De wooncrisis is geen natuurverschijnsel. Ze is het gevolg van politieke keuzes die de afgelopen decennia zijn gemaakt door de landelijke politiek. Voor jonge mensen is het bijna niet voor te stellen, maar wie 30 jaar terugkijkt, ziet een totaal ander beeld dan de huidige woningmarkt. Het overgrote deel van alle woningen bestond uit huurwoningen, woningbouwcorporaties waren nog in handen van de huurders en een zelfbewoonplicht bestond niet. Zo’n bescherming was simpelweg niet nodig, omdat de soepele belastingregels ontbraken waarmee je tegenwoordig zoveel geld aan woningen kunt verdienen.
Ik ben zelf een kind van de volkshuisvesting uit die tijd. Ik groeide op in een sociale huurwoning in een monument aan de rand van het centrum van Amsterdam, verbouwd in 1990. Het gebouw bestond voor 100 procent uit sociale huurwoningen. Het is nu bijna niet meer voor te stellen dat zo kort geleden in hartje Amsterdam zoveel sociale huurwoningen werden gebouwd.
In mijn werk als wethouder Volkshuisvesting van Amsterdam zie ik dagelijks hoe diep de wooncrisis ingrijpt in mensenlevens. Wie vandaag de dag een willekeurige Amsterdammer vraagt wat de grootste uitdaging in onze stad is, zal heel vaak horen dat dit het vinden van een betaalbare en goede woning in de stad is. Eén blik op Funda en verhuurwebsites leert je meteen dat dit niet zo gek is. De prijzen rijzen de pan uit en het (huur)aanbod is minimaal - terwijl de vraag juist gigantisch is. De wachtlijst voor een sociale huurwoning is nu zo’n 10 jaar en de staat van deze woningen is helaas vaak niet goed op orde. De wooncrisis is een feit, en eentje die ons gigantisch hard raakt. Hoge woonlasten zijn de primaire bron van minder bestaanszekerheid. Uit een recente telling blijkt dat dakloosheid enorm is toegenomen en dat er steeds meer kinderen dakloos zijn. De voornaamste reden die werd aangedragen voor deze dakloosheid: geen betaalbaar huis.
In Amsterdam laten we zien dat volkshuisvesting geen nostalgie is, maar iets dat we nú opnieuw vormgeven. Midden in een land waar de markt jarenlang vrij spel kreeg, kiezen wij ervoor om de mens weer centraal te zetten. Ik ben er trots op dat ik daar de afgelopen jaren met concrete maatregelen aan heb kunnen bijdragen. In onze stad pakken we leegstand aan door eigenaren te dwingen de woning te verhuren. We hebben het bezit van tweede woningen aan banden gelegd: alleen als je een woning nodig hebt voor werk of zorg krijg je een uitzondering. De middenhuur is alleen toegankelijk voor middeninkomens zodat deze mensen niet worden verdrongen door hogere inkomens. In onze stad bouwen we gelukkig meer sociale huurwoningen dan het gemiddelde landelijk, ook al is dat nog niet genoeg. We zorgen dat ouderen hulp krijgen bij het doorstromen naar een passende woning. Er is een opkoopbescherming ingevoerd en we werken met man en macht aan het aanpakken van huisjesmelkers en malafide verhuurders. Zo wisten we de verhuurder Change= de stad uit te jagen na jarenlange misstanden. We stimuleren woöncooperaties en nieuwe woonvormen. Maar ondanks dit alles is het duidelijk: de stad kan het niet alleen. Het is aan de landelijke politiek om het systeem te veranderen.
In dit essay focus ik op de vraag: “wat kunnen we morgen doen om snel meer betaalbare woningen te realiseren?”. Daarmee laat ik ook vragen achterwege, zoals hoe we de kwaliteit van bestaande woningen kunnen verbeteren of hoe we gemeenschappen bouwen in plaats van alleen woningen.
Dit essay is een pleidooi voor hernieuwde volkshuisvesting. Het is een stukje nostalgie gecombineerd met een heleboel urgentie. Nu de landelijke formatie is gestart, is dit hét moment om stevige keuzes te maken. De komende tijd maken we ons op voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2026. En dus maak ik als wethouder en lijsttrekker voor de verkiezingen de balans op. We werken in Amsterdam keihard met de mogelijkheden die we hebben en doen wat we kunnen. We rekken de regels maximaal op binnen de kaders van de landelijke overheid. En toch is het niet genoeg. Sommige van onze maatregelen kunnen op landelijke schaal worden toegepast. Maar als we de wooncrisis willen oplossen, moet het systeem moet op de schop. Mijn oproep vanuit de hoofdstad is: durf de troep die je zelf als landelijke politiek hebt veroorzaakt nu eens eindelijk op te ruimen.