Het college maakt veel te weinig tempo met het verduurzamen van de sociale huursector. Daardoor gaan er onnodig tonnen CO2 de lucht in. GroenLinks vindt het belangrijk dat er goede maatregelen getroffen worden op het gebied van duurzaamheid, maar ook dat die snel worden uitgevoerd. Wat betreft het klimaat is het immers al vijf óver twaalf.

Tijd = CO2

In een brief aan de gemeenteraad laat wethouder Ivens (Wonen) weten dat hij een jaar extra heeft genomen om met de corporaties in Amsterdam afspraken te maken over duurzaamheid. Met de huurders en corporaties heb ik afgesproken om voldoende tijd te nemen voor de uitwerking van de onderdelen financiën, duurzaamheid en betaalbaarheid. Kwaliteit gaat hier boven snelheid.” Dat klinkt redelijk, maar gaat eraan voorbij dat voor klimaatregelen geldt dat hoe later je ze invoert, hoe minder effectief ze zijn.

Doelstelling van alle klimaatmaatregelen is immers om te voorkomen dat de (absolute) hoeveelheid CO2 in de atmosfeer de kritieke grens overschrijdt waardoor de aarde meer dan anderhalve graad opwarmt. En dan geldt tijd is CO2.

Reken maar na; de looptijd van deze afspraken met de corporaties is 4 jaar. Dan betekent een jaar later invoeren 25 procent minder effect. Ook als we de deadline van de gemeentelijke klimaatstrategie (2025) als uitgangspunt nemen, dan is een jaar vertraging nog steeds 10 procent minder effect. GroenLinks is benieuwd of dat jaar extra praten met de corporaties ook 10 procent effectievere maatregelen gaat opleveren.

Te weinig urgentie
En dat terwijl er in 2010 al een set aan afspraken met de corporaties lag die volgens GroenLinks alsnog moeten worden uitgevoerd, in ieder geval tot wanneer er nieuwe afspraken liggen. Uit een evaluatie van de oude afspraken met de corporaties blijkt dat er in de periode 2010 – 2014 (en dus natuurlijk nu nog steeds) veel te weinig werk is gemaakt van het uitvoeren van die afspraken. Een bloemlezing uit de evaluatie:

“Het Energieteam is bij gebrek aan resultaat beëindigd. De werkwijze van het team sloot niet aan op de bedrijfsprocessen van de corporaties. (…) De Woonlastengarantie wordt om verschillende redenen nauwelijks toegepast. (…) Onderzoek naar gezamenlijke lokale productie van energie of koeling is nog nauwelijks of niet gedaan. ( ...) Corporaties bieden weinig energetische verbeteropties aan bij verkoop van woningen.(…) Corporaties nemen nog niet vaak het voortouw bij energetische verbetering van VvE’s.”

Allemaal kosteneffectieve maatregelen die zijn blijven liggen. Blijkbaar voelen de corporaties weinig urgentie op dit dossier. Er ligt een rol voor de wethouder Wonen om hen die urgentie te laten voelen.

Gemiste kansen

Er worden hierdoor ook kansen gemist op verduurzaming. Een voorbeeld; op initiatief van GroenLinks en D66 is in de begroting van de gemeente de doelstelling opgenomen om zo veel mogelijk fosfaat terug te winnen uit het riool. In het rioolplan is die doelstelling (alweer op initiatief van GroenLinks en D66) vertaald naar het voornemen om in de Buiksloterham door middel van een experiment met decentrale zuivering fosfaat te gaan terugwinnen. Het is een kansrijk project, waarbij alle voorbereidingen zijn getroffen. Het project dreigt nu echter spaak te lopen omdat de woningcorporatie niet bereid is om in de bouwplannen de daartoe benodigde aanpassingen door te voeren. Straks zitten de rioolbuizen al in de grond voordat de samenwerkingsafspraken er zijn.

Nog een voorbeeld. De verkoop van sociale huurwoningen gaat stevig door: 2000 per jaar. Als de hierboven genoemde maatregel om in die woningen energetische maatregelen te nemen bij verkoop zou worden uitgevoerd, zouden we dus per jaar 2000 woningen verduurzamen. Wethouder Choho (Duurzaamheid) zou een gat in de lucht springen als hij iets dergelijks voor elkaar zou krijgen. Maar wethouder Ivens heeft dus een potentieel van 2000 verduurzaamde woningen laten liggen door de afspraken een jaar uit te stellen. Doodzonde.

Niet spinnen, maar doen!

Deze slome aanpak van belangrijke maatregelen voor de Amsterdamse duurzaamheidsdoelstellingen is des te opmerkelijker daar dit college eerder van de daken heeft geschreeuwd dat het niet wilde praten, maar vooral ‘doen’. Als wethouder Ivens en de corporaties geen boter bij de vis doen, zijn alle ambities en doelstellingen van wethouder Choho, hoe goed bedoeld en oprecht gevoeld ook, tevergeefs. Het is tijd dat het – voltallige – college in actie komt.