De afgelopen weken ben ik vrij weinig te vinden op sociale media. Ook tot het kijken van het journaal moet ik me zetten. De hardheid van het nationale debat over de vluchtelingencrisis maakt me droevig. De lokale explosies op inspraakavond na inspraakavond, aangewakkerd door Wilders' spookverhalen en angstbeelden maken me boos. Niet omdat ik iedereen die zorgen uit verdenk van racisme of xenofobie, maar omdat zoveel van de tegenstanders geen enkele empathie op lijken te kunnen brengen voor mensen die huis en haard hebben verlaten, op de vlucht voor oorlog en terreur.
De oorzaken van zowel de vluchtelingenkwestie als de angstreflex voor vluchtelingen lijken zelden te worden beseft, of in ieder geval amper te worden benoemd. Jaren van neoliberaal Rijksbeleid hebben geleid tot een schaarste aan redelijk betaald werk en sociale huurwoningen. Tegelijk wordt de inkomensverdeling steeds oneerlijker en worden sociale vangnetten steeds verder uitgehold. Die schaarste en dat gebrek aan bestaanszekerheid vormen de voedingsbodem voor angst en intolerantie. Dat wordt door de usual suspects weer aangegrepen om haat te zaaien. Dat de PVV zelf de bijl aan de wortel van het sociale woningstelsel legde verdwijnt in de kakofonie. Dat het westen, ook Nederland, bijdroeg aan het ontstaan van de vluchtelingenstroom - onder andere door de steun aan de oorlog in Irak - lijkt al helemaal vergeten te worden.
Gemeente probeert haar verantwoordelijkheid te nemen
In Amsterdam wordt de discussie over de huisvesting van asielzoekers en vluchtelingen met een status gelukkig op heel andere toon gevoerd. Het hele college werkte eensgezind aan noodopvang voor asielzoekers die net zijn aangekomen. Het gaat nog tot 2018 duren voordat Amsterdam (eindelijk) haar verantwoordelijkheid in blijvende vorm gaat nemen: pas dan opent het permanente asielzoekerscentrum in de Houthavens. Gelukkig wordt in de tussentijd gezocht naar manieren waarop Amsterdam, naast het bieden van noodopvang, haar bijdrage kan blijven leveren aan de huisvesting van recent aangekomen asielzoekers.
Maar Amsterdam loopt achter in huisvesting
En dat is maar goed ook, want Amsterdam loopt nog steeds achter bij het nakomen van haar andere verplichting: het huisvesten van erkende vluchtelingen, oftewel statushouders: mensen die de asielprocedure met succes hebben doorlopen. Op 1 januari 2015 was er een achterstand van 541 statushouders. Tot verbijstering van GroenLinks bepleitte wethouder Wonen Lauren Ivens (SP) eerder dat Amsterdam van het Rijk een vrijstelling zou krijgen, of dat de verdelingssystematiek zou worden veranderd. Zolang Amsterdam maar minder statushouders op hoefde te nemen. Het leidde tot de verdrietige headline 'Amsterdam wil minder vluchtelingen'.
Het Rijk liet - niet verrassend - weten gewoon vast te houden aan een verdeling gebaseerd op inwoneraantal. En het moet gezegd: de wethouder doet inmiddels best veel. Door de toenemende instroom van asielzoekers mag Amsterdam echter al blij zijn wanneer de achterstand in de huisvesting van statushouders stabiliseert, en niet groeit in 2016.
GroenLinks wil achterstand snel inlopen
De Amsterdamse gemeenteraad spreekt in de regel genuanceerd over dit onderwerp. Hierin geeft vaak de overgrote meerderheid aan dat Amsterdam alles op alles moet stellen om de achterstand in te lopen en haar afspraken na te komen. Zo nam de raad eerder nog een motie van GroenLinks aan, waarbij de raad het college opdroeg meer tempo te maken bij het inlopen van de achterstand, onder andere door het transformeren van kantoren.
Toch zijn er in Amsterdam de laatste weken wat zorgelijke geluiden te horen: VVD bepleitte in de vorige commissie Wonen dat Amsterdam met het Rijk moet praten over een lager aantal. Ondertussen stellen ze voor om binnen de 30 procent reservering voor kwetsbare groepen een hard maximum te stellen aan het percentage woningen dat naar statushouders gaat. Dit betekent dat Amsterdam op voorhand aangeeft haar verplichting niet te zullen halen en het niet eens gaat proberen. En wellicht, aldus CDA en VVD, kan Amsterdam deals maken met krimpgemeentes?
Stop verkoop sociale huurwoningen
Je zou denken dat die reservering van 30 procent voor kwetsbare groepen, waaronder statushouders, onder druk staat in Amsterdam. Dit is echter niet zo: 23 procent van de sociale huurwoningen wordt toegewezen aan kwetsbaren, en slechts een fractie daarvan aan statushouders. Toch kwam de VVD met een volkomen arbitrair maximumpercentage van 7,5 procent. Dat was beter voor 'het draagvlak', ziet u. Het was immers aan Amsterdammers die jaren moesten wachten niet uit te leggen dat nieuwkomers voorrang krijgen voor een schaarse sociale huurwoning.
Nu zou je natuurlijk kunnen besluiten om die schaarste niet verder te vergroten door de verkoop van sociale huurwoningen te stoppen of te minderen, maar dat is voor VVD en D66 (en dus ook voor coalitiepartner SP) onbespreekbaar.
Voorrangsregeling
Met het draagvlak in onze stad blijkt het in het algemeen gelukkig wel goed te zitten. Toch stuit het versneld toewijzen aan statushouders bij een meerderheid op weerstand. Op voorstel van de VVD lijkt het kabinet - uiteraard en helaas gesteund door een gehoorzame PvdA - statushouders straks uit te gaan sluiten van aanspraak op de voorrangsregeling.
GroenLinks Amsterdam vindt het zeer verdedigbaar dat kwetsbare statushouders versneld aanspraak kunnen maken op een sociale huurwoning. Wij denken dat dit wél uit te leggen is aan Amsterdammers: het gaat om ontwortelde mensen, velen met trauma en verdriet. Steeds vaker gaat het om gezinnen met schoolgaande kinderen. Het is voor iedereen het beste als mensen zich zo snel mogelijk kunnen wortelen, zodat ze hun leed kunnen verwerken en in kunnen burgeren. En wortelen kan niet zonder woning.
Onze inzet is duidelijk: Amsterdam blijft barmhartig en gastvrij. Dat betekent dat de hoofdstad minimaal haar verplichtingen moet halen, zoals dat van álle gemeentes verwacht wordt.
GroenLinks Amsterdam zal in ieder geval het volgende blijven bepleiten:
- Statushouders blijven gewoon aanspraak maken op voorrang - zolang het Rijk dit Amsterdam niet daadwerkelijk onmogelijk maakt - zonder een symbolisch, onnodig en arbitrair maximumpercentage.
- Kleinschalige huisvesting verspreid door de stad. Niet omdat statushouders een last zijn, die we moeten spreiden, maar omdat de snelste manier om nieuwe Amsterdammers te helpen integreren, is door ze in aanraking te laten komen met allerlei Amsterdammers.
- Meer samenwerken met corporaties en andere maatschappelijke partners. Volgend jaar opent een veelbelovend initiatief, een samenwerking is tussen COA, gemeente en de Key. In een complex van 550 woningen gaan 225 jonge statushouders en 225 studenten wonen. Wij denken dat er meer plekken en meer partners zijn, om zo snel mogelijk vergelijkbare samenwerkingen tot stand te brengen.
- Nog harder inzetten op transformatie van kantoren (ook kwaadschiks, als er weer eens een eigenaar liever z'n pand leeg laat staan met een hoge boekwaarde, in plaats van het voor minder te verhuren.)