Vandaag werden de nieuwe raadsleden geïnstalleerd. In het debat over de uitslag sprak Maarten van Poelgeest, nu de PvdA de SP heeft uitgesloten, zich uit voor een coaltie van PvdA en GroenLinks.

Voorzitter,

In mijn algemene beschouwingen van afgelopen november heb ik de contouren geschetst van een progressieve agenda voor de stad. Ik deed dat omdat GroenLinks van mening is dat deze progressieve agenda het meest adequate antwoord is op de problemen waar de stad mee geconfronteerd wordt. Dat is sinds november niet veranderd.

Amsterdam is een stad van kansen. Een plek waar mensen naartoe komen om het te gaan maken. Een dynamische stad waar mensen met totaal andere achtergronden met elkaar in contact komen, waar mensen emanciperen, culturen soms botsen, nieuwe tegenstellingen als voorbode van een nieuwe tijd aan het licht komen en waar de strijd om ruimte hevig is.

Wil de stad zo blijven werken, dan zal aan tenminste twee voorwaarden voldaan moeten worden:
- mensen die het nog gaan maken moeten de stad in kunnen;
- er moet sprake zijn van sociale mobiliteit en emancipatie;

Deze twee voorwaarden staan onder druk.
De stad is een populair woonmilieu voor de steeds maar groeiende groep één- en tweepersoonshuishoudens die bereid zijn en de mogelijkheid hebben om flink te betalen voor een woning. Verdringing van ‘arm’ door ‘rijk’ is daarmee aan de orde van de dag. De stad kan zo bezwijken onder haar eigen succes.
Een teruglopende conjunctuur, bezuinigingen uit Den Haag en het steeds meer ontmantelen van allerlei vitale functies van de verzorgingsstaat maken emancipatie en sociale mobiliteit alles behalve vanzelfsprekend. Hier past geen afzijdigheid onder het motto ‘eigen verantwoordelijk’, maar stevig ingrijpen en investeren in mensen en kinderen. Hier past niet het uitsluiten, het brandmerken van hele bevolkingsgroepen als op zijn minst een probleem en misschien wel een gevaar, maar het ‘erbij horen en meedoen’.

Naast deze sociale opdracht, ligt er ook een opgave op het gebied van milieu. De lucht moet schoner, het verblijfsklimaat op straat beter en de stad moet ondanks de almaar stijgende automobiliteit bereikbaar blijven.

Amsterdam heeft, ook in landelijk perspectief, een opmerkelijke verkiezingsuitslag. De enorme winst van de PvdA, de forse winst van de SP en de bescheiden winst van GroenLinks, maken duidelijk dat ook in Amsterdam de kiezer een signaal heeft willen geven. Een signaal dat men de rechtse winter beu is en verlangt naar een linkse lente.
Dit meer landelijke sentiment verklaart niet de Amsterdamse uitslag ten volle. De Amsterdamse uitslag is ook een duidelijke waardering voor het ‘erbij horen en meedoen’ dat Job Cohen en Ahmed Aboutaleb steeds weer hebben uitgedragen.
Opvallend is de gestegen opkomst onder migranten in combinatie met het feit dat de meesten voor de PvdA kozen. De hogere opkomst maakt duidelijk dat mensen erbij willen horen en mee willen doen. De massale stem op de PvdA versta ik vooral als een duidelijk boodschap aan het adres van Wilders, Hirsi Ali, Verdonk en Pastors.

Centraal in de campagne stonden sociale thema’s: behoud van betaalbare woningen, bestrijden van armoede, beter onderwijs. De PvdA heeft op deze thema’s met een herkenbaar links geluid en op een professionele manier campagne gevoerd.
Ook daarvoor, naast de eerder genoemde redenen, is de PvdA fors beloond. Ik wil hen, en niet in de laatste plaats Lodewijk Asscher, daar nogmaals mee feliciteren.

Wat minder is opgevallen, is het goede resultaat dat de SP geboekt heeft. Natuurlijk, gezien het landelijk beeld hing deze winst al drie jaar in de lucht, maar het omzetten van virtuele winst in echt meer stemmen is niet vanzelfsprekend. Ook hier passen felicitaties en complimenten van onze kant.

GroenLinks heeft een bescheiden winst geboekt. Ik ben daar, zeker gezien de successen van de PvdA en de SP, tevreden over. Ik zie deze bescheiden winst ook als een waardering voor de opstelling van GroenLinks in de laatste vier jaar. We hebben het college voluit gesteund op het punt van ‘erbij horen en meedoen’. Daar waar we tegen waren, heeft GroenLinks alternatieven aangedragen.

Voorzitter,

De verkiezingsuitslag wijst volgens GroenLinks maar één kant op. De partijen ter rechterzijde van het politieke spectrum hebben verloren. De drie grote linkse partijen hebben gezamenlijk acht zetels gewonnen. De conclusie kan niet anders zijn dan dat de Amsterdammers in grote meerderheid een links college willen.
GroenLinks heeft haar kiezers de belofte gedaan voor een progressief links college te gaan. Gesterkt door de uitslag voelt GroenLinks zich gehouden aan deze belofte.

In de informatiefase heeft de PvdA geïnventariseerd wat partijen belangrijke punten voor de komende jaren vinden, welke inhoudelijke knelpunten er mogelijk zijn, welke combinaties de voorkeur hebben en welk soort programakkoord partijen willen. Vanaf maandag is daarbij door de PvdA afgetast of GroenLinks, wetende wat onze voorkeur is, toch niet mee zou willen doen in een college van PvdA, VVD en GroenLinks. Deze combinatie had de voorkeur van de PvdA na de eerste inventarisatie.

Wij hebben in deze gesprekken beargumenteerd dat een dergelijke combinatie geen recht doet aan de verkiezingsuitslag. Wij vinden dat een breed college over links daar beter recht aan doet.
Het argument dat deelname van de VVD belangrijk is om de lijn met het bedrijfsleven open te houden snapt GroenLinks op zich, maar vonden wij niet sterk. Op die manier lijkt het er op dat de VVD, zolang zij maar bijvoorbeeld zes zetels houdt, recht heeft op een soort kwaliteitszetel in het college. Wij vinden ook dat progressieve partijen zich niet moeten laten aanpraten dat alleen de VVD de lijn met het bedrijfsleven open kan houden. Iets meer zelfvertrouwen in het eigen kunnen is op dit punt wel gewenst.

Het argument dat de VVD aan een college moet deelnemen omdat anders 18% van de kiezers wordt uitgesloten, heeft GroenLinks evenmin overtuigd. Een dergelijke argumentatie kan, consequent doorgevoerd, alleen maar leiden tot een afspiegeling College waarin ook de SP vertegenwoordigd is. Zij immers vertegenwoordigen 13% van de Amsterdammers.

Een breed college over ‘rechts’, dus met de VVD, zal al het politieke debat in de raad doodslaan. Als het waar is dat een dergelijk breed college de facto links beleid zou voeren, dan blijft er voor de gegroeide SP weinig over om oppositie tegen te voeren. Men kan proberen een klein verschil tot groot op te blazen, maar de kiezer kijkt daar doorheen. Het gevolg is dat de gemeenteraad, het meeste publieke plein van de stad waar gediscussieerd wordt over belangrijke thema’s voor de stad, een lege, saaie plek wordt. De ‘gevestigde orde’ en niet in de laatste plaats de PvdA, kan daar over vier jaar de rekening van gepresenteerd krijgen. In Den Haag kan men daar over mee praten. Na acht jaar paarse pacificatie van elke politieke tegenstelling was het Fortuyn die volop de ruimte kreeg.

Wij denken dat de inhoudelijke verschillen tussen de linkse partijen enerzijds en de VVD anderzijds op een aantal punten groot zijn. In de verkiezingscampagne is dit eens te meer gebleken. Het duidelijkst is dit gebleken op het punt Wonen. Maar ook op andere punten is er verschil. Ik noem er één.
De privatisering van Schiphol. Vanuit het Kabinet wordt de druk op Amsterdam opgevoerd. Het lijkt er sterk op dat de VVD landelijk dit nog net wil binnen halen voor de verkiezingen van volgend jaar. Dat vraagt om een Amsterdams bestuur dat op dit punt standvastig en eenduidig is. De VVD is voorstander van privatisering en doet, zeker op het moment dat de druk nog verder wordt opgevoerd, afbreuk aan deze gewenste standvastigheid.

Tot slot de kwestie van vertrouwen. De VVD heeft het de laatste maanden van de daken geschreeuwd: GroenLinks kan niet besturen! Dat is bij ons niet onopgemerkt gebleven en heeft de vertrouwensrelatie ernstig verstoord. Hierover hebben we de laatste dagen lang gesproken. Dit heeft ertoe geleid dat op dit punt vertrouwen is hersteld. De VVD heeft in de gesprekken duidelijk gesteld dat GroenLinks een volwaardige bestuurspartij is. Daarnaast zijn in de gesprekken onderlinge irritaties en wrevels die ontstaan zijn in de campagne besproken en uitgepraat.
Wij vinden dit belangrijk, omdat – welk college er ook komt – we graag een goede en open relatie met de VVD hebben.

Dit alles wegende heeft bij GroenLinks tot de volgende eindconclusie geleid. Wij zijn niet bereid vanaf morgen te starten met formatiebesprekingen met de PvdA en de VVD. Dit omdat wij vinden dat er een aantrekkelijker alternatief is, dat wij eerst zouden willen onderzoeken. Kortom, in lijn met hoe GroenLinks de afgelopen jaren zich opgesteld heeft, wijzen wij niet alleen een voorstel af, maar dragen ook een alternatief aan wat in onze ogen vele malen aantrekkelijker is. Het doet beter recht aan de uitslag, het zorgt voor meer coherentie binnen het College en het slaat het politiek debat niet dood. Wij denken dat RoodGroen Amsterdam veel goeds kan brengen. Niet alleen de komende vier jaar. Ons commitment gaat verder en gezien de uitslag bij de verkiezingen is dit het moment om elkaar de hand te reiken en van start te gaan.

Maarten van Poelgeest
16 maart 2006