Afgelopen maandag was minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem in Amsterdam. Tijdens de bijeenkomst mochten Amsterdammers 'mister euro' vragen stellen, zo stond in de uitnodiging. Nu er voor 6 miljard bezuinigingen aan gaan komen is het interessant te horen hoe deze sociaaldemocratische minister dat verdedigt. Vooral ook omdat zo ongeveer alle economen en economische adviesbureaus verder bezuinigen met klem afraden.
Ook prominente partijgenoten als Paul Tang keren zich tegen de bezuinigingsobsessie van het kabinet. Bijvoorbeeld in dit stuk.
Reden genoeg dus om ook naar het CREA-theater te gaan. Het werd een boeiende avond. En er werd veel gevraagd, dat wel. Maar antwoorden, die kwamen er onvoldoende.
De bijeenkomst werd geopend door Pieter Hilhorst die geheel terecht aandacht vroeg voor één van de grootste knelpunten voor onze stad en de Nederlandse economie als zodanig: de torenhoge werkloosheid en dan specifiek de jeugdwerkloosheid. De vraag van Hilhorst aan de minister was dan ook wat het kabinet ging doen om al die jongeren die nu in Amsterdam zonder baan thuis zitten wél perspectief te bieden. Een terechte vraag want de jeugdwerkloosheid is in onze wijken en buurten schrikbarend hoog (tegen de 20%). En de werkloosheid onder allochtone jongeren loopt zelfs op richting 30%. Dat zijn bijna Griekse getallen.
Dijsselbloem produceerde als antwoord fraaie voorlichterstaal over de inzet van het kabinet en de impuls die er zou komen door een 'stimuleringspakket' voor de economie. Het klonk allemaal best aardig. Maar als je beter kijkt naar wat het kabinet precies doet dan kun je niet anders dan concluderen dat het buitengewoon mager is wat er uit Den Haag komt om onze jongeren te helpen. Neem nou de aanpak jeugdwerkloosheid. Er is voor alle gemeenten in het land 25 miljoen voor projecten. Vijfentwintig miljoen. Da's volstrekt onvoldoende om al die duizenden jongeren te helpen (ter vergelijking: het Actieplan van 2009 had een budget van 200 miljoen). En verder? Er is een ambassadeur. Maar daar is al tijden weinig van vernomen. Dijsselbloem schermde met het sociaal akkoord en het zogenoemde stimuleringspakket. Ik snap dat ze op Prinsjesdag net gaan doen of dat alles oplost maar dat pakket compenseert natuurlijk maar een fractie van wat er met de bezuinigingen afgaat.
Ik moest tijdens de bijeenkomst een paar keer aan de vermaarde Britse econoom Keynes denken. Als het om de noodzaak tot bezuinigen ging, zei Dijsselbloem steeds dat we volgende generaties niet met een te hoge staatsschuld moeten opzadelen. En daar heeft hij natuurlijk gelijk in. Er is niets links aan om een zooi te maken van de overheidsfinanciën.
Maar dat staat wel op gespannen voet met de noodzaak die er nu is om iets te doen om te voorkomen dat er een verloren generatie ontstaat. Wat nu als je net van school komt en geen baan vindt? Moet je dan maar weer bij je ouders gaan wonen? En wat doe je met een gat in je cv omdat je maar geen werkervaring opbouwt? Mensen zonder werk maken zich drukker over het vinden van een baan dan over de staatsschuld. En ik snap dat. Gevraagd naar de houdbaarheid van zijn beleid op de lange termijn antwoordde Keynes volgens de overlevering: "In the long run we're all dead". En zo is het. Soms moet je de lange termijn even laten om problemen van nu aan te pakken. Het is de hoogste tijd nu iets te doen aan de jeugdwerkloosheid. Je kunt je niet meer verschuilen achter toekomstige generaties. Het is nu of nooit.
En ik ben er niet gerust op dat dit kabinet die urgentie voelt. Want welk perspectief bieden zij jongeren die werkloos zijn? Bitter weinig. Dit PvdA/VVD-kabinet laat jongeren in de kou staan. En dat kan een gemeente niet zelf repareren, hoe graag we dat wellicht ook zouden willen.
Jammer genoeg mocht ik geen vraag stellen. Aan het eind van de avond vroeg ik me af of Pieter Hilhorst het antwoord van Dijsselbloem geruststellend vond. Of hij er vertrouwen in heeft. Of dat hij net als ik grote zorgen houdt. Omdat de woorden van de minister de Amsterdamse jongeren niet helpen maar dienen ter legitimatie van achterhaald beleid.