Het nieuwe subsidiebeleid is erop gericht Amsterdammers financieel te ondersteunen die met concrete voorstellen de maatschappelijke doelen van het stadsbestuur bevorderen. Dat betekent dat de activiteit moet bijdragen aan:
- het bevorderen van acceptatie tussen mensen die van elkaar verschillen;
- het versterken van burgerschapscompetenties;
- een toename van het aantal Amsterdammers dat verantwoordelijkheid neemt voor zichzelf en zijn/haar omgeving.
Door tweejaarlijks focus aan te brengen binnen deze kaders scherpt het stadsbestuur de richtlijnen aan. Zo kan worden ingespeeld op de actualiteit en wat nodig is in de stad.
Wethouder van Es: “Subsidie is geen recht, maar een vorm van waardering voor Amsterdammers die invulling geven aan de beleidsdoelen van het gemeentebestuur. Ik hoop dat deze nieuwe richtlijnen Amsterdammers, nadrukkelijk jonge Amsterdammers, stimuleren om samen met ons en met elkaar deze stad met al zijn verscheidenheid en diversiteit, steeds een stapje verder te brengen. Door dialoog, samenwerking, voorlichting en het versterken van burgerschapscompetenties. Want juist in Amsterdam waar we zo van elkaar verschillen, is het belangrijk om verbonden te zijn en niet met de ruggen naar elkaar toe te staan.”
De activiteiten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd zijn eenmalig en begrenst in de tijd. Alleen nieuwe groepen waarvoor nog geen belangenorganisatie bestaat in de stad, kunnen in aanmerking komen voor een basisfinanciering van een jaar. Niet alleen stichtingen maar ook ‘natuurlijke personen’ kunnen in aanmerking komen voor subsidie. Op deze manier wordt het ook mogelijk nieuwe initiatieven te steunen. Initiatiefnemers hoeven niet eerst een stichting of vereniging op te richten.
De manier van subsidiëren zal ook veranderen. Er wordt in samenspraak met de gemeente beoordeeld wat een activiteit bijdraagt aan de stad. Dit zal worden gedaan aan de hand van een kwalitatieve weging van vier criteria namelijk: inhoudelijke relevantie, nieuw elan, duurzaamheid en sociaal ondernemerschap.
De aanvragen worden binnen de inhoudelijke kaders van burgerschap en diversiteit onderling vergeleken, die met de hoogste scoren krijgen subsidie. Een nieuw element is ook dat aanvragers elkaars ideeën gaan beoordelen. Hiermee zal op kleine schaal (met jongeren) begonnen worden. Het afgelopen jaar is hier goede ervaring mee opgedaan (vrouwenorganisaties die elkaars projecten tot maximaal 3000 euro, hebben beoordeeld). Samenwerking tussen organisaties en personen wordt gestimuleerd. En is boven een bedrag van 25.000 euro ook een vereiste, in de vorm van cofinanciering.
De gemeente doet vaak een beroep op vrijwilligersorganisaties om in contact te komen met kwetsbare Amsterdammers in de stad. Daar staat nu meestal niets tegenover. Het stadsbestuur onderzoekt de komende tijd of het introduceren van ‘expert fees’ een gepaste manier is om deze kennis (en toegang tot hun netwerk) van organisaties financieel te vergoeden.
Van 1 oktober tot en met 16 november 2012 hebben organisaties de mogelijkheid om op het nieuwe subsidiekader burgerschap en diversiteit te reageren. In november spreekt de raad over het voorstel. Aan de hand van deze bespreking en de inspraak kan het nieuwe subsidiekader nog worden aangepast.
Voor sommige organisaties zullen deze wijzigingen veel effect hebben. Daarom is er besloten tot een overgangsjaar (2013).
Meer informatie over de nieuwe regeling vindt u hier.