Deze week een debat in de gemeenteraad over hulp aan uitgeprocedeerde asielzoekers. Als gemeente houden we ons aan de afspraken met het Rijk rond het generaal pardon, en tegelijkertijd zijn er soms mensen in ernstige nood die we, ik, niet naar de ratsmodee laten gaan.
Als je er wat dieper induikt gaat het om veel verschillende situaties. Zo zijn er naast volledig uitgeprocedeerden ook behoorlijk wat mensen die nog een in procedure zitten (zoals dat heet in het jargon) bijvoorbeeld iemand wiens asielverzoek is afgewezen en die zo ziek is dat hij of zij een nieuw beroep doet op medische gronden. Dan ben je gewoon rechtmatig in Nederland, je mag hier zijn om op de uitslag van je beroep te wachten, maar je krijgt geen onderdak, geen hulp. Zelfs iemand die totaal in de war is, iemand die ziek is , die ernstig gehandicapt is, heeft geen recht op een bed en eten. De Tweede Kamer wil dat het kabinet dat regelt, maar dat gebeurt nog niet. (Gelukkig is medische zorg nu wel beter geregeld). En dus helpen wij zulke mensen als ze in nood zijn. Dat vind ik onze zorgplicht. En die hebben we ook in de winter, als het vriest. En in de zomer voor een moeder met kinderen die compleet de vernieling ingaat, naar de ratsmodee. Gek dat zulke, naar mijn idee volstrekt normale acties toch steeds politieke gevoeligheden oproepen.Het laatste woord is hier nog niet over gezegd.