De afgelopen tijd heeft GroenLinks meerdere signalen ontvangen van kunstenaars die een atelier huren van de gemeente en plots een stuk meer moeten betalen. Zo worden veel huurcontracten vernieuwd en stijgen de huurprijzen flink. Dit omdat dit college het onzalige uitgangspunt blijft gebruiken dat alle huren ‘kostendekkend’ moeten zijn. Wat GroenLinks betreft moet de gemeente ophouden met kunstenaars de stad uit te jagen door plotselinge en onbetaalbare hoge kosten.

In 2016 stelde de fractie al vragen over de plotselinge hoge kosten voor huurders van ateliers in West. Naast dat huurprijzen ineens verdubbelen, moeten kunstenaars nu ook een waarborgsom betalen van twee tot drie maanden huur. Een fors bedrag, dat velen echt niet zomaar op een bankrekening hebben staan. Op de vraag van GroenLinks of de wethouder Ollongren voor deze doelgroep geen andere criteria dan de strenge vastgoedregels wil hanteren, kreeg zij een hardvochtig ‘nee’. De gemeente haalt deze groep dus eerst door een inkomenstoets om te kijken of de kunstenaar niet te veel verdient om een atelier te mogen huren. Vervolgens vraagt de gemeente belachelijk hoge borgsommen. Dus mag de kunstenaar geen geld verdienen, maar moet wel al gauw zo'n €1000,- of meer ophoesten voor de borg bij de vernieuwing van het contract. Dat wringt natuurlijk.

En waar is een dermate hoog borgbedrag voor bedoeld, vraag je je dan af? Uit brieven van kunstenaars blijkt het antwoord. Veel ateliers huizen in oude scholen of andere gemeentelijke gebouwen die eerder een andere bestemming hadden. En veel van die gebouwen zijn slecht onderhouden. Een probleem van de eigenaar, de gemeente, dat nu op de kunstenaars wordt afgeschoven. Want naast de servicekosten worden zij geacht de te onderhouden zaken zelf schoon te houden (bijvoorbeeld dakgoten, riolering, aansluitingen e.d.). Kun je dat zelf, dan moet je daar apparatuur voor huren (hoogwerker); kun je dat niet zelf, dan moet je daar mensen en materieel voor inhuren. En dat kan een forse kostenpost zijn.
Dus de gemeente heeft de panden jarenlang slecht onderhouden en legt de rekening daarvoor nu bij de huurders neer. In het contract staat dat de eigenaar besluit welk onderhoud er gepleegd gaat worden en door welke partij. De kunstenaars hebben dus zelf geen enkele zeggenschap waar hun geld naar toe gaat. Ze weten niet eens hoeveel de jaarlijkse kosten zullen zijn en worden daarmee om een blanco cheque gevraagd.
En die waarborgsom? Die blijkt alvast bedacht voor als een kunstenaar deze ondoorzichtige onderhoudskosten niet op kan hoesten: dan worden deze van de borg ingehouden. Zo heeft vastgoedbeheer, lees de gemeente, lees dit college, altijd z’n geld.

Kort samengevat. Je huurt een atelier. Je contract wordt vernieuwd of je bent een nieuwe huurder. De huur wordt verdubbeld. Je moet direct drie maanden borg neertellen. Je geeft een blanco cheque af voor servicekosten die als ze de pan uitrijzen van je borg worden afgehaald. Én je mag tegelijkertijd niet te veel verdienen, want anders mag je het atelier niet huren. En over 5 jaar moet je er sowieso uit want dan moet je financieel wel op eigen benen kunnen staan als kunstenaar.
Dergelijk vastgoedbeleid jaagt zo kunstenaars de stad uit, want deze kosten zijn voor m.n. jonge of startende kunstenaars niet op te hoesten. Daarnaast klopt het principieel niet om mensen een waarborgsom te vragen om achterstallig onderhoud of niet voldane servicekosten mee te dekken. GroenLinks vindt dat de gemeente een plicht heeft om het achterstallig onderhoud te (laten) verrichten en te zorgen voor goede, gezonde atelierpanden zonder grote openstaande rekeningen.
Amsterdam moet heel anders met haar kunstenaars omgaan en op zoek naar vormen van zelfbeheer, waarin kunstenaars mee kunnen praten over waar hun geld naartoe gaat. Kunstenaars zijn creatief en autonoom, laten we die krachten gebruiken in plaats van hen tegen te werken.
In de commissie Jeugd en Cultuur van 26 september zal de fractie van GroenLinks de wethouder hier verder scherp op bevragen.