Gisteren voerden ’s lands grootste vakbonden, FNV en CNV, actie voor het stakingsrecht. Sinds 2012 erkennen werkgeversvertegenwoordigers binnen de International Labour Organisation (ILO)* niet langer dat stakingsrecht internationaal zou moeten worden beschermd en geborgd. Zij stellen zich op het standpunt dat dit per land geregeld zou moeten worden. Dit terwijl het recht op collectief onderhandelen, en daarmee het stakingsrecht, volgens de conventie van Geneve onbetwistbaar onderdeel is van het recht op vereniging, en dus een mensenrecht.
Dinsdag kwam via CNV voorzitter Maurice Limmen naar buiten dat wethouder Litjens via de mail heeft laten weten zich ‘niet te willen mengen’ in wat hij benoemt als ‘een discussie die al tientallen jaren wordt gevoerd tussen internationale werknemers en werkgeversorganisaties in geïnstitutionaliseerd verband’.
De fractie van GroenLinks Amsterdam is zich terdege bewust van het feit dat Amsterdam geen zitting, en dus geen directe stem heeft, in de ILO. Gelijktijdig is de gemeente de grootste werkgever van de stad, en is het op zichzelf verbazend te noemen dat het college niet eens bereid is per mail haar steun uit te spreken voor een zo evident recht als het recht op staken, en dus het recht op collectief onderhandelen, zoals dat voortvloeit uit het mensenrecht op vereniging.
Daarom stelde raadslid Jorrit Nuijens vragen aan de wethouder. Nuijens: "Van het college van Burgemeester en Wethouders in Amsterdam mag een enigszins actieve houding verwacht worden in het propageren van basale mensenrechten, zoals het college dat in het verleden ook bij Gaypride parades in Oost-Europa deed. Is het dan niet op zijn zachtst gezegd wat lafjes om te duiken als simpelweg gevraagd wordt naar de mening van het college over een evident mensenrecht?"
*De ILO is de internationale arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties waarin regerings-, werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers internationale afspraken maken over arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en arbeidsrecht.