Verkeersproblemen en verkeersoverlast in het stadshart verminderen, dat juicht de fractie van GroenLinks toe. Echter, GroenLinks is wel kritisch om deze problemen op te lossen met buurtparkeren, zoals een aantal bewoners voorstelt. Volgens raadslid Zeeger Ernsting lost buurtparkeren de problemen niet op en kleven er principiële en praktische bezwaren aan.

Buurt- of bewonersparkeren

Een bewonersgroep van het centrum wil in hun buurt ‘buurtparkeren’ invoeren. “Hierbij is het verschil tussen buurtparkeren en bewonersparkeren belangrijk om voor ogen te houden”, stelt Ernsting. Bij bewonersparkeren mogen alleen mensen met een parkeervergunning in een bepaald gebied parkeren. Dit gebeurt in meer historische binnensteden.

 

Buurtparkeren is fundamenteel anders: dan mogen in een gebied zowel vergunninghouders als bezoekers parkeren. Maar dan wel alleen de eigen bezoekers van de bewoners. Bewoners krijgen in dit plan namelijk de mogelijkheid parkeerkaarten aan te schaffen voor hun eigen bezoek. Zo blijft er dus bezoekersparkeren, maar dan volgens het adagium: eigen bezoekers eerst.

 

“De openbare ruimte is juist in principe dat: openbaar. Amsterdam is van iedereen. We gaan niet parkeerrechten aan bewoners geven die vervolgens mogen zeggen: jij mag hier wel en jij mag hier niet parkeren. Ik vraag me ook naar aanleiding van de vele emails af of iedereen deze consequentie wel ziet: veel mensen denken dat buurtparkeren hetzelfde als bewonersparkeren is”, aldus Ernsting.

 

Minder parkeerplekken op straat

Er bestaat geen verschil met de bewoners over het bestaan van het probleem: er zijn veel te veel auto’s, er is te weinig ruimte op straat, er wordt veel te veel foutgeparkeerd, er worden te veel rondjes gereden, er is te veel luchtvervuiling. Maar buurtparkeren lost dat allemaal niet op: er verdwijnen geen parkeerplaatsen voor andere functies zoals laden en lossen, fietsparkeren of voetgangersruimte.

 

Ernsting bepleit daarom een andere oplossing: “Als buurtbewoners écht willen dat de druk van auto’s op de openbare ruimte en leefklimaat vermindert, is de enige oplossing: minder parkeerplaatsen op straat. En dat moet ook. Op de Groenburgwal bijvoorbeeld, maar ook op de Rechtboomsloot en de Oudezijds Achterburgwal zijn de parkeerplaatsen veel te klein en smal: soms maar 1,20 meter breed, waar de norm twee meter is. Deze parkeerplaatsen moeten verdwijnen.”

 

Wat GroenLinks betreft gaan bewoners én bezoekers parkeren in de omliggende garages: Stopera, Markenhoven, ODE en straks Rokin. Zo worden parkeerplaatsen op straat verwijderd ten gunste van laad- en losplekken, fietsparkeren, voetgangersgebied en verblijfsruimte. En je hebt ook geen zoekverkeer meer in de smalle straten en grachten: zo wordt het veel mooier en leefbaarder voor iedereen.