampagnes en iedere erfpachter die nog niets heeft laten weten krijgt een brief.
Huiseigenaren hebben twee jaar de tijd gehad om over te stappen en gebruik te maken van de korting. De gemeente heeft ook altijd gezegd dat de korting tijdelijk is.