Afgelopen week werd duidelijk dat de staatssecretaris van onderwijs Sander Dekker (VVD) 20 miljoen euro wil bezuinigen op het onderwijsachterstandenbeleid in de vier grote steden. De staatssecretaris wil hiermee de kleinere gemeenten meer geld geven om achterstanden weg te werken. De onderwijswethouders van de vier grote steden, waaronder de Amsterdamse Simone Kukenheim, hebben de staatssecretaris een brandbrief gestuurd.
Het is allereerst goed dat de staatssecretaris ook oog heeft voor onderwijsachterstanden van kinderen in kleinere gemeenten. Maar met deze voorgenomen beslissing van de staatsecretaris wordt in grote mate afgebroken wat wij hier in Amsterdam de afgelopen jaren hebben opgebouwd. Een voorbeeld hiervan zijn de Voorscholen. Ook komt er minder geld voor het bijscholen van peuterleid(st)ers en het aantrekken van hbo-geschoolde medewerkers in de peuteropvang. Dit is zorgelijk, juist omdat de bezuiniging de kinderen zal raken die het meest gebaat zijn bij en afhankelijk zijn van goed onderwijs.
Daarnaast is de wijze waarop de staatssecretaris zijn keuze heeft gemaakt ook bedenkelijk. Hij zet grotere en kleinere gemeenten tegenover elkaar. Dit vraagstuk vraagt niet om herverdeling, maar juist om gerichtere en meer investeringen. Juist ook omdat het Rijk er tot de dag van vandaag niet in is geslaagd deze onderwijsuitdagingen op te lossen. Het is des te meer frappant dat Amsterdam minder geld krijgt. Een grote stad als Amsterdam kent nominaal en relatief gezien veel meer kinderen met onderwijsachterstanden dan kleinere regio’s. Daarnaast zijn de sociaaleconomische gevolgen van onderwijsachterstanden, door de grootstedelijkheid van Amsterdam, scherper, ruwer en meer rigide.
Met de investeringen die Amsterdam de afgelopen jaren heeft gedaan in bijvoorbeeld Voorscholen en integrale onderwijsvoorzieningen, werd enigszins een begin gemaakt met het wegwerken van achterstanden. Het Amsterdams model van Voorscholen is hét Nederlandse schoolvoorbeeld geworden van hoe achterstanden in het onderwijs tegen te gaan. Ook in het buitenland is de Amsterdamse inzet opvallend. Vorige maand nog heb ik een delegatie uit de Zuid-Koreaanse gemeenteraad van Busan ontvangen. Zij waren hier op werkbezoek naar aanleiding van het Amsterdams beleid om onderwijsachterstanden tegen te gaan en terug te dringen. Het beleid is niet zaligmakend (door te weinig geld), maar een onmisbare noodzakelijkheid voor onze Amsterdamse kinderen.
Indien de lobby van de vier grote steden niets zal uithalen, moeten we in Amsterdam binnen het beleid van dit college nieuwe onvermijdelijk keuzes maken. Wat GroenLinks betreft mag dat nadrukkelijk geen gevolgen hebben voor de kwaliteit van het onderwijs. En vooral voor hen die het meest gebaat zijn bij waar onderwijs voor bedoeld is: kwetsbare kinderen die te vaak met 2-0 achterstand beginnen aan hun onderwijscarrière.