Waarom is het grootste deel van de openbare ruimte eigenlijk een no-go area voor mensen? Waarom kun je je daar alleen begeven in een cocon van staal en glas? Sinds wanneer vinden we het als maatschappij acceptabel dat je elk moment op straat zwaar lichamelijk letsel op kan lopen als je je ergens op straat bevindt waar machines ruim baan hebben? Is dat eerlijk? Is dat goed voor de mensen in die stad?

Amsterdam groeit steeds verder. Zowel het aantal bezoekers als ook het aantal inwoners neemt snel toe. Maar de stad is voor bezoekers en bewoners niet alleen een verkeersruimte, het is ook een ruimte om prettig te verblijven. In de beperkte ruimte in het vooroorlogse deel van de stad zitten verkeerssoorten elkaar regelmatig in de weg of laten geen plek over voor een prettig verblijf. Mede daarom woedt er een uitgebreide discussie over de drukte in de stad.

Daar hoort een kritische blik op het ruimtebeslag van de auto bij. GroenLinks vindt het niet acceptabel dat meer dan twee derde van een straat in een binnenstad wordt gereserveerd voor auto’s en daarmee gevaarlijk en ontoegankelijk is voor mensen. De mens hoort in de publieke ruimte van een stad juist centraal te staan. Daarom hebben we 26 oplossingen aangedragen die van de Amsterdamse binnenstad weer een mens-georiënteerde plek moet maken. Een plek waar voetgangers op één komen. 

De nota - een product van de werkgroep Verkeer en Stedenbouw van GroenLinks Amsterdam - is hier te vinden.