Vorige week mocht ik met D66-kamerlid Wouter Koolmees in debat over de toekomst van arbeid in Nederland, en met name de lengte van de werkweek. Koolmees verdedigt al sinds 2012 het standpunt dat Nederlanders namelijk langer zouden moeten gaan werken. Dat is dapper, dat moet ik toegeven. Het is vooral dapper omdat het, gezien de tijd waarin we leven, zo’n vreemd voorstel is. Massawerkloosheid, opkomende tweede- en derde wereldeconomieën, verdergaande automatisering, en een steeds groter beslag door zorgtaken wijzen namelijk naar het omgekeerde: de werkweek moet juist korter!

Vreemd genoeg is GroenLinks op dit moment zo ongeveer de enige partij die dat actief bepleit. Of in ieder geval, dat actief durft te bepleiten. Zie bijvoorbeeld het glasheldere betoog van Bram van Ojik in de Volkskrant. Maar goed, blijkbaar behoeft het kiezen voor een kortere werkweek, voortdurende en herhaalde uitleg. Ik zie in ieder geval zeven goede, voor de hand liggende redenen:

1. De 32-urige werkweek is eerlijk:

Gevolg van het voorstel van D66, waarbij reeds werkenden méér uren gaan per week gaan werken, is dat de bestaande arbeid dus verdeeld wordt over de groep die al werk hééft. Dat betekent ook dat er minder arbeid beschikbaar komt voor degenen die dat niet al hebben, omdat het verlengen van de werkweek voor werkenden uiteindelijk ook zal leiden tot minder vacatures. Daar tegenover gesteld is een kortere werkweek eerlijker, omdat het nu bestaande werk gedeeld wordt door meer mensen, en uiteindelijk ook zal leiden tot meer vacatures. Een 32-urige werkweek is arbeid eerlijk delen.

2. De 32-urige werkweek is milieubewust:

Zeker gecombineerd met flex- en thuiswerken kan een kortere werkweek van 32 uur makkelijk verdeeld worden over vier dagen in plaats van de vijf waarover we nu meestal een full-time werkweek verdelen. Dat levert een milieubesparing van minimaal 20% op per werknemer.

3. De 32-urige werkweek is toekomstbestendig:

We leven in een tijd van enorme, razendsnelle, en soms totaal onvoorspelbare technologische verandering en vooruitgang. Die vooruitgang gaat met horten en stoten, dat maakt het exacte effect van technologische ontwikkeling op onze arbeidsmarkt moeilijk te voorspellen. De richting van de ontwikkeling van de arbeidsmarkt is echter zonneklaar: automatisering, of, zoals dat tegenwoordig genoemd wordt: robotisering, scheelt uiteindelijk arbeidsuren, zeker aan de zogenaamde ‘onderkant’ van de arbeidsmarkt. Zeker wanneer gecombineerd met de effecten van zich steeds sneller ontwikkelende tweede- en derde wereldeconomieën is het evident dat de toekomstige arbeidsmarkt een (nog) krappere zal zijn dan die van vandaag. Dat is niet iets om bang voor te zijn, arbeid is niet zaligmakend. Het is iets om op in te spelen en onze economie op voor te bereiden. Een 32-urige werkweek past in die ontwikkeling.

4. De 32-urige werkweek verminderd ongelijkheid:

In een tijd van massawerkloosheid is het voorstel van D66 om mensen die het in de regel al goed hebben meer uren, én meer inkomen te bieden, terwijl de groep mensen die aan de zijlijn van de arbeidsmarkt staat, veelal jongeren en ouderen, daarvan alleen maar groter zal worden. Bedoeld of niet, een langere werkweek vergroot de inkomensongelijkheid tussen werkenden en niet-werkenden. Een kortere werkweek doet het tegenovergestelde.

5. De 32 urige werkweek is relaxter, levert tijd op voor zorg en ontwikkeling:

Het leven zou meer moeten zijn dan een ratrace. Er moet meer zijn in het leven dan, jonglerend op een éénwieler, heen en weer te jakkeren van werkplek, naar supermarkt, naar kinderopvang, langs oma richting avondeten, om vervolgens aan het eind van de dag uitgeput in bed te vallen. En ’s morgens op je tandvlees op te staan en weer op de éénwieler te springen en van voren af aan te beginnen. We werken om te kunnen leven, maar we leven niet om te kunnen werken. Een 32-urige werkweek pas in een ontspannen samenleving waarin je tijd hebt voor elkaar en voor jezelf.

Dit kabinet verwacht van ons dat we voor opa en oma zorgen en daarnaast blijven investeren in onze eigen ontwikkeling, zonder dat we minder gaan werken. Eén op de vijf mensen kampt in dit land met burnout-verschijnselen. De maatschappelijke kosten die dat tot gevolg heeft kunnen niet anders dan enorm zijn. Willen we tijd hebben om te mantelzorgen én te leren, zonder in te storten of continu op ons tandvlees te lopen, dan is een 32-urige werkweek ook daarvoor een goede oplossing.

6. De 32 urige werkweek is productiever:

Koolmees voerde in het debat als reden voor een lángere werkweek aan dat Nederland met 38 uur al één van de kortste werkweken ter wereld heeft. Niet alleen is de vergelijking met andere landen niet zo relevant -waarom zouden we achter landen aan rennen die onverstandig beleid voeren-, maar hij gaat ook mank. Nederland bewijst al jaren in de praktijk wat onderzoek al meermaals hard maakte, juist door onze relatief korte werkweek hebben we per gewerkt uur de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Er is alle reden om aan te nemen dat meer uren per week gaan werken zich dus niet zal vertalen in noemenswaardig hogere productiviteit. Het is ook aannemelijk dat een kortere werkweek wél leidt tot hogere productiviteit per gewerkt uur. Dat is in het verleden nog elke keer gebleken. Omdat bij een kortere werkweek er ook méér banen worden geschapen, is het zelfs waarschijnlijk dat de totale productiviteit van Nederland zal stijgen omdat de totale arbeidsparticipatie omhoog gaat.

7. De 32 urige werkweek vergroot de zekerheid voor iedereen:

Om de paar weken barst ergens in het nieuws een nieuwe bom op de arbeidsmarkt: 440 ontslagen bij Blokker, V&D op het randje van de afgrond. Juist voor laag- of lager- opgeleid werk groeit de onzekerheid. Die groeiende onzekerheid is er niet alleen voor werkenden, maar ook voor niet-werkenden. Hoe lang blijf ik me nog rotsolliciteren terwijl er nauwelijks werk is en de krapte op de arbeidsmarkt niet af lijkt te nemen? Een overgang naar een 32-urige werkweek vergroot de zekerheid op baanbehoud voor werkenden, én de beschikbaarheid van nieuw werk voor werkzoekenden. Dat betekent uiteindelijk méér zekerheid voor iedereen.

Wat kost dat werkenden? En hoe betalen we dit?

Het moet mogelijk zijn om de werkweek voor werkende Nederlanders te verkorten door 32 uur als norm te stellen voor een fulltime werkweek in plaats van 38 uur, zonder dat werkende Nederlanders de ‘ingeleverde’ zes uur arbeid ook per sé voelen in hun portemonnee. GroenLinks roept niet voor niets al jaren dat het scheppen en in stand houden van banen in dit land veel te moeilijk is omdat arbeid overmatig wordt belast. Zowel werkgevers als werknemers dragen te veel af over inkomen uit arbeid. Het verlagen van de lasten op arbeid (bijvoorbeeld door deze te verschuiven naar vervuiling) betekent dat het mákkelijker wordt voor werkgevers om mensen in dienst te nemen en dat werknemers méér nettoloon per gewerkt uur overhouden. Mits gecombineerd met een verlaging op de lasten op arbeid kan een vierdaagse werkweek dus worden ingevoerd zonder dat werkenden er financieel op achteruit gaan. Omdat ook niet-werkenden profiteren van die kortere werkweek kan ik een vierdaagse werkweek alleen maar zien als win-win-win-win: beter voor werkenden, beter voor niet-werkenden, beter voor de samenleving als geheel, én beter voor het milieu.