De afgelopen maanden was er veel te doen over straatkunst of met een meer officiële term: kunst in de openbare ruimte. Bijvoorbeeld over het slangenpand. Drie maanden geleden kopte het Parool ‘Slangenpand terug, zonder slang’ en een jaar daarvoor ‘Kunstenares eist kop op’. Woningcorporatie De Key wilde het paneel verwijderen en behouden en tentoonstellen in het Amsterdam Museum, terwijl kunstenaar Van Elsen de kop het liefst terugziet op een nieuwe kunstenaarslocatie. Volgens de kunstenares is haar kop cultureel erfgoed met een historische waarde én een icoon. Ook wij, fractieleden van Groenlinks Amsterdam, mengden ons in het debat. Dit voorbeeld roept de vraag op: wie beslist er in zo’n geval over wat er gebeurt met een iconisch Amsterdams kunstwerk? De Key? De kunstenaar? De gemeente?

Ander voorbeeld. Een maand geleden schilderde de facilitaire dienst van de UvA een vermoedelijk kunstwerk van de wereldberoemde Banksy over. Ja, dit is echt waar. Trouw schreef “Onderzoek moet uitwijzen hoe dit kon gebeuren en of het nog hersteld kan worden”. Maar het is natuurlijk om te huilen dat actuele straatkunst en toekomstig erfgoed wordt verkwanseld. Hoe kon het dat die mensen niet wisten dat ze te maken hadden met iets heel bijzonders?

Of neem de appel die Provo Robert Jasper Grootveld in 1975 in de muur van het Paleis op de Dam kerfde. Gelukkig was daar curator Annemarie de Wildt van het Amsterdam Museum die het stukje muur wil beschermen en er erfgoed van wil maken, met uitleg voor mensen die voorbij komen. Ze stelt terecht dat het een wonder is dat dit stukje muur de verbouwing van het Paleis op de dam overleefd heeft. Ook dit had zomaar kunnen verdwijnen. Wederom stelde onze fractie hierover vragen aan de wethouder.

En er was natuurlijk heel recent de discussie over het kunstwerk Westland Wells in Amsterdam Zuid. Een doodongelukkige kunstenares kwam onlangs inspreken in de raadscommissie in de gemeenteraad. De voor- en tegenstand is fel en natuurlijk moet en mag er discussie gevoerd worden over kunst in de openbare ruimte. Daar is niks mis mee. Maar is het niet totaal onnatuurlijk dat deze kunstenares werd verzocht zich niet te mengen in dit debat? Stadsdeelbestuurder Sebastiaan Capel zei erover in het Parool: "De emotie heeft het gewonnen van de ratio, maar ook daar hebben we rekening mee te houden."

Twintig prominenten uit de kunstwereld schreven volgend op deze beslissing een boze brief aan de burgemeester en wethouder Ollongren. Daarop opperde Lennart Booij van het Stedelijk Museum in het Parool (€) het aanstellen van een straatcurator: “Kunst in de openbare ruimte heeft een beschermer nodig. In een museum is alles overzichtelijk, maar in de openbare ruimte kunnen de spanningen oplopen. Kunst hoeft niet alleen maar geruststellend te zijn, tegelijkertijd kun je een buurt een kunstwerk ook niet door de strot duwen."

Alle bovenstaande voorbeelden laten zien waarom het idee van Booij zinnig en nodig is. Daarom zal GroenLinks in juni met een initiatiefvoorstel komen om dit te verzoeken aan het college. Voor GroenLinks gaat het hierbij nadrukkelijk ook om streetart en iconisch en historisch erfgoed. Ook andere raadsleden signaleerden bedreigde kunstwerken in de stad, en dan specifiek naoorlogse wandkunst.

Voor het voorstel om een straatcurator aan te stellen gaan we de komende tijd in gesprek met de stadsbewoners, bestuurscommissies, Booij, het Amsterdam museum etc. Suggesties zijn welkom via e-mail.