De SP en GroenLinks roepen het stadsbestuur Amsterdam op respect te tonen voor de schoonmakers van het stadhuis. De arbeidsvoorwaarden van de schoonmakers van het stadhuis zijn niet best: zo krijgt het personeel de eerste twee dagen van ziekte niet uitbetaald en is de werkdruk vooral in de avondploeg onverantwoordelijk hoog. Ook in Amsterdam heeft het schoonmaakpersoneel van het stadhuis kortom alle reden mee te doen met de ophanden zijnde schoonmaakacties. Dat kan het College van Amsterdam niet naast zich neerleggen; Amsterdam moet respect tonen!
In juni 2011 is de Code Verantwoordelijk Marktgedrag voor de schoonmaakbranche ingesteld. Deze Code zorgt er onder andere voor dat bij aanbestedingen van schoonmaakwerk niet alleen naar de prijs wordt gekeken, maar even zo belangrijk zijn de arbeidsvoorwaarden van het personeel en hun minimale uurloon De partijen zijn van mening dat ook in Amsterdam (binnen de gemeente) deze Code de norm moet worden. In de zeven maanden van haar bestaan heeft de Code al tot enige successen geleid. Zo hebben de gemeenten Utrecht en Alphen aan de Rijn onlangs een al uitgeschreven aanbesteding van schoonmaakwerk stopgezet, toen zij erop gewezen werden dat het bestek (laagste prijs is voorwaarde nummer 1) niet overeenkomstig was met de Code. Meerdere overheden en organisaties hebben de Code inmiddels onderschreven. Amsterdam moet dat ook doen en met die Code in de hand het huidige (door Amsterdam ingehuurde) bedrijf aanspreken en ervoor zorgen dat de werkomstandigheden van de schoonmakers in het stadhuis en bij andere gemeentelijke diensten ook in orde zijn. Dat is respect tonen aan ‘onze’ schoonmakers!
In de Nederlandse schoonmaakwereld rommelt het al enige jaren. In 2010 werd er door het schoonmaakpersoneel in heel Nederland langdurig gestaakt voor betere arbeidsvoorwaarden. Krap twee jaar later wordt er opnieuw actie gevoerd, en ook nu weer voor betere arbeidsvoorwaarden. De oorzaak is de wurgende concurrentie tussen de verschillende schoonmaakorganisaties door de prijsstelling van de opdrachtgevers. De opdrachtgevers (waaronder overheden) kiezen in de regel namelijk voor de laagst geboden prijs. Om bij de aanbestedingen van schoonmaakwerk in de prijzen te vallen, wordt er door de bedrijven dan ook flink gestunt met tarieven. Het feit dat opdrachtgevers voor zo goedkoop mogelijk plegen te gaan, heeft consequenties voor de salarissen van het schoonmaakpersoneel en hun arbeidsvoorwaarden. Het resultaat: schoonmaken is weliswaar een volwaardig beroep, maar helaas niet met de volwaardige erkenning die erbij zou moeten horen.