Waar al langer voor wordt gevreesd dreigt nu werkelijkheid te worden: de Dierenambulance Amsterdam staat op de rand van het faillissement.
Zowat iedere Amsterdammer kent de Dierenambulance en waardeert hun werk voor dieren in nood. Dat werk verricht ze voor dieren van particuliere eigenaren, meestal tegen betaling. Maar ook in het geval van vrij levende dieren die ergens gewond worden aangetroffen rukt de Dierenambulance uit. Deze tweede taak zorgt voor het grootste deel van de financiële problemen bij de Dierenambulance. Voor de diensten die de gemeente afneemt bij de Dierenambulance voor vrij levende dieren in nood, wordt onder de noemer 'subsidie' de helft vergoed. Vorig jaar al is deze subsidie gehalveerd.
GroenLinks is van mening dat de dierenambulance een belangrijke en gewenste maatschappelijke taak heeft, omdat ze dieren in nood helpt. Dat daar, geheel of gedeeltelijk, voor betaald wordt door de eigenaars van huisdieren in nood lijkt de partij redelijk. Voor de vrij levende dieren in de stad heeft de gemeente een wettelijk vastgelegde zorgplicht. Die zorgplicht wordt voornamelijk door de Dierenambulance uitgevoerd. Daar zou de gemeente blij mee moeten zijn en niet op moeten beknibbelen.
Woordvoerder dierenwelzijn Jorrit Nuijens: "Het is heel raar dat we het in het geval van de Dierenambulance nog steeds over subsidie hebben, want ze doen niet alleen nuttig, maar ook verplicht werk, wat de gemeente anders zelf moet doen. Amsterdam moet dus gewoon de kostprijs per dier betalen."
Als de Dierenambulance failliet zou gaan, zou de gemeente deze taak zelf moeten gaan uitvoeren, tegen naar verwachting vergelijkbare, of hogere kosten. Het failliet laten gaan van de Dierenambulance is in die zin niet alleen slecht voor de dieren, maar ook voor de gemeentelijke financiën.
Naar aanleiding van bovenstaande heeft Jorrit Nuijens de volgende vragen gesteld aan het college van B&W:
1. Heeft het college kennis genomen van het op handen zijnde faillissement van de Dierenambulance Amsterdam?
2. Is het college het met GroenLinks eens dat de Dierenambulance Amsterdam niet alleen een maatschappelijke meerwaarde heeft voor Amsterdammers, maar ook een noodzakelijke rol speelt voor de gemeente zelf, als het gaat om het voldoen aan de gemeentelijke zorgplicht voor vrij levende dieren in nood?
3. Is het college het met GroenLinks eens dat het in dat licht vreemd is om ten aanzien van de Dierenambulance Amsterdam te blijven denken en spreken in termen van 'subsidie'? Zou het niet meer recht doen aan de taakstelling van de dierenambulance om de organisatie te bezien als een dienstverlenende organisatie, waar de gemeente noodzakelijke diensten afneemt?
4. Zou het in dat licht niet beter zijn om het ten aanzien van de Dierenambulance nooit meer te hebben over 'subsidie', maar in plaats daarvan afspraken te maken, gebaseerd op de reële kostprijs per gered of geholpen vrij levend dier, zodat de Dierenambulance Amsterdam naar behoren betaald krijgt voor de kosten die zij maakt bij het voorzien in de wettelijke plicht van de Gemeente Amsterdam?
5. Gezien de gemeente, ook in geval van een faillissement van de dierenambulance, toch de wettelijke zorgplicht zal houden, en in dat geval, tegen naar verwachting hogere kosten, deze taken zelf zal moeten gaan uitvoeren, beschouwt GroenLinks het als kapitaalvernietiging voor de gemeente zelf, om de Dierenambulance failliet te laten gaan. Hoe ziet het college dat?
6. Is het college bereid om, gezien bovenstaande, met de Dierenambulance zo snel mogelijk afspraken te maken over het blijven financieren van de Dierenambulance, niet langer in de vorm van subsidie, maar in de vorm van een samen overeen te komen kostprijs per gered of geholpen vrij levend dier?