Eén miljoen euro extra voor de middelgrote en kleine culturele instellingen in de stad. Dat is het resultaat van onderhandelingen over de Hoofdlijnennota Kunst en Cultuur 2013-2016. Woensdagnacht stemde de meerderheid van de gemeenteraad in met het voorstel van GroenLinks om meer geld te reserveren voor de instellingen die door de rijksbezuinigingen het hardst getroffen worden. Gemeenteraadslid Evelien van Roemburg (woordvoerder Kunst & Cultuur): ‘Met deze investering laat het gemeentebestuur zien dat de middelgrote en kleine instellingen dé culturele basisinfrastructuur van Amsterdam vormen’.
In de Hoofdlijnennota wordt 82,6 miljoen euro verdeeld over drie soorten instellingen: 13 topinstellingen die met naam worden genoemd, 16 functies ‘op naam’ (zoals een jeugdtheatergezelfschap en een stadsdansgezelschap) en de rest (de zogenaamde ‘vrije ruimte’). In het voorstel van de wethouder zou 69 miljoen naar de eerste twee groepen gaan, en 13,6 miljoen naar de vrije ruimte. Met het voorstel van GroenLinks verschuift er nu 1 miljoen van de functionele ruimte naar de vrije ruimte.
Van Roemburg: ‘De vele middelgrote en kleinere instellingen zorgen ervoor dat we de culturele hoofdstad van Nederland zijn. Zij zorgen voor diversiteit, voor creativiteit en voor innovatie. Doorgaans hebben dit soort instellingen maar een klein beetje subsidie nodig omdat de eigen inkomsten heel hoog zijn. Met één miljoen extra kunnen we dus voorkomen dat tientallen belangrijke instellingen omvallen.’
GroenLinks meent daarnaast dat de topinstellingen in de stad meer werk zouden moeten maken van het binnenhalen van eigen geld: de minimale grens van 25 procent eigen inkomsten wordt in een aantal gevallen niet gehaald. ‘We hebben met elkaar afgesproken dat culturele instellingen tenminste een kwart van hun inkomsten zelf moeten regelen. Veel instellingen zitten daar ruim boven, maar juist de topinstellingen lukt dit vaak niet, ondanks hun naamsbekendheid,’ aldus Van Roemburg. Het voorstel om dergelijke instellingen dringend aan te sporen meer hun best te doen werd ook door de meerderheid van de gemeenteraad gesteund.