Het is goed dat Amsterdam zich nu al keert tegen een nieuw handelsverdrag tussen VS en EU, schrijven Marie-Anne van Reijen en Bas Eickhout vandaag in Het Parool.

Een week geleden heeft de raad van Amsterdam zich als eerste grote gemeente in Nederland uitgesproken tegen TTIP, het nieuwe handelsverdrag tussen de VS en de EU. Een uitspraak in navolging van tientallen andere Europese steden, die door veel Amsterdammers en mensen ver daarbuiten met gejuich is ontvangen. Overal roepen Nederlanders nu hun gemeente op zich ook TTIP-vrij te verklaren.

De grootste mythe over TTIP is dat het een 'normaal' handelsverdrag wordt. Dat is niet zo. Handelsverdragen zijn gericht op het verlagen van tarieven en quota voor exportproducten. Maar de tarieven zijn al laag tussen de EU en de VS.

Daarom richt dit verdrag zich op 'non-tarifaire handelsbelemmeringen'. Vaak zijn dat milieu-, gezondheids- en veiligheidsregels. TTIP geeft grote bedrijven meer macht deze naar hun hand te zetten. Dit kan nationale en lokale overheden ondermijnen, waardoor het algemeen belang uit het oog wordt verloren.

Maar liefst 2,3 miljoen EU-ingezetenen hebben een petitie tegen TTIP ondertekend. Steden in de hele EU verzetten zich. Wanneer is het genoeg voor de Europese Commissie om de onderhandelingen te stoppen?

Maandag keerde Madeleine Infeldt, plaatsvervangend directeur van de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland, zich in Het Parool tegen het besluit van de raad. Haar stuk leest als: 'Maakt u zich vooral geen zorgen. Wij bereiken een prachtig akkoord waar u nog altijd 'nee' tegen kunt zeggen. Alles komt goed als we het bedrijfsleven de handelsagenda laten bepalen.'

Wij zeggen: Doe dat vooral niet! Laten we vooral niet afwachten tot de finale tekst er is en gemeenten voor een voldongen feit staan. Laten we de discussie over de gevolgen van dit handelsverdrag democratisch voeren. Debatteer! Kom in opstand!

GroenLinks is voor internationale handel en voor internationale samenwerking, maar met dit handelsverdrag geven we de zeggenschap over publieke belangen uit handen. Een trans-Atlantische markt zonder goede democratische controle waarin het bedrijfsleven de trom slaat, gaat ten koste van mens en milieu. Trans-Atlantische samenwerking zou gericht moeten zijn op het tegengaan van klimaatverandering en belastingontwijking en op de transitie naar een groene economie. Maar TTIP is alleen gericht op meer economische groei, terwijl er talloze studies zijn die een verwaarloosbaar of zelfs negatief effect laten zien voor de economie in de EU. Waarom zouden we onze zeggenschap over normen daarvoor op het spel zetten?

TTIP heeft nu al een negatieve invloed op mens en milieu. Wetgeving om hormoonverstorende stoffen en schadelijke teerzandolie te reguleren wordt door TTIP-onderhandelingen afgezwakt en uitgesteld.

In het handelsverdrag wordt een clausule besproken die bedrijven de mogelijkheid geeft overheden aan te klagen als publieke regels of besluiten hun investeringen raken. Laat de Europese Unie het straks na bestrijdingsmiddel Roundup te verbieden uit angst voor schadeclaims van de producent Monsanto?

Als we in Amsterdam bijvoorbeeld willen besluiten duurzaam, gezond en lokaal geproduceerd voedsel te stimuleren, kan TTIP ervoor zorgen dat de stad een rechtszaak aan zijn broek krijgt. Want zulk beleid ondermijnt de vrijhandel.

Als we in Amsterdam bijvoorbeeld willen besluiten duurzaam, gezond en lokaal geproduceerd voedsel te stimuleren, kan TTIP ervoor zorgen dat de stad een rechtszaak aan zijn broek krijgt. Want zulk beleid ondermijnt de vrijhandel.

Het is dus niet voor niets dat Amsterdam zich verzet. We moeten ons democratische stelsel behoeden voor een agenda van het bedrijfsleven die het publieke belang schaadt. Hopelijk volgen na Amsterdam nog vele andere gemeenten.