Donderdag 14 januari heeft de Nieuwjaarsbijeenkomst van GroenLinks Amsterdam plaatsgevonden. Fractievoorzitter Rutger Groot Wassink luidde het nieuwe jaar in met een klinkende toespraak. Over segregatie, de tweedeling in de stad, Bowie, pretpark Amsterdam, misplaatst Ratelband-achtig optimisme, het Amsterdams klimaatplan, de Februaristaking '41 en meer.

Welkom gasten, kameraden,

Welkom op de nieuwjaarsreceptie van GroenLinks Amsterdam!
Bij dit soort gelegenheden is het natuurlijk de bedoeling dat je blij en vrolijk bent. En dat je je zwaar gemoed achter je laat en optimistisch het nieuwe jaar tegemoet treedt.
Ik begrijp zelfs dat collega-fractievoorzitters ter verhoging van de feestvreugde bij dit soort partijtjes hun fractieleden olijke, allitererende bijnamen geven als ‘doortastende Daniel’.
Of dat is om hen te prijzen is me overigens niet geheel duidelijk maar u begrijpt dat zoiets tot grote hilariteit leidt.
Ik zal – om de algemeen geldende normen betreffende beschaving en fatsoen geen geweld aan te doen - de voorbeelden uit de app-groep van de GroenLinksfractie achterwege laten.

Feestvreugde, ongebreideld optimisme. Het spijt me, dat ga ik u niet geven.
En dat is niet omdat ik niet een enorm blij ei ben, hoor. Zoals u weet sta ik bekend als het zonnestraaltje van de Stopera, die altijd lief, vriendelijk en zachtaardig met iedereen omgaat. U kunt er mijn collega’s naar vragen.
Het is niet dat ik het niet doe omdat ik niet trots ben op alle leden van de fractie, de mensen in de bestuurscommissies en in de partij die zich allemaal keihard inzetten voor een groene en sociale stad.
Want trots ben ik en er is veel bereikt.

Maar geen ongebreideld optimisme omdat ik me ook zorgen maak. En een beetje omdat David Bowie dood is.
Ik maak me zorgen over ingrijpende ontwikkelingen die zich aan ons opdringen. Die - als we niet ingrijpen- de aard en de essentie van onze mooie stad blijvend veranderen.
Misschien is het belangrijkste verschil tussen links en rechts wel dat rechts de blik gericht heeft op wat goed gaat en dat links vooral ziet wat er beter kan.
Dat verklaart wellicht ook de jubelverhalen die je vanuit de collegepartijen hoort.
Als je hen moet geloven:
Gaat het fantastisch met Amsterdam. Fantastisch!
Hebben we heel veel startups. Joehoe!
Komen er meer toeristen dan ooit te voren naar Amsterdam. Joehoe!
Gaan de woningprijzen door het dak. Joehoe!
Prachtig allemaal, prachtig.

En in die Ratelband-achtige blijdschap zit ook iets van: wat zeur je nou, doe gezellig mee, consumeer! Meer, meer, meer. Ga mee op weg naar op Pleziereiland! Maar net als bij dat eiland uit Pinokkio heeft het gevolgen.
Als we ons blijven focussen op eenzijdige groei en op uitbreiding van pretpark Amsterdam zonder dat we ons afvragen wat dit voor de stad en vooral voor Amsterdammers betekent, dan zijn we wat mij betreft snel het spoor bijster.

En nee..., niet alles gaat slecht. Maar JA! er kan nog heel veel beter.
Want ik vind het onverteerbaar dat we in een stad wonen waar de ongelijkheid rap toeneemt. Waar groepen Amsterdammers verpletterd en weggedrukt dreigen te worden door een welvarende elite.
En die ongelijkheid is niet alleen een sociaaleconomische kwestie. De ongelijkheid krijgt ook vorm in waar mensen wonen. Die ook kansen belemmert op een beter bestaan, die polariseert en tegenstellingen verscherpt.
Vooral als die ongelijkheid langs etnische lijnen gaat lopen.

Het klassieke GroenLinks-ideaal van een ongedeeld Amsterdam, waar plek is voor iedereen, ongeacht waar je zelf of je ouders vandaan komen, hoeveel je ook verdient of juist niet en waar we er samen voor zorgen dat je van een dubbeltje een kwartje kunt worden. Dat ideaal staat ernstig onder druk.
Nou is het onder druk staan van een GroenLinks-ideaal an sich geen reden tot paniek; we zijn wel wat gewend. Maar dit is fundamenteler. Als de emancipatiemachine stokt dan wordt de stad snel onbarmhartig, ontoegankelijk en onleefbaar.
Dan worden we Londen of Parijs: ernstig gesegregeerd met typische binnenstedelijke problematiek als stijgende criminaliteit, verzuiling in subculturen en sociale uitsluiting. Wij zullen nooit toestaan dat Amsterdam daar naar afglijdt.

En daarom zullen we blijven vechten voor meer sociale huurwoningen en tegen speculatie. Zullen we blijven vechten voor betaalbare zorg en tegen kaalslag op sociale voorzieningen. En zullen we blijven vechten voor één Amsterdam en tegen segregatie in het onderwijs.
En ja, zo lang het college blijft zeggen dat het bestrijden van segregatie geen overheidstaak is, zo lang partijen het belangrijker lijken te vinden dat sommige peuters Engels leren in plaats van dat alle kinderen het Nederlands beheersen. Zo lang mensen vol blijven houden dat je je in moet vechten, dat iedereen de zelfde kansen krijgt, dat uitsluiting geen sociaal probleem is en dat je maar beter je best moet doen... Net zo lang zullen wij vechten.

Maar er is natuurlijk meer waar ik me zorgen over maak. Mag ik u vragen, vond u de uitnodiging voor vanavond ook zo lollig? Met dat winterse tafereel?
Wie nu de klimaatverandering nog ontkent heeft een steekje los zitten en wie nu nog niet bereid is de klimaatverandering te stoppen is nalatig naar onze kinderen en latere nazaten toe.
Wij willen dat de stad versneld verduurzaamt. Dat we niet wachten op het bedrijfsleven. Dat we niet wachten op anderen. Het klimaatinitiatief dat we met de PvdA en de Partij voor de Dieren hebben ingediend roept op tot actie; weg met de verleiding, weg met de vrijblijvendheid, maar bindende normen, nu!

Ik ben er nog niet, want ik wil nog twee dingen zeggen.
Ja, de stroom vluchtelingen stelt ook Amsterdam op de proef, bijvoorbeeld als het gaat om het vinden van geschikte woonruimte. Maar ik ben er trots op dat we hier geen Steenbergse taferelen hebben.
Ik ben trots hoe we als stad met dit vraagstuk omgaan en ik ben trots hoe het college hier mee bezig is.
En nee, er is geen reden om achterover te leunen; het maatschappelijk klimaat verhard en de polarisatie neemt toe. Zet maar eens iets positiefs over vluchtelingen op twitter en de reacties stromen binnen. Goed voor je mensbeeld, zeg ik met een tikkeltje ironie.
Het is aan ons om blijvend te laten zien dat vluchtelingen welkom zijn. Het is aan ons om hen te helpen een plek te vinden, of dat nu hier is of elders. En het is aan ons om aandacht te blijven vragen voor de uitgeprocedeerden die wrang genoeg steeds meer in de verdrukking raken.

En vanwege de urgentie en de noodzaak van dat tegengeluid roep ik u op om op 6 februari op de Dam te zijn. Pegida, die zogenaamde burgerbeweging, geleid door hele en halve nazi’s heeft aangekondigd in Amsterdam te demonstreren. En dat mag.
Maar wij mogen niet wegkijken. Wij zullen er zijn; om te laten zien dat in Amsterdam vluchtelingen welkom zijn maar racisme, haat en uitsluiting niet!.
Niet wegkijken, maar doen. Daar gaat het om. Voor de verandering.

Laten we ons dit jaar laten inspireren door een groep dappere mannen en vrouwen. Waar ik bij stil wil staan omdat ze een voorbeeld voor ons allen kunnen zijn. Piet Nak, Willem Kraan, Dirk van Nimwegen en vele anderen.
Zij riepen 75 jaar geleden op 25 februari de Februaristaking uit. Uit verzet tegen antisemitisme, haat en uitsluiting.
Amsterdamse helden, echte helden. Heroes, not just for one day. Maar tot in de eeuwigheid. Ik hoop u allemaal bij de Herdenking te zien.

Ik sluit af; ik zei dat ik niet optimistisch was. Maar ik heb wel hoop.
Hoop omdat talloze Amsterdammers zich inzetten voor vluchtelingen, hoop omdat steeds meer mensen in de stad zich verzetten tegen de vercommercialisering en pretparkisering, hoop omdat mensen zelf of in hun buurt werken aan verduurzaming en betere zorg. Er verandert iets.
Het broeit. Ik heb hoop, ook omdat we het als partij weer goed doen.
Omdat er ook bij ons iets is veranderd en ik heb hoop omdat ik jullie allemaal hier nu zie. Mensen die een andere wereld wensen. Die verandering willen.
En voor eenieder die de verandering wenst te verhinderen citeer ik David Bowie

‘And these children that you spit on
As they try to change their worlds
Are immune to your consultations
We are quite aware of what we are going through’ 

En dus proost ik. Op de verandering. Wens ik jullie alle goeds. En ga ik met jullie vastberaden voorwaarts!