De bijdrage van GroenLinks bij het debat over de begroting 2012 waarin GroenLinks het college uitdaagt ruimte te delen. "Ruimte durf je pas te delen als je prettig met elkaar samenleeft. Ruimte durven delen vraagt om vertrouwen. Vertrouwen dat degene met wie je deelt, ook met jou zal delen. Het vraagt ook om het zelfvertrouwen om ruimte te durven claimen. Ruimte claimen betekent verantwoordelijkheid nemen."
Voorzitter,
Aanstaande vrijdag is in Arcam de opening van de expositie Ruimte durven delen. Inspirerende artist impressions laten zien hoe mooi de openbare ruimte in Amsterdam kan zijn als die beter wordt verdeeld. De enorme aantrekkingskracht die Amsterdam heeft zorgt dat steeds meer mensen, bedrijven en initiatieven hier hun plek zoeken. Dat is goed voor de stad, maar het betekent ook een aanslag op de beperkte openbare ruimte. De notitie van mijn collega Molenaar biedt uitgangspunten hoe we die ruimte eerlijk kunnen delen.
Ruimte durf je pas te delen als je prettig met elkaar samenleeft. Ruimte durven delen vraagt om vertrouwen. Vertrouwen dat degene met wie je deelt, ook met jou zal delen. Het vraagt ook om het zelfvertrouwen om ruimte te durven claimen. Ruimte claimen betekent verantwoordelijkheid nemen.
Occupy
Sinds een paar weken staat er een tentenkamp van boze mensen op het beursplein. Zij hebben een stuk openbare ruimte geclaimd. Die ruimte willen zij delen, met iedereen die mee wil denken over een betere toekomst. Mensen zijn boos. Boos op het grote graaien van de banken. Boos op de overheid die daar niets aan doet. Boos omdat ze in een samenleving leven waar ze ondanks onze democratie, eigenlijk niets meer over te zeggen hebben. De afgelopen twintig jaar heeft de politiek haar ideologische veren afgeschud. De samenleving is vermarkt en verkocht aan de grote multinationals en banken. Tegen deze ontwikkeling was slechts marginaal verzet, immers de samenleving kreeg er welvaart voor terug en kon zich te goed doen aan ongebreidelde hyperconsumptie. Maar die welvaart bleek gebaseerd op een zeepbel en nu die is gebarsten, worden de schrijnende gevolgen van de vermarkting van de samenleving pijnlijk zichtbaar. De overheid is de grip op de financiële markten kwijt geraakt en regeringsleiders lijken machteloos te staan bij het oplossen van de crisis. Mensen zijn de grip op de samenleving kwijt geraakt, omdat ze van burgers consumenten zijn geworden.
De mensen op het beursplein zoeken geen leider, maar nemen hun eigen verantwoordelijkheid. Zij eisen de samenleving weer op voor de burgers. En daar praten ze, soms langs elkaar heen. Filosoferen ze, soms in het luchtledige. Dromen ze, soms teveel. Maar ze nemen het heft in eigen handen, en ze dagen iedereen uit om zorgen, ideeën, idealen, oplossingen te delen. Omdat ze weigeren nog willoze consumenten te zijn, maar actieve burgers die hun steentje bijdragen aan het herstel van echte democratie.
De wereldwijde crisis waar we ons in bevinden kan alleen worden opgelost als burgers weer vertrouwen krijgen in de samenleving. En dat vertrouwen komt er alleen wanneer de overheid meer vertrouwen krijgt in en van haar burgers.
Bezuinigen
Het is onder deze omstandigheden dat onze stad bezuinigingen als nooit tevoren moet realiseren. Veel meer dan in het coalitieakkoord was berekend. We moeten ervan uitgaan dat we het structureel met minder geld moeten doen. Die beperkte financiële ruimte moeten we eerlijk delen. Natuurlijk, er kan nog wel wat vet van de botten. Stad en stadsdelen zullen hun eigen en elkaars begrotingen flink moeten doorlichten op overlap. Eerlijk durven kijken of er wel efficiënt genoeg wordt gewerkt. Ook heilige huisjes komen in aanmerking voor sloop. Dat is wat de wethouder financiën onder het motto één stad, één begroting heeft gevraagd van de stadsdelen. Dat motto kan niet zonder wederkerigheid. Ook de centrale diensten moeten zich in de boeken laten kijken en zichzelf onder handen durven nemen.
De nieuwe bezuinigingsopgave redt het niet met een Inzet op herstel deel II. Er zal serieus moeten worden nagedacht over lastenverhoging, uiteraard wel volgens het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Maar dat zal niet genoeg zijn. We moeten keuzes durven maken. Het college is al een tijdje bezig met de hervormingsagenda, voorstellen op verschillende beleidsterreinen worden voor het eind van dit jaar naar de raad gestuurd. Ik moet eerlijk zeggen voorzitter, wat ik tot nu toe heb gezien overtuigd nog niet. Hervormen moet niet een ander woord voor bezuinigen worden, hoe met minder geld het staand beleid kan worden uitgevoerd. Hervormen betekent bekende werkwijzen op de schop durven nemen en op een wezenlijk andere manier gaan werken. Dat vereist een andere manier van denken en regelen, van beheersen en besturen. Het vereist dat we nog eens nadenken over de vraag wat nu precies onze doelstellingen zijn. Een mooi voorbeeld zijn de grote veranderingen die in het afgelopen jaar zijn doorgevoerd in de Ruimtelijke Ordening. Er zijn nieuwe werkmethoden voor het Vereveningsfonds en de grote alomvattende stedenbouwkundige plannen hebben plaats moeten maken om ruimte te geven aan burgers en ondernemers die zelf willen bouwen. Met de enorme opgaaf van 150 miljoen bezuinigen is het nodig om de hele begroting tegen het licht te houden en ons af te durven vragen waar we mee bezig zijn. Niet alleen maar om te kijken waar we kunnen schrappen en snijden, zoals sommigen zich de klassieke kerntakendiscussie altijd maar weer voorstellen. Dat is veel te weinig. Het gaat er om hoe we, als overheid, verantwoordelijkheden durven te delen. Dat vraagt om een gedegen discussie over hoe we de samenleving van de toekomst zien en de rol van de overheid daarin.
De samenleving volgens GroenLinks
GroenLinks kiest ondubbelzinnig voor de inclusieve samenleving, voor een samenleving zonder scheidslijnen. Waar belemmeringen om deel te nemen zijn geslecht. Waaraan mensen naar einen kracht en vermogen aan bijdragen. Waar mensen niet worden buitengesloten, maar worden uitgenodigd om mee te doen. Dat werd tot nu toe in stand gehouden door specifieke regelingen te treffen zodat minder draagkrachtige Amsterdammers, mensen met een beperking en mensen met een achterstand in opleiding niet buiten de boot vallen. Al deze regelingen liggen door de bezuinigingen onder vuur. We redden het niet met pleisters plakken. En dat moeten we ook eigenlijk niet meer willen. Met al die regelingen is een systeem opgetuigd dat topzwaar en bureaucratisch is geworden. Een systeem waarin het eigen vermogen van burgers is ondergesneeuwd en de overheid veel te veel ruimte heeft geclaimd.
In een inclusieve maatschappij staat niet de overheid centraal, maar de samenleving, al die Amsterdammers die samen de stad maken. Het is nu de opdracht van de overheid om de ruimte die ze heeft geclaimd weer vrij te maken. Niet door simpelweg te vertrekken, maar door die ruimte bouwrijp op te leveren. Amsterdammers zullen die ruimte dan gebruiken en hun verantwoordelijkheid nemen voor hun stad, hun samenleving. Een recent onderzoek van de UvA heeft aangetoond dat burgerinitiatieven, door sommigen weggezet als pretprojectjes waar belastinggeld wordt verspild, een tastbare bijdrage leveren aan de kwaliteit van leven: het versterkt de cohesie, draagt bij aan sociale betrokkenheid en activeert buurtbewoners.
De stad bruist van de initiatieven van burgers en ondernemers die zich in hun eigen leefomgeving inzetten voor mensen die het minder hebben, voor het milieu of de sociale cohesie in hun buurt en met eenvoudige projecten vaak grote veranderingen tot stand brengen. WeGo autodelen in West, waarbij buurtbewoners hun auto per uur verhuren aan de buren, Zon op Noord waar burgers hun eigen zonne-energie opwekken, Op de Schop, een braakliggend terrein dat door de basisschool en het Milieucentrum omgetoverd is in een natuurspeeltuin. SMS-Alert in de Molenwijk waar bewoners zelf verant¬woordelijkheid nemen bij het tegengaan van overlast en criminaliteit. De klant van de voedselbank die de cursus koken voor onder de 1,50 heeft opgezet.
Voorzitter, de overheid die ruimte vrij maakt en bouwrijp oplevert is natuurlijk geen ouderwetse nachtwakersstaat, geen kleine overheid, laat staan een overheid die zich klein maakt. Daar zijn initiatiefrijke Amsterdammers niet bij gebaat. De inclusieve samenleving heeft juist een actieve overheid nodig, die niet overneemt en protocolleert, maar faciliteert en als de spil in het netwerk burgers, ondernemers, bedrijven met elkaar verbindt. Een overheid die kansen aanreikt en voorwaarden schept, die initiatieven stimuleert en op weg helpt. En dan, en dat is moeilijk, ook weer durft los te laten. Wat de overheid haar burgers vooral moet bieden is haar grote netwerk, deel het uitgebreide gemeentelijke adressenboek met iedereen. Ik zie een ouderwetse telefooncentrale voor mij, waar lijntjes met elkaar worden verbonden, het Social Development Switch Board. Een bonte verzameling van gedreven burgers, ondernemers en bedrijven die als geen ander de stad en haar inwoners kennen. Geen grote instellingen en instituties met hun gevestigde belangen. Onorthodox en veranderingsgezind.
En om een ander misverstand maar gelijk te voorkomen; die overheid is er juist ook voor degenen die ondanks sociale netwerken, toch buiten de boot vallen, het niet redden of tijdelijk extra ondersteuning nodig hebben. Het vangnet blijft. Het wordt allicht soberder, maar het blijft.
Werk
Voorzitter, werk is een belangrijke voorwaarde voor burgers om in hun eigen kracht te staan.
Werk is veel meer dan het medicijn tegen armoede. Werk is deel hebben aan de samenleving en deel nemen aan de samenleving. Nodig zijn, een bijdrage leveren is een belangrijke bron van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Werk zorgt ervoor dat vrouwen economisch zelfstandig zijn, werk biedt jongeren een kans om verder te komen, werk geeft zelfvertrouwen aan mensen die al lang aan de zijlijn hebben gestaan.
Amsterdam is een ambitieuze stad, we willen overal de beste in zijn of ten minste in de Top 5 staan. Nummer 4 van vestigingsteden, nummer 3 op cultureel aanbod, nummer 2 als toeristische trekpleister. Voorzitter, Amsterdam moet met niet minder genoegen nemen dan de nummer 1 plaats in de top arbeidsparticipatie, de nummer 1 als het gaat om vrouwen en jongeren aan het werk.
Voorzitter, de eigen kracht van de stad kunnen we nog veel meer benutten wanneer we, juist in economisch barre tijden durven investeren in de groene verdiencapaciteit van de stad. Investeringen in eigen zon en windkracht zorgen ervoor dat Amsterdam straks niet afhankelijk is van olieboeren of gasmonopolisten. We nemen onze verantwoordelijkheid voor de noodzakelijke transitie van vuile naar schone energie. Door te investeren in de duurzame economie halen we innovatieve bedrijven naar stad en geven we creatieve ondernemers een kans.
Voorzitter, tot slot. De enorme opgave waar Amsterdam voor staat vraagt veel van de stad en haar inwoners. Ik heb nooit goed begrepen wat Rutte bedoelde toen hij in zijn overwinningspeech zei dat hij Nederland zou teruggeven aan de Nederlanders. Ik vond het vooral een beetje eng klinken. Maar laat ik nu eens positief bekijken en er een Amsterdamse GroenLinkse invulling aangeven. We geven de samenleving terug aan de burgers. In plaats van een bemoeizuchtige overheid die mensen afhankelijk maakt, zijn we een dienstbare overheid die verbindt, stimuleert en faciliteert en waar nodig een vangnet biedt. Amsterdammers zijn geen consumenten van overheidsdiensten maar actieve burgers die samen aan hun stad bouwen.
(Alleen de gesproken tekst geldt)