Volledige vrije keuze vij het bepalen naar welke school je kind gaat, is niet zaligmakend, schrijven Simion Blom en Germ Janmaat.
Het nieuwe Amsterdamse college, onder aanvoering van D66, wil een einde maken aan het huidige plaatsingsbeleid voor basisscholen. Het college kiest rücksichtslos voor keuzevrijheid van ouders, terwijl ze het probleem van witte en zwarte scholen lijken te negeren.
Het plan om de schoolkeuze van ouders volledig vrij te maken is tegen het zere been van het bestuur van basisscholen, verenigd in het Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam (BBO). Het BBO wil vasthouden aan het beleid dat kinderen uit de buurt voorrang krijgen op scholen, omdat onbeperkte vrijheid leidt tot meer segregatie. Keuzevrijheid van ouders is een groot goed, maar niet ten koste van alles.
D66-leider Jan Paternotte beweert dat het huidige plaatsingsbeleid niet per se leidt tot betere spreiding: 'Als woonwijken niet gemengd zijn, zal een school ook niet gemengder worden', schreef hij eind juni in deze krant.
Hij heeft hiermee een punt. Maar hoe volledige keuzevrijheid zich verhoudt tot segregatie en hoe schoolbesturen dan wel segregatie kunnen tegengaan wordt uit zijn stuk niet duidelijk. Evenmin bekommert hij zich om de vraag hoe een dergelijke vrijheid in de praktijk uitpakt. D66 kiest voor een naïeve bewieroking van het principe van vrije schoolkeuze. Alsof alle problemen in onderwijsland zijn opgelost als we ouders maar volledige keuzevrijheid geven.
Het is goed hem uit de liberale droom te helpen. Keuzevrijheid blijkt in de praktijk goed uit te pakken voor de witte hoogopgeleide burger, maar kansarmen en veel burgers met een niet-westerse achtergrond zijn slechter geïnformeerd en niet zo behendig in het navigeren van het systeem als de witte middenklasse. Het gevolg is dat hun kinderen vaak op de minst gewenste scholen terechtkomen, zoals onderzoek van de Britse denktank Runnymede Trust uitwijst. Dat is een wezenlijke bedreiging van de rechtsgelijkheid in het onderwijs.
Zeker zo belangrijk is dat volledig vrije schoolkeuze niet tot meer bevredigende uitkomsten leidt voor ouders dan een beperktere keuze. In beide gevallen zijn gewilde schoolplekken een even schaars goed. In een systeem van volledige keuzevrijheid zal een run op de meest populaire scholen ontstaan, met als gevolg dat maar een beperkt aantal ouders hun eerste keuze ingewilligd ziet. De meerderheid zal tandenknarsend genoegen moeten nemen met een tweede of derde keus.
In een systeem met beperktere vrijheid treedt hetzelfde mechanisme op, maar dan binnen een buurt of wijk en in minder extreme mate. Per saldo zal het aantal ouders dat ontevreden is met de school waar hun kind uiteindelijk terechtkomt niet veel verschillen tussen beide systemen.
Het belangrijkste is nog wel dat totale keuzevrijheid gewoonweg niet te verenigen is met het streven naar gemengde scholen. Zij leidt altijd tot meer sociale en etnische segregatie. Het Kenniscentrum Gemengde Scholen kan dit beamen.
Segregatie heeft veel ongewenste effecten. In een systeem met veel sociale segregatie weten kansarme kinderen zich in de regel omringd door kinderen van gelijke sociale afkomst op school. Dat betekent dat zij zich niet op kunnen trekken aan kinderen die van huis uit meer hebben meegekregen, hetgeen het voor hen moeilijk maakt om aan hun sociale milieu te ontsnappen. Sociale segregatie houdt dus een klasse-samenleving in stand.
Etnisch gescheiden scholen bereiden kinderen bovendien niet goed voor op een leven in een moderne multiculturele samenleving. Ze vormen een voedingsbodem voor onwetendheid, onverschilligheid en onverdraagzaamheid jegens andere culturen. Juist voor de jongste inwoners van onze stad is interetnisch contact van groot belang: dat is een fundamentele investering in de samenhang en hechting binnen onze toekomstige Amsterdamse samenleving. Ook de kinderen van de witte hoogopgeleide Amsterdammer zullen profiteren van zo’n samenleving.
Het loont om eens te kijken hoe men dit vraagstuk in Nijmegen aanpakt. Via een ingenieus plaatsingssysteem dat rekening houdt met onder andere voorkeur van de ouders en een evenwichtige schoolpopulatie, weet men daar zowel ouderlijke keuzevrijheid als gemende scholen te garanderen (zie www.schoolwijzernijmegen.nl). Dat is een veel vruchtbaardere manier, om keuzevrijheid gemengde scholen en een goede voorbereiding op de multiculturele samenleving samen te laten gaan.
Hopelijk ziet het college in dat dat het beste is voor Amsterdamse kinderen.
Simion Blom is gemeenteraadslid namens GroenLinks en Germ Janmaat is Associate Professor Comparative Social Science aan het Institute of Education in Londen. Dit artikel verscheen op 8 september in Het Parool