Amsterdam doet ongelooflijk haar best om grote topsportevenementen binnen te halen, zoals het WK Voetbal van 2018 en de Olympische Spelen van 2028. Wethouder Gehrels van Sport reist de wereld over om een ieder te overtuigen dat Amsterdam dé plek is waar topsport thuishoort. Wethouder Van Poelgeest van Ruimtelijke Ordening heeft in zijn Structuurvisie 2040 al rekening gehouden met de bouw van een Olympisch Dorp.

Het is goed dat het College van B&W zich inspant om de haalbaarheid van dergelijke evenementen te onderzoeken. Deze zijn immers een goede stimulans om óók meer aandacht aan amateursport te besteden: investeringen in sportvelden en stadions kunnen – mits juist gespendeerd – per slot van rekening ook ten goede komen aan de breedtesport. Daarnaast zijn topsportevenementen, zoals het WK en de Olympische Spelen, toeristische trekpleisters en kunnen ze dus een mooie stimulans voor de plaatselijke economie betekenen. De Olympische Spelen in Atlanta in 1996 waren winstgevend, hetzelfde geldt voor het WK Voetbal in Zuid-Korea in 2002. Ook zorgt topsport in eigen land voor een groter gevoel van samenhorigheid en trots, zoals blijkt uit onderzoeken naar de effecten van Euro 2000.

Naast onze topsportambities heeft Amsterdam tevens een ambitieuze agenda op het gebied van klimaatverbetering en duurzaamheid. Wij willen in 2015 dé groenste hoofdstad van Europa worden. De link tussen beide ambities – duurzaamheid en topsport – wordt nu echter nog te weinig gelegd. Dat is doodzonde, want op dit gebied valt er nog een wereld te winnen. Amsterdam moet het voortouw nemen. Overheid, sportclubs en sponsors zouden veel meer in innovatieve, energiezuinige en milieuvriendelijke maatregelen op sportgebied moeten investeren. Het is daarmee echt niet meer van deze tijd om dergelijke investeringen af te doen als een luxe linkse hobby: de wereldvoetbalbond FIFA eist bijvoorbeeld voor het WK 2018 dat de organisator aan allerlei ecologische aspecten voldoet, zoals het gebruik van enkel duurzaam opgewekte energie en drastische vermindering van de CO2-uitstoot.

Er zijn al allerlei ideeën over hoe je topsport en duurzaamheid met elkaar kan verbinden. Zo heeft de ArenA een intentieverklaring met de gemeente getekend om het meest duurzame stadion van Nederland te worden. Dat is maar goed ook, want de ´nieuwe´ Kuip in Rotterdam – die in 2018 klaar moet zijn – zou helemaal klimaatneutraal gebouwd moeten worden. Of dat binnen vijf jaar bereikt kan worden, is nog maar de vraag, maar een dergelijk voornemen kunnen we in Amsterdam niet op ons laten zitten! Zonnepanelen op het dak, LED-verlichting, verwarming door middel van stadswarmte: het zijn slechts enkele voorbeelden uit een groot arsenaal van duurzame maatregelen.

Bij de organisatie van de Olympische Spelen komt echter meer kijken dan één stadion. Zo moet er veel meer worden geïnvesteerd in openbaar vervoer buiten en binnen de stad: hogesnelheidstreinen tussen de sportaccommodaties (die zich zonder twijfel niet alleen in Amsterdam zullen bevinden, maar verspreid over Nederland komen te liggen) en elektrisch vervoer over weg en water binnen Amsterdam. Het moet gezegd dat het vliegverkeer, dat gepaard gaat met grote sportevenementen, problematisch blijft. Daarom moet er flink geïnvesteerd worden in alternatieve vervoersmogelijkheden. Het Olympische dorp kan op zijn beurt helemaal volgens het principe van cradle to cradle worden gebouwd: alle (hergebruikte) materialen moeten na de Olympische Spelen weer ingezet kunnen worden voor andere doeleinden. Ook de uitbreiding van het Olympisch Stadion is mogelijk via een hergebruik-model, waarbij de extra te bouwen ring later weer voor een ander stadion gebruikt kan worden. Daarnaast is er ook een wereld te winnen in de duurzame aankoop van merchandising. Zelfs de mascotte van dergelijke sportevenementen zou een groene uitstraling moeten hebben. De gemeente is nu al bezig om de ‘I Amsterdam’ campagne duurzaam en sociaal te maken: er is dus genoeg kennis en ervaring om van Amsterdam dé groene sporthoofdstad van de wereld te maken.

Met deze maatregelen zorgt Amsterdam er niet alleen voor dat de kans op het binnenhalen van deze evenementen groter wordt, maar investeren we tegelijk ook in duurzame verbeteringen van infrastructuur en sportaccommodaties. Dat is goed voor de Amsterdammer, goed voor het Amsterdamse imago, maar vooral goed voor de Amsterdamse kinderen die straks tijdens het voetballen en hardlopen schone lucht inademen. Amsterdam als duurzame topsportstad: in dit geval hebben de voordelen geen enkel nadeel.

Evelien van Roemburg, gemeenteraadslid voor GroenLinks met de portefeuille Sport