Een cruciale vraag in het debat over de ontwikkeling van de havens is of er een nieuwe zeesluis moet komen. Binnen GroenLinks wordt hier al jaren verschillend over gedacht. Aan de ene kant is er het economisch belang van de havens voor de hele regio. Een nieuwe zeesluis vergroot de kansen van het in stand houden en verbeteren van deze functie. Een nieuwe zeesluis is echter zeer kostbaar. De vraag is daarmee of een nieuwe sluis wel economisch rendabel is voor de regio. Daarbij is het van belang hoe hoog de bijdrage van de regio moet zijn aan de kosten voor een nieuwe zeesluis. En bij velen leeft de vrees dat een nieuwe en grotere zeesluis de bufferzones tussen Amsterdam/Zaanstad en Haarlem/Velsen/Beverwijk zal aantasten.
De huidige zeesluizen zijn aan vervanging toe. De sluizen zijn oud en groot onderhoud is nodig om ze überhaupt in stand te houden. De nieuwste zeeschepen worden steeds groter. De grootste schepen passen nu al niet meer door de sluizen. Om de bereikbaarheid van de havens in de toekomst zeker te stellen is een vervanging van de huidige sluizen noodzakelijk. Dit biedt tevens de gelegenheid de nieuwe sluizen aan de grootte van de nieuwste zeeschepen aan te passen. Door geen nieuwe sluis aan te leggen lopen we zelfs het risico op termijn de bereikbaarheid van de havens ernstig te verslechteren.
Er is echter ook een keerzijde. Als GroenLinks zijn we van mening dat de bestaande haventerreinen geïntensiveerd moeten worden en dat nieuwe haventerreinen de komende decennia niet nodig zijn. Echter, met de aanleg van een nieuwe zeesluis en de komst van grotere schepen naar de havens zal de druk vanuit andere partijen en belanghebbenden om de bestaande haventerreinen uit te breiden waarschijnlijk groter worden. De vraag is dus of GroenLinks kiest voor een nieuwe zeesluis met economische voordelen maar onzekerheden over het landschap in de toekomst? Of kiest GroenLinks ervoor om een nieuwe sluis af te wijzen, met mogelijke economische achteruitgang van de havens?