In De Verdieping van 8 april schrijft de Londense Trouw-correspondent Maaike Veen over de problemen die zij ervaart met het aanhouden van een koopwoning in Amsterdam. Hierin schets zij zichzelf als slachtoffer van de regels op de Amsterdamse woningmarkt. Ook het NRC richtte onlangs met een stuk de aandacht op het klagelijke lot van de woningverhuurder in deze stad. Hebben 'de linkse media' hier een punt, of doen ze met een ernstig rechtse hobby aan imago-management?
Het nut van het puntenstelsel
Een veel geopperd bezwaar door woningeigenaren die willen verhuren is het huurpuntenstelsel. Het huurpuntenstelsel zou 'diefstal' zijn, omdat dit niet alle kosten zou dekken. Toch is het puntenstelsel zeer nuttig en terecht. Sterker nog: het voorkomt juist zelfverrijking over de rug van de huurder.
Je mag een woning verhuren voor de waarde van het puntensysteem, en daarbovenop mag je servicekosten en eventueel stoffering rekenen. Dit dekt vrijwel altijd de kosten van onderhoud, reparaties, afschrijving van kleine investeringen, verzekeringen en belastingen, maar het dekt meestal niet (de gehele) hypotheekkosten. Dat is terecht, want hypotheekaflossing is persoonlijke kapitaalopbouw waar de huurder niets mee te maken heeft. Net zoals de huurder niets te maken heeft met de eventuele waardestijging van het huis en de winst die de eigenaar daaruit kan opstrijken. Je pensioen willen laten betalen door je huurder is misschien geen huisjesmelkerij, maar klagen over het feit dat het niet kan, getuigt niet bepaald van een hoogontwikkeld gevoel voor intermenselijke rechtvaardigheid.
Ja maar, zeggen sommigen dan, 'in Londen betaal ik 1400 euro voor een krottig tweekamerwoninkje en dat kan ik niet betalen als ik geen winst kan halen uit het verhuren van mijn Amsterdamse huis.' De prijzen op de Londense huurmarkt zijn inderdaad schrikbarend. Dat zegt juist iets over de gebreken van de Londense woningmarkt en over de voordelen van die van ons.
Het Nederlandse puntenstelsel voorkomt dat mensen die geen hypotheek kunnen krijgen, hun hele leven bezig zijn 1400 euro te betalen om in krotjes te mogen slapen terwijl anderen daarmee hun huizen afbetalen en steeds meer kapitaal vergaren.
'Ja maar, de staat verhindert mijn internationale carrière' zeuren sommige mensen nog door... Nee, in Nederland word je alleen maar verhindert huurders voor jouw kapitaallasten en risico te laten opdraaien. Het is ook in Amsterdam gewoon mogelijk om je woning te verhuren als je in het buitenland werkt. Je kan je woning tijdelijk verhuren, de huurder moet dan na maximaal twee jaar plaatsmaken voor de eigenaar. Wil je langer in het buitenland blijven dan zul je je woning regulier moeten verhuren. Je moet dan rekening houden met de belangen van je huurders, zoals het in acht nemen van een opzegtermijn van een halfjaar – maar je kunt wel degelijk weer in je eigen woning gaan wonen als je terugkomt.
Een laatste sputter: 'Ja maar als het geen winst oplevert om je huis te verhuren terwijl je in het buitenland woont, blijven die huizen dan niet leeg staan?' Nee, want leegstand van betaalbare woningen mag niet, op laste van een dwangsom van de gemeente. Dat is de handhaving van Dienst Wonen (die zo in opspraak is): die is dus heel erg belangrijk. Niet alleen om leegstand te bestrijden, maar ook om wonen betaalbaar te houden in Amsterdam.
Het betaalbaar houden van wonen is niet alleen cruciaal voor internationaal georiënteerde ZZP`ers en andere creatieven die 1400 euro meestal ook niet kunnen opbrengen, maar ook gewoon voor de rest van de Amsterdammers. Want in Amsterdam verdient 70% van huishoudens minder dan 33.000 euro en die passen gewoon niet allemaal in een corporatiewoning, want daarvan zijn er niet (meer) genoeg. We kunnen dus niet zonder een gereguleerde particuliere huurmarkt. Het puntenstelsels houdt onze stad leefbaar, gemengd en betaalbaar. Dat is een belang dat voor iedereen wat waard is.