Op een abstracte manier geven recente rapportages over segregatie in het onderwijs weer wat eigenlijk al bekend was: het onderwijs in Amsterdam raakt steeds meer gesegregeerd. Achter de analyses en cijfers schuilen de verhalen en gevoelens van frustratie van Amsterdamse leerlingen en hun ouders. De cijfers maken het zó herkenbaar voor pak ‘m beet, Quandro Boldewijn in Kraaiennest of voor Kevin Schijffers uit Nieuwendam of de Banne.
Vorige week besprak de commissie Onderwijs van de gemeenteraad de monitor Segregatie in het Amsterdamse onderwijs en het rapport van de onderwijsinspectie. In deze rapporten wordt de mate van segregatie in het basis- en voortgezet onderwijs in beeld gebracht, zowel naar herkomst als naar sociaaleconomische status van ouders. Daarin is een zorgwekkende ontwikkeling te zien: de segregatie in met name het voortgezet onderwijs blijkt toe te nemen. Zowel in de ongelijkheid van kansen, als in de te lage adviezen voor voortgezet onderwijs. Louter en alleen op basis van afkomst en/of sociaaleconomische status. En dat blijkt nu zelfs structureel te zijn, wat mij betreft een schande.
En zo krijg je als raadslid veel meer te horen uit de samenleving. In gesprekken met HBO’ers of WO-studenten met een biculturele achtergrond hoor ik te vaak het verhaal van onderadvisering, en daardoor het stapelen. Binnen het onderwijs hebben zij dan extra stappen moeten zetten om uiteindelijk het onderwijs te volgen die past bij hun leervermogen. Maar dat betekent dan wel vaak een extra jaar voortgezet onderwijs, langer studeren, meer opboksen tegen het systeem, meer kosten en later dan instromen op de arbeidsmarkt. Kortom, deze ongelijkheid in het onderwijs werkt door op andere aspecten in onze samenleving. En dat is onrechtvaardig, voor individuen en groepen. Daarmee is het een bedreiging voor de sociale samenhang in Amsterdam.
De maatregelen die wethouder Kukenheim (D66) daar tegenover stelt zijn onvoldoende. Deze gaan vooral over menging van scholen, maar het ontbreekt aan een omvattende visie op ongelijkheid in kansen, onderadvisering en lage verwachtingspatronen. Wat GroenLinks betreft is het ontoelaatbaar dat te veel scholen te weinig werk maken van diversiteit, menging maar vooral ook het bieden van gelijke kansen. Kortom, de komende tijd zullen we ons binnen en buiten de raad sterk maken om deze spiraal naar beneden om te buigen.