Inleiding.
Via het meldpunt over gedwongen ontslagen in de ID en WIW van GroenLinks kwam een bericht binnen van een ID’er in dienst van stichting Stap. Stichting Stap bleek niet in staat om de salarissen over voor de 116 ID’ers in dienst bij Stap te betalen en moest faillissement aanvragen. Na onderzoek van GroenLinks bleek het abrupte faillissement van stichting Stap veroorzaakt door de terugvordering van een weinig gedocumenteerde lening van NV Werk aan Stap.
NV Werk heeft in 2000 een lening van 500.000 gulden (227.000 euro) verstrekt aan Stichting Stap met de mondelinge mededeling dat dat een ‘lening voor onbepaalde tijd’ zou zijn. Omdat Stap per 1 september 2004 op zou houden te bestaan en de medewerkers over gaan naar een nieuwe organisatie voor kunsteducatie, stichting ‘Werk voor Kunstenaars’ vroeg het bestuur van Stap een schriftelijk bewijs van NV Werk dat de lening was omgezet in een gift. NV Werk vond de lening terug in haar boeken en vorderde. De NV vereffende de lening met de loonkostensubsidie van juli 2004 voor de 116 ID’ers in dienst bij Stap. Stap kon hierdoor de salarissen niet betalen waardoor de medewerkers, veelal op vakantie, zonder salaris kwamen te zitten. Stap moest faillissement aanvragen.
Om de banen te behouden heeft de nieuwe stichting Werk voor Kunstenaars op 1 augustus, dus een maand eerder dan gepland, de werknemers van STAP overgenomen. NV werk heeft de loonkostensubsidie van augustus vervroegd aan WVK overgemaakt zodat de medewerkers een voorschot op het salaris van augustus konden krijgen. De medewerkers moeten nog tot eind september wachten op het reguliere salaris en hebben dan ondertussen bijna twee maanden op het voorschot van augustus moeten leven. Doordat er een maand salaris weg is gevallen hebben de personeelsleden nijpende financiële problemen.
Omdat Stap pas officieel op 6 augustus failliet is gegaan en de medewerkers al op 1 augustus naar WVK overgingen, beschouwen de curator en de UWV dit als een bedrijfsovername. UWV is daarom niet van plan de salarissen voor juli voor haar rekening te nemen. Als WVK de schuld van Stap, die dus nu bij het personeel uit staat, over moet nemen, begint zij met een schuld en gaat wellicht ook failliet. De toekomst van WVK is hierdoor onzeker.
Op grond hiervan stelt ondergetekende de volgende vragen:
Was het college op de hoogte van de in 2000 door NV Werk verstrekte lening van 500.000 gulden (227.000 euro) aan stichting Stap?
Zo ja, sinds wanneer is het college hiervan op de hoogte?
Was het college op de hoogte van de mondeling meegedeelde condities van de lening, namelijk ‘een lening voor onbepaalde tijd?’
Is het college in de zomer van 2004 geraadpleegd door NV Werk dat zij die lening via de loonkostensubsidie van Juli zou verrekenen?
Heeft het college zich rekenschap gegeven van de consequenties van dit optreden voor de werknemers van stichting Stap?
Is het college bereid alsnog de lening kwijt te schelden en de loonkostensubsidie van juli 2004 over te maken?
Kan het college garanderen dat er niet nog meer organisaties en werknemers met dit soort terugvordering van NV Werk en de daaruit resulterende salarisderving te maken krijgen?
Het lid van de Gemeenteraad,
J. Sargentini