Vijftien jaar werd er gezocht naar een goede lokatie, en uiteindelijk was deze gevonden in het Polderweggebied – achter de Hema op de Linnaeusstraat. Het geld werd – weer een paar jaar later – gevonden in een potje van de gemeente die normaal gesproken gebruikt werd voor sporthallen en brede scholen. Woningbouwcorporatie Stadgenoot gaat het bouwen, en neemt tevens een deel van de kosten op zich. Nu zat aan de besteding van het gemeentelijke geld wel een deadline vast – vóór 2011 moet er begonnen zijn met bouwen – terwijl Stadsgenoot pas wil beginnen met de bouw van het Danshuis als meer dan de helft van haar woningen in dit gebied zijn verkocht. En dat is voorlopig nog niet het geval.

Daarnaast is het ook maar de vraag of de dansgezelschappen die straks in het Danshuis zouden moeten komen de huur kunnen betalen. Deze organisaties worden, net als de gehele kunst- en cultuursector, straks zwaar getroffen door de landelijke bezuinigingen. Misschien dat de exploitatie nog te redden is met een grote commerciële functie in het Danshuis, een restaurant bijvoorbeeld, maar dat mag weer niet van het geld van de gemeente.

En zo lijkt langzaam het Danshuis in het drijfzand weg te zakken. Als de gemeente zich terugtrekt uit dit heikele project, dondert ongenadig het hele kaartenhuis in elkaar. Dat is pijnlijk, zeker voor die mensen die al 15 jaar hiermee bezig zijn, maar misschien ook niet te vermijden. Onbetaalbare gebouwen die de helft van de tijd leeg staan hebben we al genoeg in de stad. Tussen droom en danshuis staan blijkbaar wetten in de weg, en praktische bezwaren.